Placeholder

Lezeressen vertellen: ‘Dit doe ik net als mijn moeder’

Hoe vaak heb jij als kind niet gedacht: dat doe ik later écht anders. Acht lezeressen vertellen wat zij jaren later tot hun grote verbazing toch precies zoals hun moeder blijken te doen.

Hoe vaak heb jij als kind niet gedacht: dat doe ik later écht anders. Acht lezeressen vertellen wat zij jaren later tot hun grote verbazing toch precies zoals hun moeder blijken te doen. ‘Die oma-onderbroeken zitten gewoon het lekkerst. Ik hang ze alleen niet buiten aan de droogmolen.’

‘Oma-onderbroeken zitten nou eenmaal heel lekker’
Evelien (32): “Ik schaamde me in mijn tienerjaren kapót als de was buiten aan de droogmolen hing. Die degelijke, grote onderbroeken van mijn moeder vond ik te gênant voor woorden. Eigenlijk waren ze helemaal niet zo verschrikkelijk, het waren gewoon katoenen slips met een hoge taille, maar ik droeg in die tijd zelf alleen maar strings, broekjes met veel kant en setjes die bij elkaar pasten. Dat mijn moeder van die oma-onderbroeken droeg en ze dan ook nog en plein public aan de waslijn hing… ik gruwelde ervan.

Nu, vijftien jaar later, moet ik toegeven dat er steeds meer degelijke, katoenen slips met een hoge taille in mijn ondergoedlade te vinden zijn. Want die zitten nou eenmaal ontzettend lekker en houden ongewenste rolletjes en flubbertjes een stuk beter in toom dan piepkleine kanten stringetjes. Ik vind het nog steeds leuk om een mooi setje aan te trekken, maar dat is gewoon niet elke dag handig… Dus mam: ik snap nu waarom je zo dol was op je degelijke slips. Ik hang ze alleen níet buiten aan de waslijn, dat gaat me nog steeds te ver.”

‘Nu snap ik dat je je kind wilt behoeden voor verdriet’
Mieke (46): “Het was de zomer waarin ik zestien werd en ik was eigenlijk een heel braaf meisje. Ik vond mezelf ook al heel volwassen en was helemaal in love. Mijn moeder was echter geen fan van Sjoerd. ‘Lieverd, hij is 21, hij werkt niet. Jullie zijn zo verschillend, dat loopt vast niet goed af’, zei ze. Nu ik erop terugkijk moet ik toegeven dat er niet echt een zinnig gesprek met hem te voeren viel, maar ik was jong, hij was razend knap en ik voelde me vereerd dat zo’n stoere gast zijn oog op míj had laten vallen. Dat Sjoerd die zomervakantie niet met ons mee op vakantie mocht terwijl de vriendin van mijn broer wel altijd meeging, vond ik ontzettend oneerlijk.

Toen na thuiskomst bleek dat Sjoerd in mijn afwezigheid was overgestapt op een ander meisje, vond ik dat daar maar één iemand schuldig aan was: mijn moeder. Als zij niet zo moeilijk had gedaan, was dat nooit gebeurd, meende ik. Hoe vaak ik niet woest tegen haar heb geroepen dat ik me later nóóit met het liefdesleven van mijn kinderen zou bemoeien… Lekker ironisch dus, dat ik vorig jaar in min of meer dezelfde situatie belandde met mijn eigen, toen veertienjarige, dochter. Die kwam thuis met een nogal zelfingenomen, ijdel type dat de hele dag alleen maar bezig was met selfies maken.

Een jongen die qua karakter totaal niet bij haar paste, maar die zij zo’n beetje verafgoodde. Ik wilde blij voor haar zijn, maar ik voelde vanaf minuut één aan dat die verkering ging eindigen in een heleboel tranen. Dus deed ik wat ik mijn moeder dertig jaar geleden zo kwalijk genomen had: ik probeerde haar te waarschuwen en gaf haar niet te veel ruimte om hem vaak te zien. En natúúrlijk vond ze dat stom en hadden we er knallende ruzies over. Soms dacht ik dan: ik snap je, schat. Ik weet precíes hoe je je voelt. Maar nu snap ik eindelijk ook hoe mijn moeder zich toen gevoeld moet hebben. Je wilt je kind behoeden voor verdriet. Ik gun mijn dochter alles, maar niet zo’n lamzak. Gelukkig is die inmiddels verleden tijd en ingeruild voor een buurjongen die ik wél heel erg zie zitten.”

Lees alle verhalen in Vriendin 21.