Placeholder

Stefanie: wil je mij tillen?

Adriana is op kleuterkamp. Stefanie helpt een handje mee. De juf vindt dat Stefanie de kinderen te veel tilt.

Adriana is op kleuterkamp. Stefanie helpt een handje mee. De juf vindt dat Stefanie de kinderen te veel tilt.

We zijn met de kleuters op de kampeerboerderij om een kijkje te nemen in het middenbouwkamp (groep 3, 4 en 5). Op een jenaplanschool gaan de kinderen aan het begin van het schooljaar op kamp. De kleuters beleven het kamp drie dagdelen mee.

Dit jaar is Adriana alweer niet bij mij in het kampgroepje ingedeeld. Ze komt wel even naar mij toe. Ik til haar op. Adriana doet enthousiast mee, maar af en toe vindt zij het moeilijk om mij, in de rol van kampmoeder, te moeten delen.

Een jongetje uit groep 1 huilt. Ik til hem op, terwijl er een meisje aan mijn arm hangt.
‘Je moet de kinderen niet steeds tillen, Stefanie’, zegt de juffrouw.
‘Nee, dat is niet goed voor mijn rug’, antwoord ik en zet het jongetje neer.

Met aan iedere hand een kind, loop ik het bos in voor de vossenjacht. Met moeite maak ik mijn handen los om van een meisje een dennenappel in ontvangst te nemen en in mijn rugzak te stoppen.

Het spel duurt lang en het mulle zand loopt zwaar. Ik loop met twee meisjes achteraan. Het ene kind is gefascineerd door dennenappeltjes. Het andere kind is doodop.
‘Wil je mij tillen?’ vraagt ze.
 ‘We zijn er bijna’, zeg ik.
‘Maar ik ben zo moe’, jammert het meisje.

‘Wil je mij tillen?’ vraagt ze weer. Aarzelend kijk ik naar het guitige kind.
‘Het mag niet van juf’, antwoord ik een beetje laf. Ik wil het gezag van de aardige juffrouw niet ondermijnen, maar het kleutertje kijkt mij zo hoopvol aan.
‘Heel eventjes dan’, zeg ik en til het meisje op mijn nek.

‘Daar is een vos!’ zegt het dennenappelenmeisje. Ik schrik. Zou de juffrouw als vos verkleed zijn? Ik voel me als een ondeugend kind. Het is de juf niet, maar wel de laatste vos. In de verte zie ik de juffrouw staan met een kar vol bekertjes drinken.
‘Kijk, daar krijg je drinken’, zeg ik tegen het meisje en til haar van mijn nek. Ineens blijkt ze te kunnen rennen. Haar vader, die ook kampouder is, staat bij het drinkpunt. Ik vertel hem dat zijn dochter erg moe is.
‘Je hebt haar toch niet getild, hé?’ vraagt hij.
‘Een klein stukje maar’, antwoord ik. We lachen erom. Het lijkt me leuk om kleuterjuffrouw te zijn, maar dagelijks 25 kinderen aan mijn armen, benen en op mijn nek, zou toch teveel van het goede zijn. 


Stefanie (43) adopteerde de kinderen van haar vriend Dirk: Christianne, Deborah, Faith en Nico. 5 jaar geleden kregen zij samen Adriana. Het gaat niet altijd vlekkeloos, maar het gezin draait al ruim 18 jaar!