Placeholder

Gevoel voor kwetsbaarheid

Het aanvoelen van kwetsbaarheid hoef je niet aan te leren, het is aangeboren. Stefanie vindt het mooi om dat binnen haar gezin te merken.

Het aanvoelen van kwetsbaarheid hoef je niet aan te leren, het is aangeboren. Stefanie vindt het mooi om dat binnen haar gezin te merken.

Als mijn zus op bezoek komt, haal ik haar van het station. Ik vraag of ze naar mevrouw Beerda wil, een oude buurvrouw van ons. Haar man is jaren geleden al overleden. Mijn zus heeft contact met de oude vrouw gehouden en neemt mijn aanbod graag aan. Het doet mij ook goed om mevrouw Beerda wat afleiding te kunnen bezorgen. Ze ligt al een jaar in een verzorgingshuis en kan niet meer lopen en praten. Wel blijft zij een herinnering uit de tijd dat alles nog vanzelfsprekend was: ik woonde bij mijn ouders, de buren woonden naast ons en ik wist niet beter dan dat het altijd zo zou blijven.

‘Hier ben ik wel eens geweest,’ zegt Adriana met haar heldere stemmetje. We lopen door de eindeloze gangen, langs veel witte deuren. Het winkeltje brengt wat kleur. Adriana mag daar een kaart voor mevrouw Beerda uitzoeken. Het wordt een lieve groet van een goudhamster.
‘Ik heb haar net naar het balkon gebracht,’ vertelt een zuster, als we naar mevrouw Beerda vragen.

We zien haar in een rolstoel zitten, starend naar het meertje in de verte. Haar haren zijn zichtbaar geknipt. Er ligt een boek met koeienletters erin opengeslagen op het blad van de rolstoel, zo roerloos, dat ik mij afvraag of zij de bladzijden wel zelf kan omslaan.

Verrast kijkt ze ons aan. Mijn zus en ik begroeten haar met een hand en een kus. Adriana volgt uit zichzelf ons voorbeeld. Normaal gesproken kijkt ze de kat uit de boom. Mijn zus ziet het smyrna kussen in de rolstoel liggen. ‘Leuk dat u mijn kussen nog heeft,’ zegt ze.

‘Ik wil wel wat voor haar breien,’ merkt Adriana op. ‘Ik kan niet breien,’ bedenkt ze dan, ‘maar wel een tekening maken met poppetjes en een huisje.’ Ze glimlacht lief en is heel rustig. Ze voelt de kwetsbaarheid van de ouderdom. Dat hoeft ze niet aan te leren. 
Het is niet nodig om veel te praten als je naast een ziek persoon zit, maar ik voel mij toch een beetje opgelaten. Adriana verhelpt dat gevoel.

Als we thuis komen, is Christianne er met Ivy, haar hond. Adriana mag Ivy een stukje kroepoek geven. Voorzichtig pakt de hond het met zijn bek uit haar handje. ‘Bij mij doet ze veel wilder,’ zegt Christianne verwonderd. De hond kijkt naar Adriana, geduldig en rustig. Ze voelt de kwetsbaarheid van het kind.