Placeholder

Linda belandde in een depressie

‘Ik dacht dat iedereen beter af was zonder mij.’

Als blijkt dat haar pasgeboren zoontje een hersentumor heeft, ziet Linda (43) het even niet meer zitten. Er komt zelfs een moment waarop ze een einde aan haar leven wil maken.

Linda: “Ik denk weleens: wat als die man niet ingegrepen had? De oudere heer groette me vriendelijk toen hij langs me liep, daar op de flatgalerij op de veertiende verdieping. Maar blijkbaar vertrouwde hij het toch niet helemaal, want in de lift naar beneden belde hij zijn vrouw, die nog thuis was: ‘Er staat een vrouw bij de reling en volgens mij is ze iets doms van plan.’

‘Ik ben zo blij dat die dames me tegenhielden’

Terwijl ik mezelf stond aan te moedigen om te springen – ‘Eén, twee, huppakee, één, twee, huppakee’ – werd ik voorzichtig vastgepakt door twee dames: ‘Laten we dat maar niet doen.’ Vlak daarna kwamen er politieagenten aangerend en werd ik meegenomen. Maar stel dat ze me niet hadden tegengehouden? Dan had mijn man Erik het alleen moeten zien te rooien met Lars en was onze tweede zoon Daan er nooit geweest. Een afschuwelijk idee. Dat weet ik nu, nu ik weer gezond ben en helder kan denken. Maar helder denken lukte op dat moment niet meer.”

Vechtlust
“Het gekke is: van mezelf ben ik heel positief. Ik heb altijd heel optimistisch in het leven gestaan en dat doe ik nu ook weer. Natuurlijk, we schrokken toen Lars een aantal weken te vroeg werd geboren. Toen kort daarna ook nog bleek dat hij een waterhoofd en een hersentumor had, was dat een ongelofelijke klap. We voelden spanning, verdriet en angst. Maar Erik en ik waren ook vol vechtlust; wij gingen onze zoon erdoorheen slepen.

Depressief was ik absoluut niet. Dat begon pas een week of vijf, zes na mijn bevalling. Lars kreeg complicatie op complicatie. De hersentumor bleek niet goedaardig, zoals de artsen aanvankelijk dachten, maar kwaadaardig waardoor er naast een operatie om de tumor te verwijderen ook een chemokuur nodig was. De operaties waarbij werd geprobeerd om met een drain Lars’ waterhoofd te verhelpen, liepen niet zoals het moest.”

Alleen maar stress
“Terwijl Erik probeerde te ontspannen door af en toe met vrienden wat te gaan drinken, stortte ik me op de zorg voor Lars. Iets anders deed ik niet meer. Het liefst was ik de hele dag  bij hem in het ziekenhuis. Ik ben zelf verpleegkundige en hield de zorg voor mijn zoon scherp in de gaten. Ontspannen lukte niet; ik liep op een gegeven moment de hele dag met gebalde vuisten van de stress.

Als we weer heftig nieuws hadden gekregen, ging ik vaak even naar buiten, naar een bankje. Daar zat ik dan een half uur te rillen over mijn hele lichaam. Langzaam maar zeker namen de zenuwen het volledig over. Ik sliep slecht, kreeg afschuwelijke nachtmerries en worstelde me door de dagen. Plezier beleefde ik nergens meer aan.”

‘Zelfs de soep opwarmen lukte niet meer’

Een helder moment
“Mijn omgeving had niet in de gaten dat het slechter met me ging. Wel mopperde Erik steeds vaker als hij uit zijn werk kwam: ‘Waarom bel je me niet even over hoe het met Lars gaat? Zo veel moeite is dat toch niet?’ Maar het lukte me niet om in het ziekenhuis contact met hem op te nemen. Ik had er de energie niet meer voor. Voor Lars zorgen, dat was nog het enige wat ik kon opbrengen.

Met Kerst kwam mijn moeder in het ziekenhuis een pan erwtensoep brengen, we ‘vierden’ er met nog een paar familieleden Kerst. Ik hoefde de soep alleen maar op te warmen. Maar ik stond daar in de keuken en dacht: ik wil die soep niet opwarmen, ik kan het ook niet. Ga allemaal weg, ik wil gewoon niks. Soms had ik een helder moment, dan realiseerde ik me: het gaat niet goed met me. Maar ik had geen idee hoe ik daar verandering in kon brengen.”

Lees het hele verhaal in Vriendin 4