Placeholder

Vriendin 29: Yoga hielp Hedi van haar angsten af

Acht jaar geleden voelde Hedi (39) zich allesbehalve gelukkig. Haar moeder was net overleden, haar huwelijk wankelde en haar leven werd beheerst door angsten. En toen ontdekte ze yoga. “Ik heb geleerd om vanuit mijn hart te denken in plaats van uit mijn hoofd.”

Acht jaar geleden voelde Hedi (39) zich allesbehalve gelukkig. Haar moeder was net overleden, haar huwelijk wankelde en haar leven werd beheerst door angsten. En toen ontdekte ze yoga. “Ik heb geleerd om vanuit mijn hart te denken in plaats van uit mijn hoofd.”

Hedi: “Als je me acht jaar geleden had verteld dat ik nu dagelijks yoga zou beoefenen, zou ik hard gelachen hebben. Jarenlang kwam ik, op weg naar mijn werk, langs een yogastudio. De mensen die ik daar – bezweet – naar buiten zag komen, vond ik maar eng met hun gelukkige gezichten, zelfverzekerde houding en sterke, soepele lichamen. Intimiderend ook. Je moet weten: ik was het meisje dat vroeger op school niet eens een radslag kon. Ik zat boordevol vooroordelen over yogi’s, zoals ze zich noemen. Ik vond het maar alternatieve, veganistische, groentesap drinkende, wierook brandende, zweverige types. Soms liep ik zelfs een stukje om, om maar geen yogi’s te hoeven tegenkomen. Zo veel weerzin voelde ik tegen hen. Ik was toen 32 en het ging allesbehalve goed met me. Mijn moeder was net overleden en ik was bij mijn man weggegaan. Ik voelde me ongelukkig, verward en alleen. Mijn leven werd beheerst door angsten. Ik was al bang om de weg over te steken en aangereden te worden. Bang om bij het douchen uit te glijden en mijn nek te breken, bang om klem komen te zitten tussen de deuren van de trein of tram, voor alleen zijn, voor uitgaan, voor binnenblijven, voor autorijden, voor fietsen, voor wandelen… Ik was zélfs bang voor mijn bejaarde benedenbuurman, terwijl daar geen enkele reden voor was.”

Geen plezier meer
“Ik werkte bij een uitgeverij, mijn droombaan, maar dacht elke dag opnieuw dat ik niet goed en slim genoeg was. Telkens kwam er weer een nieuwe angst bij. Ik liet me er compleet door leiden. Ik had geen plezier meer, geen vertrouwen en geen zin iets te ondernemen of met iemand af te spreken. Het liefst wilde ik me in huis verstoppen, met de deur op slot, en troost vinden in eten en drinken. Ik dronk en at meer dan goed voor me was, want dat werkte verdovend. Gelukkig zag ik na een aantal maanden in dat de meeste van mijn angsten irreëel waren. Ik moest er iets tegen doen, realiseerde ik me. Want ik wilde niet de rest van mijn leven angstig blijven voor van alles. En dus vond ik dat ik iets moest gaan doen waar ik bang voor was. Dat zou een eerste stap zijn: alleen als ik mijn angsten zou aangaan, kon ik mijn leven veranderen. Waarop ik dit baseerde? Vroeger was ik doodsbang voor vogels en tijdens een reis door Peru was ik op een strand vol vogels terechtgekomen. Ik móest er wel langs. En in plaats van dat ze me aanvielen, vlogen ze weg. Dit hielp me niet van mijn angst voor vogels af, maar het had me destijds wel iets minder bang gemaakt. Ik maakte een lijst van dingen waar ik bang voor was: paarden, parachutespringen, het reuzenrad. Maar het meest angstaanjagend vond ik hotyoga: in een zaal van 39 graden in je zwemkleding yoga beoefenen… Dat leek me echt verschrikkelijk. Als ik dát zou durven – zo’n studio in lopen en meedoen aan zo’n sessie, één keer maar – dan zou ik daarna alles aandurven, dacht ik.”

Lees het hele verhaal in Vriendin 29.