Placeholder

Stefanie: schijtluis

Stefanie heeft druiven gekocht in de supermarkt, maar de dag erna zijn ze al beschimmeld. Zonder kassabon vindt Stefanie het spannend om ze te ruilen. Juist daarom besluit ze haar angst opzij te zetten: ‘Ik maak gemakkelijk een praatje, dan moet dit toch ook lukken?’

Stefanie heeft druiven gekocht in de supermarkt, maar de dag erna zijn ze al beschimmeld. Zonder kassabon vindt Stefanie het spannend om ze te ruilen. Juist daarom besluit ze haar angst opzij te zetten: ‘Ik maak gemakkelijk een praatje, dan moet dit toch ook lukken?’

Een donzig schimmellaagje bedekt de druiven aan de onderkant van het plastic bakje.
‘Wanneer heb je die gekocht?’ vraagt Dirk.
‘Gisteren.’
‘Dan breng je ze toch terug', zegt Dirk, maar ik kan de kassabon niet vinden. Als ik iets wil ruilen, waarvan ik het bonnetje niet meer heb, stuur ik Dirk terug naar de winkel. Bon of geen bon, het maakt Dirk niet uit. Ruilen lukt hem altijd. Ik durf dat niet. Dan ben ik bang dat ze me niet geloven. Maar het wordt op mijn 43e weleens tijd om me assertief op te stellen.

Het kost moeite om voor mezelf op te komen. Als het Dirk of mijn kinderen betreft, zet ik mijn angsten opzij, maar voor een paar druiven vind ik dat lastig. Ik begrijp niet waarom. Ik maak gemakkelijk een praatje en op mijn werk bel ik moeiteloos onbekende mensen op. Nu durf ik niet eens met de bedorven druiven naar de winkel te gaan. Toch ga ik.

 

'Wat moet ik zeggen? Straks denken ze dat ik de druiven weken lang in een kelderkast heb laten liggen, naast rottende muizenlijken' 
 

Ik sta bij de onbemande servicebalie te wachten met het bakje verrotte druiven in mijn handen. Wat moet ik zeggen? Hoe durf ik te beweren dat de supermarkt beschimmelde druiven verkoopt? Straks denken ze dat ik de vruchten weken lang in een donkere, vochtige kelderkast heb laten liggen. Misschien wel naast een paar rottende muizenlijken. Wellicht zien ze mij als een onbetrouwbare toverkol die fruit met giftige kruiden mengt. Of ze menen dat ik een psychopaat ben die haar boodschappen in een schuurtje opbergt, waar zo’n penetrante geur hangt en waar alles op slag bederft. 

Ik bereid mij voor op het ergste en repeteer in gedachten een paar verdedigingszinnen:
‘Ik kom hier drie keer per weken.’
‘Ik doe hier al jaren boodschappen.’
‘Ik ben moeder van vijf kinderen.’

‘Attentie meneer Dekker, servicebalie', hoor ik een stem door de winkel galmen. De filiaalleider komt aanlopen. We groeten elkaar. Ik glimlach lieflijk en draai schaamtevol het bakje om. Voordat ik iets kan zeggen, pakt meneer Dekker het bakje uit mijn handen.
‘Och, dat ziet er niet fraai uit', zegt hij vriendelijk. ‘Loop maar even mee.’

Bij de fruitafdeling geeft hij mij een bakje verse druiven.
‘Angelique!’ roept hij naar de caissière . ‘Deze druiven hoeft mevrouw niet te betalen.’ Beduusd bedank ik meneer Dekker. Nou zeg! Dit was niets aan! Meneer Dekker heeft mij een assertiviteit les ontnomen. 


Stefanie (43) adopteerde de kinderen van haar vriend Dirk: Christianne, Deborah, Faith en Nico. 5 jaar geleden kregen zij samen Adriana. Het gaat niet altijd vlekkeloos, maar het gezin draait al ruim 18 jaar!