Placeholder

Margret werd twee keer weduwe, en is opnieuw gelukkig

Amper 31 jaar was Margret (45), toen ze voor de tweede keer weduwe werd. Twee keer volgde een intens verdrietig proces.

Amper 31 jaar was Margret (45), toen ze voor de tweede keer weduwe werd. Twee keer volgde een intens verdrietig proces. “Maar door het dubbele verlies ging ik het leven wel zien als een cadeau dat je met beide handen moet aanpakken.”

Margret: “Het voelde heel onwerkelijk toen mijn tweede man overleed. Het leven kan zo kwetsbaar zijn. Maar door zijn dood werd ik extra met het leven geconfronteerd. Na twee keer zo’n groot verlies te hebben moeten verwerken, sta ik sterker en bewuster in het leven. Het klinkt misschien gek voor een buitenstaander, maar ik denk dat ik nu zelfs gelukkiger ben. Natuurlijk heb ik heel veel verdriet gehad om Willem en Marcel, maar het heeft me ook geholpen te ontdekken wie ik ben en wat ik wil met mijn leven.”

Toekomst in duigen
“Voordat ik Willem, mijn eerste man, leerde kennen, was ik een volgzaam type. We gingen samenwonen en trouwden, omdat dat gebruikelijk was. Natuurlijk hielden we van elkaar, maar huisje-boompje-beestje, dat hóórde er gewoon bij. En dus was de volgende stap een gezinnetje stichten. Maar onze toekomstplannen werden ruw verstoord: Willem kreeg galwegkanker, een zeldzame en agressieve variant. Onze kinderwens verdween naar de achtergrond en we kwamen in de medische molen terecht. De kanker nam ons leven steeds meer in beslag. Een half jaar later overleed Willem. Ik zat naast zijn bed in de woonkamer toen hij stierf. Zijn lichaam was op, hij kon niet meer. Ik was ontzettend verdrietig, maar vooral ook opgelucht dat het lijden voor hem was afgelopen.

Willems begrafenis hebben we tot in de puntjes samen kunnen regelen en ik heb al zijn wensen kunnen uitvoeren. Hoewel ik kapot was van zijn overlijden, gaf dat me wel troost. Het grote verdriet kwam pas toen al het geregel rondom zijn begrafenis achter de rug was. Pas toen besefte ik dat ik alleen was. En het voelde alsof ook míjn leven gestopt was.”

‘Op Texel zou ik altijd het meisje blijven dat op haar vierentwintigste weduwe werd’

Nieuwe start
“Een tijdlang stond mijn leven in het teken van verdriet. Totdat ik me realiseerde dat ik nog wel honderd dagen verdrietig in een hoekje kon zitten huilen, maar dat me dat niet verder zou brengen. Ik wilde mijn verdere leven niet vullen met rouwen. Met mijn vierentwintig jaar wilde ik het leven weer oppakken, het leven dat ik nog wél had, als een eerbetoon aan Willem.

Om een nieuwe start te maken, ben ik voor een jaar als au pair naar Amerika gegaan. Want op Texel, waar ik woon, kent iedereen elkaar en zou ik altijd het meisje blijven dat op haar vierentwintigste weduwe werd. In Amerika was ik gewoon de au pair. Deze move hielp me om weer op mijn eigen leven te focussen en niet steeds bezig te zijn met het verlies.”

Opnieuw verliefd
“Drie jaar na het overlijden van Willem, leerde ik tijdens een popfestival op Texel Marcel kennen. We raakten aan de praat en het klikte meteen. Hij was de eerste man die me weer een blij gevoel gaf. Ik genoot van zijn aanwezigheid, maar wilde niks overhaasten. We hadden het gezellig en lieten het verder een beetje op z’n beloop. Totdat we er niet meer omheen konden en moesten toegeven dat we elkaar écht leuk vonden. Zo werd Marcel de nieuwe man in mijn leven. We hadden geen kabbelende relatie. Marcel was namelijk zwaarmoedig van aard, wat met de jaren een steeds grotere stempel op onze relatie drukte. Na zes jaar hebben we om die reden wat afstand van elkaar genomen. Ik bleef in mijn eigen huis wonen en Marcel ging tijdelijk naar een ander huis.”

Wat als…
“Toch bleven Marcel en ik elkaar opzoeken. Dat was fijn. Zo gingen we vaak samen met de hond wandelen. De laatste keer dat we dat deden, schrok ik van zijn verwarde toestand. Hij sprak zo onsamenhangend, ik kon er echt geen touw aan vastknopen. Het was de eerste keer dat ik dacht: o nee, dit gaat mis! Ondanks Marcels tegensputteren, bracht ik hem naar zijn ouders, die in de buurt woonden. Vlak voordat we bij hen waren, sprong hij uit de auto. Marcel verdween spoorloos. Met zijn ouders en de politie ben ik een zoekactie gestart. Pas de volgende ochtend dook hij weer op. Er volgde een onrustige periode, waarin Marcel meerdere keren werd opgenomen.

Uiteindelijk kwam hij op de Paaz-afdeling van het ziekenhuis terecht. Op een dag wist hij hieruit te ontsnappen en maakte hij een einde aan zijn leven. Het was een totaal onwerkelijke situatie, vol onmacht en radeloosheid. Dat ik het niet meer kon terugdraaien en dat ik niet snapte waarom hij niet meer wilde leven, vond ik het ergste. Alles wat er in de weken daarvoor was gebeurd, liep ik in gedachten langs: had ik dingen anders kunnen doen? Wat als we niet tijdelijk uit elkaar waren gegaan? Ik kon maar niet begrijpen dat hij er bewust voor koos uit het leven te stappen. Mijn eerste man vocht tot op de laatste dag voor zijn leven en Marcel deed het tegenovergestelde, hij rende de dood tegemoet. Opnieuw volgde er een intens verdrietige periode. Ik werd wéér geconfronteerd met de pijn en eenzaamheid, maar ook met mijn eerdere voornemen om meer te doen waar ík gelukkig van word. Mijn twee mannen waren er niet meer, maar ík had nog wel de kans om iets van het leven te maken.”

‘Aan het huis waar ik had gewoond met Willem én Marcel, kleefde te veel narigheid’

Meteen verkocht
“Stukje bij beetje nam ik mijn leven weer in eigen hand, nu met meer overtuiging dan de eerste keer. Voor de grap zei ik eens dat áls er ooit nog een derde man zou komen, hij in elk geval jonger zou moeten zijn dan ik. Willem en Marcel waren namelijk allebeiouder geweest dan ik. Maar hoewel ik dit zei – ik was inmiddels vijfendertig – was ik ervan overtuigd dat een nieuwe liefde en het moederschap niet meer voor mij waren weggelegd. Ik verhuisde naar een andere woning, want aan het huis waar ik had gewoond met Willem én Marcel, kleefde te veel narigheid. Het appartement waar ik nu woon, is een penthouse. Het moest nog gebouwd worden, maar toen ik het op papier zag, was ik meteen verkocht. Dit was anders dan de eengezinswoning waar ik vroeger had gewoond: precies wat ik wilde. Bovendien kon ik hier prima alleen wonen, en het was ook groot genoeg voor een partner en een kind. Want ondanks alles hield ik die opties open.”

Serieus leuk
“Ik veranderde van baan en ging in een tearoom in de bediening werken. Daar ontmoette ik Marco, elf jaar jonger dan ik. We werden verliefd. Onze relatie begon in het geheim, omdat hij een directe collega was. Door ons leeftijdsverschil wilde ik vóór onze eerste kus zeker weten dat ik hem serieus leuk vond. Onze undercover-relatie heeft een half jaar geduurd. Dat we onze relatie in het begin voor de buitenwereld geheim hielden, had op de een of andere manier ook wel iets veiligs. Niemand wist ervan en kon er dus ook niks van vinden. Alleen hij en ik. Onbewust kon ik me zo langzaam openstellen voor de liefde.

‘In die periode dacht ik weleens: heb ik nog niet genoeg ellende gehad?’

Een poosje nadat Marco bij mij was ingetrokken, popte mijn kinderwens weer op. Als we voor een gezinnetje wilden gaan, konden we niet te lang wachten. Wat waren we blij toen ik in verwachting bleek! Het verliep allemaal echter niet vlekkeloos. Tijdens de zwangerschap ontstonden er complicaties, waardoor onze dochter Mabel na een zwangerschap van 29 weken met een spoedkeizersnee werd geboren. Ze moest vanaf de eerste ademteug knokken voor haar leven. Het was kantje boord, maar godzijdank heeft ze het gered en gaat het nu heel goed. Aan haar vroeggeboorte heeft Mabel een lichamelijke beperking overgehouden. Daardoor kosten vanzelfsprekende handelingen haar moeite en energie. Gelukkig is Mabel een enorme doorzetter.

Haar eerste levensjaren waren een onzekere periode. Met haar ontwikkeling bleef Mabel achter ten opzichte van die van leeftijdgenootjes. Het was afwachten in hoeverre ze zich zou ontwikkelen en of ze ooit zou leren lopen en praten. In die periode dacht ik weleens: waarom moet mij dit nou weer overkomen? Heb ik nog niet genoeg ellende gehad? Gelukkig zie ik inmiddels als ik naar mijn dochter kijk niet meer haar beperking, maar gewoon onze lieve en vrolijke schat, een geschenk uit de hemel.”

Kiezen voor ’t leven
“Inmiddels werk ik tien jaar in de kinderopvang, in een groep met twee- tot vierjarigen. Peuters die met volle nieuwsgierigheid aan het begin van hun leven staan. Net zoals ik dat nu weer doe. Het is me gelukt elke keer op te krabbelen na heftige tegenslag. Ik heb met Marco inmiddels langer een relatie dan met mijn twee vorige mannen bij elkaar opgeteld. Dat schiet weleens door mijn hoofd. Mijn leven zou er zo anders uit hebben gezien als ik geen weduwe was geweest. Je wordt gevormd door wat je meemaakt. Door het overlijden van mijn vorige partners heb ik geleerd driedubbel voor het leven te kiezen. Ik koester de mooie herinneringen die ik aan Willem en Marcel heb, in plaats van te treuren omdat ze er niet meer zijn. Om gelukkig te zijn, moet je soms even ongelukkig zijn. Dat is mijn leven in één zin samengevat. Ik ben altijd blijven geloven dat liefde alles overwint en zie samen met Marco en Mabel de toekomst zonnig in.”