Placeholder

Eva werd op haar 31e weduwe en vond nieuw geluk

Eva (38) en haar man Frank hadden net een dochter gekregen, toen Frank overleed. Uiteindelijk vond Eva een nieuwe liefde.

Eva (38) en haar man Frank hadden net een dochter gekregen, toen Frank overleed. Uiteindelijk vond Eva een nieuwe liefde. “Frank was weg, maar de liefde tussen ons natuurlijk niet. Die blijf ik voelen, náást die voor Tom.”

Eva: “Als je jong weduwe bent en opnieuw liefdesgeluk vindt, denken veel mensen: gelukkig, nu kan ze haar eerste huwelijk afsluiten en doorgaan. Maar zo werkt dat niet. Ik ben nu al zes jaar heel gelukkig met Tom, maar mijn eerste man Frank maakt óók nog deel uit van mijn leven. Natuurlijk door Georgia, onze mooie dochter, maar ook de liefde die ik voor Frank voelde gaat door. Dat kan ook niet anders. Hij was dan wel opeens verdwenen, maar de liefde tussen ons natuurlijk niet. Die blijf ik de rest van mijn leven voelen, náást die voor Tom.”

Meteen bekeken
“Tot mijn 25ste dacht ik altijd: een vaste relatie? Mij niet gezien. Veel te veel gedoe, vond ik. Maar toen ontmoette ik tijdens een avondje stappen Frank en was het meteen bekeken. Binnen vier maanden woonden we samen. Frank paste perfect bij me: hij was niet op z’n mondje gevallen en kon mij aan: hij hield me tegen als het moest, en kon me een duwtje in de rug geven als dat nodig was.

Bovendien bewonderde ik zijn levensinstelling: hij leefde heel heftig, ging vol voor de dingen die hij wilde. Zo was de spa die hij samen met zijn vader en broers opende tot in de kleinste details uitgedacht. En wilde hij een nieuwe auto? Dan kwam die er, ook al had hij een paar maanden daarvoor al een nieuwe gekocht. Zijn ouders en ik zeggen nu weleens: het lijkt wel alsof hij een heel leven in die 29 jaar heeft willen proppen.”

‘Frank zat in een rolstoel en aan de zuurstoftank. Met de zorg voor Georgia erbij, had ik meteen twee kinderen.’

Ademproblemen
“Frank en ik trouwden en besloten ook: we willen een gezin. Maar tijdens onze huwelijksreis werd hij opeens heel ziek. In de maanden daarvoor had hij al eens geklaagd over kortademigheid en gewrichtspijn, maar in Thailand ging het echt mis. Frank leek elke dag minder goed te kunnen ademen. Hij zei dat het voelde alsof hij een marathon had gelopen en niet meer op adem kwam. Daarbij was hij ontzettend moe. Doodeng om te zien, hij was echt zichzelf niet meer.

Thuis werden we meteen doorgestuurd naar het ziekenhuis. De artsen dachten aan reuma, maar kwamen er maar niet achter wat er dan met zijn longen aan de hand was. In het ziekenhuis in Nieuwegein, waar ze zijn gespecialiseerd in longen, had de arts wel meteen een diagnose en die was verschrikkelijk: Frank had reumatoïde artritis, een vorm van reuma die op zijn longen was geslagen. Daardoor herkende zijn lichaam die longen niet meer en werkte die zijn lichaam uit. Als Frank niet snel in aanmerking kwam voor een dubbele longtransplantatie, zou hij het niet overleven.”

Zwaard van Damocles
“Vanaf dat moment leefden we in een adrenalineroes. Frank lag op de intensive care in Nieuwegein en ik reed elke dag vanuit Amsterdam naar hem toe. Tot hij na twee maanden hoorde: er zijn longen voor je. Frank werd geopereerd en knapte snel op. Eigenlijk kon hij alles weer. Toch was ons leven niet meer hetzelfde. Want we wisten: donorlongen gaan geen leven lang mee. De artsen zeiden tegen ons: ‘Je hebt met deze longen tijd gekocht. Waarschijnlijk vijf jaar en als je geluk hebt tien of vijftien.’

We konden verder, maar het zwaard van Damocles hing boven ons hoofd; het kon elk moment misgaan. Ik vond dat eng en dacht weleens: het gebeurt me toch niet dat hij op een ochtend opeens dood naast me ligt hè? Hij was immers ook heel plotseling zo ziek geworden. Frank accepteerde de situatie sneller. Hij was realistisch en zei: ‘Het is zoals het is. Ik wil doorgaan met leven.’ En dat deden we. We reisden en genoten samen. En we wilden nog steeds dolgraag een kind, ook al was de kans groot dat Frank dat niet volwassen zou zien worden. We wilden – net als anderen – een normaal leven mét een gezin. Gelukkig bleek ik al snel zwanger.”

‘We wilden dolgraag een kind, al was de kans groot dat Frank dat niet volwassen zou zien worden’

Heel veel sirenes
“Frank was dol op Georgia. Hij was zo trots en blij. Hij zei meteen: ‘Ik wil een groot gezin, drie kinderen.’ Ik deelde die wens, maar grapte ook tegen hem: ‘Dan is het wel kiezen: óf je gaat dood als de kinderen nog klein zijn óf pas als je tachtig bent. Want je laat me niet alleen met drie pubers. Dat doe je me niet aan.’ Toen Georgia bijna een jaar was, moest Frank toch nog een keer onder het mes: zijn linkerlongkwab moest worden verwijderd. En daar ging het mis. Frank kreeg complicaties en werd niet meer de oude. Hij zat in een rolstoel en aan de zuurstoftank. De verwachting was dat hij verder zou opknappen, maar dat ging ontzettend langzaam. Ik was net moeder, maar eigenlijk had ik, met de zorg voor Frank erbij, meteen twee kinderen. Ik moest Frank met alles helpen, wat ik natuurlijk met liefde deed.

Op Moederdag, drie maanden na de operatie, had ik afgesproken met een vriendin, met wie ik een bedrijf wilde opzetten. Ik legde Georgia in bed, gaf Frank een kus en liep naar het café waar we hadden afgesproken, vlak bij huis. Frank zou bellen als Georgia wakker was, zodat ik haar uit bed kon halen. We zaten net in de zon aan de koffie toen we sirenes voorbij hoorden komen: politie, brandweer, alles. ‘Zo, daar is echt iets aan de hand,’ zei ik nog. En toen ging mijn mobiel: een anoniem nummer. Toen ik opnam, hoorde ik een oud-collega – ik heb ook bij de politie gewerkt – in paniek: ‘Eva, we krijgen net een 112-melding binnen van Frank. Het is niet goed.’

Ik kon niet geloven dat er iets ernstigs aan de hand was, dan had hij me toch wel gebeld? Toen realiseerde ik me: daar had hij dus de tijd niet meer voor. Ik rende de straat over, nog geen driehonderd meter, maar kwam voor mijn gevoel geen meter vooruit. Bij ons appartement rende net de politie naar binnen, ik werd tegengehouden. Mijn vriendin rende wel mee, maar kwam in no time hoofdschuddend naar me toe: ‘Frank is dood.’ Het eerste wat ik dacht was: oké, dus hij overlijdt niet als hij tachtig is, maar nu al. Nú al. Hoe kan dat nou?”

Reageren?
Heb je net als Eva plotseling een dierbare verloren en wil je daarover vertellen? Mail je verhaal naar post@vriendin.audax.nl.