Placeholder

Janneke: ‘Mijn dorpsgenoten en ik kochten een huis voor Syriërs’

Janneke (50) wilde iets doen voor vluchtelingen. Met veertig bewoners uit Easterlittens kocht ze een huis voor de Syrische familie Yasin. Janneke: “Natuurlijk hadden we het geld ook anders kunnen besteden, maar deze keuze geeft veel meer voldoening.”

Janneke (50) wilde iets doen voor vluchtelingen. Met veertig bewoners uit Easterlittens kocht ze een
huis voor de Syrische familie Yasin. Janneke: “Natuurlijk hadden we het geld ook anders kunnen besteden, maar deze keuze geeft veel meer voldoening.”

'Je kunt deze mensen niet zomaar aan hun lot overlaten'

 

Vier maanden geleden is het inmiddels dat Janneke, moeder van drie kinderen, met veertig bewoners van Easterlittens een huis kocht voor de Syrische familie Yasin. Janneke en andere vrijwilligers begeleiden het gezin nog elke dag, zodat ze zo goed mogelijk kunnen integreren in de dorpsgemeenschap. “We doen van alles”, vertelt Janneke. “We helpen de kinderen met schoolwerk, leren ze Nederlands, gaan mee naar de tandarts, huisarts of het ziekenhuis, maken ritjes naar de Voedselbank, winkels en de markt, we passen op de jongsten als de ouders naar taalles gaan, lezen brieven en vertalen die voor ze, doen hun administratie en voeren klusjes uit.” Janneke is vorig jaar om gezondheidsredenen met haar baan als onderwijzeres gestopt en heeft daardoor alle tijd om zich in te zetten voor het gezin. Ook veel 65-plussers uit Easterlittens zijn actief als vrijwilliger. “Een huis kopen is de eerste stap, maar daarna begint de echte hulp pas”, legt Janneke uit. “Je kunt deze mensen niet zomaar aan hun lot overlaten. Probeer je maar eens voor te stellen dat je zelf noodgedwongen uit Nederland zou moeten vluchten en ergens in een dorpje in Syrië terecht zou komen, een plek waar je niemand kent en waar je de taal niet spreekt. Dat is erg moeilijk.”

 

'Dan kom je uit een Syrische wereldstad en loop je ineens in the middle of nowhere'

 

Eerste ontmoeting
De gemeente wees het huis toe aan het Syrische gezin Yasin. Ze woonden eerst in het azc in Oranje en hadden inmiddels een verblijfsvergunning gekregen. Janneke: “We wisten niets van ze. Alleen dat ze vijf kinderen hadden en uit Aleppo kwamen. Met twee vrijwilligers, een tolk en een medewerker van Vluchtelingenwerk zouden we ze opwachten op het kerkplein. Het duurde erg lang voordat we de bus eindelijk de hoek om zagen komen. Later hoorden we dat de familie Yasin per ongeluk een halte te vroeg was uitgestapt. Dat was zo naar voor ze; het was een grauwe herfstdag en dan oogt de polder somber. Ze zullen wel gedacht hebben: wat moeten we hier, waar zijn we nu beland? Dan kom je uit een Syrische wereldstad en loop je ineens in the middle of nowhere. Eenmaal bij ons aangekomen was de eerste ontmoeting een beetje onwennig, maar ik vond ze erg open en vriendelijk. Ze reageerden heel blij op het huis. We hadden ze bewust niet verteld dat we het voor hen gekocht hadden; dat zou ongemakkelijk voor ze zijn. ‘Mooi. Heel mooi’, herhaalden ze steeds. Ze spraken nog vrijwel geen Nederlands of Engels. Via de tolk konden we wel wat vragen, maar toch weet je door die taal barrière niet goed wat ze écht denken en voelen. Ik hoopte maar dat ze het huis daadwerkelijk mooi vonden en ze zich hier snel thuis zouden kunnen voelen. Op die eerste dag hebben we ze rondgeleid door het dorp. ’s Avonds aten we samen met hen en alle vrijwilligers gezellig pizza en soep.”

 

Lees het hele verhaal van Janneke in Vriendin 14.