marga-op-dieet

Marga (40): ‘Ik doe alsof ik op dieet ben, maar stiekem prop ik me vol’

Marga (40) is al haar hele leven te dik. Maar sinds kort lijdt haar gezondheid eronder en móet ze afvallen van de dokter. Haar man Hans (44) en zoon Jasper (12) helpen haar daarbij. “Maar wat ze niet weten, is dat ik me stiekem volprop met chips, chocolade en nootjes. Ik kan het gewoon niet laten.”

Marga: “Ik weet heus wel dat de mensen in mijn omgeving, mijn ouders, mijn man Hans, onze zoon Jasper en mijn collega’s het alleen maar goed met me voor hebben. Dat ze niet uit pesterij mijn eetpatroon in de gaten houden of omdat ze me slanker mooier vinden, maar omdat het beter is voor mijn gezondheid en ze doodsbang zijn om me te verliezen. Maar ook al weet ik dat ze gelijk hebben, ik kan het snoepen niet laten. Ik heb continu zin in iets lekkers en heb na elke maaltijd nog honger, omdat ik gewoon niet genoeg heb aan een bord sla met radijsjes, broccoli en een tartaartje. Ik durf het bijna niet te zeggen, maar meestal verdwijn ik na het avondeten naar boven om te zoeken naar wat lekkers in de koeltas die ik heb verstopt in mijn lingerielade. Dan vul ik mijn maag stiekem met een reep chocolade, cashewnootjes of stuk oude kaas die ik eerder die dag heb gekocht.”

Lekkere hapjes

“Als kind was ik al mollig. Ik kom uit een familie van ‘gezellige dikkerds’. Brabantse bourgondiërs, bij wie het weekend al op donderdag begint en meestal pas dinsdagochtend weer ophoudt. Eten was en is heel belangrijk. In onze familie zien we eten als het gezelligste moment van de dag en wie bij mijn ouders aan tafel schuift, krijgt standaard het gezegde te horen: ‘Ge moei goed eten’. En dat deed ik dus met alle liefde. Zo woog ik toen ik twaalf jaar was al 55 kilo en dat is door de jaren heen alleen maar meer geworden. Toen ik Hans ontmoette, paste ik nog in maat 44. Maar een jaar na ons trouwen neusde ik al in de grotematenwinkels. Het samenwonen beviel goed, net als de lekkere hapjes die ik elke avond op tafel toverde. Mijn gewicht schommelde toen rond de negentig kilo. Te zwaar, dus ging ik regelmatig op dieet. Op maandag begon ik enthousiast met een paar poeders, maaltijdvervangers of zakjes, maar tegen het weekend haakte ik weer af. Ik vond de gedachte aan een weekend zonder lekkere dingen zo saai. En zo vlogen de kilo’s er weer aan en kreeg ik er zelfs nog een paar extra bij. Het maakte Hans niet veel uit. Hij vond me prima zoals ik was. Zeker tot twee jaar geleden was er ook geen vuiltje aan de lucht. Ik was een volle vrouw, maar hij viel niet op dunne vrouwen en was zelf ook niet de magerste. Alles veranderde toen Hans twee jaar geleden met me meeging naar de huisarts. Ik voelde me al een tijdje niet goed en kreeg van de arts het dringende advies om te gaan afvallen. Sinds die dag is Hans omgeslagen en ziet hij me het liefst slanker.”

Lees ook: Wil je afvallen? Dít is volgens deskundigen het allerbeste dieet

Heel nerveus

“Dat mijn overgewicht negatieve gevolgen had voor mijn lichaam, wist ik al. Ik heb slijtage aan mijn gewrichten en knieën, en zucht en steun al als ik een paar honderd meter moet lopen, laat staan als ik moet rennen. Dat laatste doe ik dan ook nooit. Ik neem wel een bus later. Erger was dat ik me de laatste tijd steeds slechter voelde. Ik had veel dorst, moest vaak naar het toilet, was moe en zag steeds minder goed. Omdat suikerziekte veel in mijn familie voorkomt, liet ik mijn bloed bij de huisarts testen. Ik was heel nerveus voor de uitslag. Hans zat naast me toen mijn dokter me de diagnose gaf: diabetes type 2, ook wel ouderdomssuiker genoemd. Diabetes 2 betekent dat mijn alvleesklier wel insuline aanmaakt, maar te weinig, en dat ik meer kans heb op hartaandoeningen. Gelukkig hoefde ik nog niet dagelijks insuline te spuiten, maar ik kreeg wel speciale tabletten voorgeschreven, zodat mijn alvleesklier meer insuline maakt en mijn lichaam hier beter op reageert. Mijn arts zei dat het echt belangrijk is wat kilo’s af te vallen, omdat diabetes gelinkt is aan overgewicht en elke kilo die ik kwijtraak gezondheidswinst oplevert. Ik was zo geschrokken dat ik amper iets kon zeggen, maar Hans beloofde mijn huisarts er persoonlijk op toe te zien dat ik naar een diëtiste zou gaan en aan mijn gezondheid ging werken.”

Iedere dag toneelspelen

“We zijn nu twee jaar verder. Op dit moment weeg ik 98,6 kilo bij een lengte van 1,68 meter. Medisch gezien heb ik gevaarlijk overgewicht. Ik snap ook echt wel dat het beter voor me is als ik bijvoorbeeld tien kilo zou afvallen en ik wéét dat ik risico loop op allerlei andere kwalen als ik doorga met snoepen. Maar het lukt me gewoon niet. Sinds de diagnose diabetes is gesteld, is er maar een paar kilo af. Omdat ik iedere dag thuis en op mijn werk een toneelstuk opvoer, is dat een volkomen raadsel voor mijn omgeving. Er gaat dan ook geen week voorbij zonder dat ik de vraag krijg: ‘Hoe kan het nou toch dat je zo weinig eet en niets afvalt?’ Ik zit keurig met mijn bakje rauwkost in de kantine, terwijl iedereen om me heen van broodjes kroket smult. Ik haal koekjes en toast in huis voor de visite, zonder ze zelf aan te raken. En als mijn man en zoon in het weekend croissantjes afbakken, eet ik alleen kwark met kiwi. Serveert mijn moeder Bossche bollen, dan sla ik die beleefd af en neem ik een stukje ontbijtkoek of rijstwafel bij de koffi e. Ik hoor ook steeds: ‘Wat knap dat je zo goed oplet, maar wat vreselijk voor je, dat je maar niet afvalt!’”

Los bij de banketbakker

“Tja, ik weet wel beter. Natúúrlijk val ik niet af, want daarvoor moet je meer verbranden dan je binnenkrijgt en dat is in mijn geval juist net andersom. Op de dagen dat ik vrij ben, ga ik helemaal los bij de banketbakker. Ik haal drie bananengebakjes in huis, zodat de verkoopster denkt dat ik visite krijg en ze echt niet allemaal zelf opeet. Eenmaal thuis verwen ik mezelf met een kop warme chocolademelk en eet ik achter elkaar die drie gebakjes op. Ben ik in de stad, dan moet ik altijd even een patatje oorlog halen en trek ik frikadellen uit de muur. Meestal laat ik het inpakken, zodat ik de vette happen ergens op een achterafplek opeet, zodat ik geen kans heb om bekenden tegen te komen. Op kantoor lunch ik netjes met rauwkost of speltboterhammen met rosbief, maar zodra ik uit mijn werk kom, rijd ik snel naar de supermarkt voor twee koffiebroodjes. Ik ben verslaafd aan die dingen, maar ze zijn heel slecht. Ik geloof dat ze wel 325 calorieën per stuk bevatten. In de auto naar huis eet ik ze op en gooi ik de verpakking weg in de prullenbak bij de speeltuin voor ons huis. Ook sla ik in de supermarkt lekkere dingen in voor mijn geheime lade: chocoladerozijnen, cashewnoten, brokken oude kaas, minireepjes en een pot pindakaas, waar ik dan met een lepeltje af en toe een lik uit kan halen. O, en heel veel kauwgom, zodat mijn adem mijn vreetbuien niet verraadt.”

Naar binnen proppen

“Als mijn man en zoon thuis zijn, is het lastig om iets slechts te eten. Ik pak ook bijna nooit iets uit de voorraadkast. Mijn zoon telt nog net niet de koekjes in de trommel, maar ziet het wel als ik een half pak stroopwafels heb weggewerkt. ‘Hadden we niet nog stroopkoeken, mam?’, zegt hij dan beschuldigend. Maar als we ’s avonds hebben gegeten, zit ik niet vol. Ik eet bijna geen koolhydraten, en houd het bij wat mager vlees en veel groenten en sla. Dat vult niet echt. Als ik daarna niks met suiker eet, gaan mijn handen trillen en word ik flauw. Ik ben een ster in het verzinnen van smoesjes en weet elke keer naar boven te sneaken om iets lekkers te pakken. Een goed moment is als Hans naar het journaal kijkt; dan loop ik naar boven om een joggingbroek aan te trekken en grabbel ik meteen in mijn lade. Een reep chocolade is zo op en vaak eet ik even een handje nootjes op de wc. Omdat Hans drie avonden per week tennist en Jasper huiswerk maakt op zijn kamer, ben ik ’s avonds ook vaak alleen. Ik kan dan makkelijker wat chips pakken of drop wegsnaaien. Echt genieten van het eten doe ik trouwens niet. Ik ben altijd bang dat ze me betrappen. Ik prop alles eigenlijk naar binnen, om zo snel mogelijk mijn tanden te kunnen poetsen en met wat parfum in huis te sprayen en zo de chipslucht te maskeren. Voor de vorm zet ik dan een schaal met snoeptomaatjes en plakjes komkommer neer.”

Op heterdaad betrapt

“Uiteraard heeft Hans me al een paar keer betrapt. Dat was op momenten dat ik dacht dat hij nog op de tennisbaan stond, en hij thuiskwam en me betrapte met een halve hazelnootreep in mijn hand. Of als ik met moeite mijn mond vol drop kon wegslikken. Meestal probeerde ik me dan te redden, door te zeggen dat ik ongesteld moest worden en snakte naar iets zoets. Of dat ik net een paar suikervrije dropjes at. Ik zag wel aan Hans dat hij het moeilijk vond me te geloven, maar hij reageerde steeds lief en begripvol. Zei dat hij begreep hoe frustrerend het voor me was dat ik zo weinig afval en dat ik dan best eens een zwak moment kon hebben. Ik denk niet dat hij me verdenkt van echt stiekem eetgedrag. Ik heb hem te vaak gezegd dat ik vrees voor mijn gezondheid en dat ik er alles aan wil doen om te voorkomen dat mijn aderen dichtslibben.”

Liever genieten

“Af en toe probeer ik echt te minderen met de vette happen en probeer ik me aan mijn dieet – of zoals de diëtiste het zegt: het gezonde eetpatroon – te houden. Natuurlijk wil ik ook geen hartproblemen krijgen en hoop ik gezond oud te worden. Maar ik heb gewoon geen ruggegraat als het gaat om lijnen en word depressief van calorieën tellen. Ik vind een broodje rookvlees lekkerder met een lik mayonaise erop, dan zonder. Ik doe een moord voor Vlaamse frieten en vind alles even heerlijk bij de kaasboer. Hoe erg ik het ook vind dat ik niet eerlijk ben naar mijn man en zoon toe, de pillen die ik dagelijks slik, doen hun werk. Ik ben niet meer zo moe en hoef ook niet meer zo vaak te plassen. Dus zo lang ik me nog redelijk gezond voel, wil ik genieten van lekker eten.”

Lees ook: Githa en Judith vielen samen 80 kilo af: ‘We zijn de kilo’s kwijt en een vriendschap rijker’

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.