Placeholder

Vriendin luncht bij schrijver Abdelkader Benali en zijn vrouw Saida

‘Eten verbindt ons’

‘Eten verbindt ons’

Abdelkader Benali kennen we van zijn romans, maar naast schrijven houdt hij ook van koken. Samen met zijn vrouw Saida schreef hij een Marokkaans kookboek: Casa Benali. Vriendin kreeg van de Banali's een uitnodiging voor een zelfbereide lunch. "Als we ruzie hebben en we gaan samen koken, hebben we in no time weer vrede."

Wat vond je van Abdels kookkunsten, Saida?
Saida: “Hij kookte niet slecht, maar het viel me wel op dat hij zo veel vlees at. Wel 3 keer per dag! Als ik bij hem op bezoek kwam, dacht ik: eten we nou alweer vlees? ’s Avonds at hij grote lappen, waarmee je makkelijk 3 dagen kon doen.”

Abdel: “En het viel mij op dat zij zo weinig at. Ik ben gewend om veel vlees te eten. In de slagerij van mijn vader stond altijd wel een pannetje vlees voor het gezin klaar, ook tussen de middag. Ik weet ook veel over vlees: ik zie meteen of het van goede kwaliteit is en kan moeiteloos het verschil zien tussen kalf en lam.”

Welke Nederlandse gerechten vinden jullie het lekkerst?
Abdelkader: “Haring! Vooral zoute, zeker als ‘ie lekker vet is. Appeltaart vind ik ook heerlijk. En voor asperges met roomboter en een eitje kun je me altijd wakker maken. O ja, en voor een lekkerbekje!”

Saida: “Alles met aardappels: van frietjes tot aardappelpuree. En ik ben gek op stamppotjes met een gehaktbal en een kuiltje jus. Zuurkool is mijn favoriet, maar mijn moeder maakte ook weleens stamppot met snijbonen. Heerlijk!”

Wat is het beste advies dat jullie van je moeder kregen?
Saida: “Dat ik meer uit mijn schulp moest durven kruipen. ‘Laat je meer zien’, zegt mijn moeder altijd. Dat heb ik dus bij dezen gedaan!”

Abdelkader: “Mijn moeder zei altijd: ‘Je krijgt niets voor niets.’ Ik moest vooral niet denken dat het makkelijk was. En dat was het ook niet. Ik ben van ver gekomen, ik kom uit een arbeidersmilieu en heb alles zelf bij elkaar geknokt, zonder steun van mijn ouders. Natuurlijk heb ik ook geluk gehad, maar dat geluk moet je wel zien. Bij Saida zag ik dat geluk. En ik heb het niet meer losgelaten.”

Lees het hele interview in Vriendin 50.