Placeholder

Nicole: ‘Dankzij mijn zoontje ontdekte ik borstkanker’

Op 4 februari is het Wereldkankerdag en wordt er overal ter wereld stilgestaan bij de ziekte kanker. Nicole (43) kreeg vorig jaar borstkanker en vertelde haar verhaal aan Vriendin. Inmiddels heeft ze haar behandeling achter de rug en kan ze weer écht uitkijken naar het jaar dat voor haar ligt.

Op 4 februari is het Wereldkankerdag en wordt er overal ter wereld stilgestaan bij de ziekte kanker. Nicole (43) kreeg vorig jaar borstkanker en vertelde haar verhaal aan Vriendin. Inmiddels heeft ze haar behandeling achter de rug en kan ze weer écht uitkijken naar het jaar dat voor haar ligt.

Nicole: “Ik was voor mijn gevoel fitter dan ooit. Ik trainde voor de halve marathon, fietste veel op mijn racefiets en had nergens last van. Ik voelde me gewoon goed. Maar op een dag botste mijn zoontje van vier, die Super Mario aan het spelen was, tegen mijn borst aan. Er ontstond een harde plek.

Ik besloot er mee naar de dokter te gaan, maar dacht dat er toch niks aan de hand was. De dokter kon niks ontdekken, maar wilde niemand missen, zei hij. Daarom stond hij erop dat ik een test liet doen in het ziekenhuis. Van tevoren had ik het er nog met een vriendin over en zei ik dat ik me niet kon voorstellen dat er iets was, maar achteraf is dat bezoekje aan het ziekenhuis heel belangrijk geweest. De harde plek in mijn borst bleek borstkanker te zijn.”

De wereld op z’n kop

“Door mijn hele borst bleek ik een voorstadium van borstkanker te hebben. Tenminste, de artsen dachten dat het een voorstadium was. Ze stelden voor om mijn borst te amputeren. Dat was redelijk snel bekend. De artsen verwachtten dat het daarbij zou blijven, dus dat dacht ik zelf ook. Alleen bij onderzoek van mijn weefsel werd bekend dat het geen voorstadium was, maar dat ik al borstkanker had met drie losse tumoren en een uitzaaiing in mijn oksel. Vanaf dat moment stond mijn wereld echt op z’n kop. Ik dacht na de operatie aan mijn borst klaar te zijn, maar toen bleek ik alles te moeten hebben: bestraling, chemotherapie en hormoonpillen.

De bestraling werd meteen gepland. Toch wilde ik nog met mijn gezin op vakantie, want dat was er dat jaar al niet van gekomen. Ik had het daarom zo ingedeeld dat als mijn kinderen vakantie hadden, de bestraling klaar was. Maar op de dag voordat de bestraling zou beginnen, kreeg ik een ontsteking aan mijn borst: de borst die was weggehaald en waarvoor ik een reconstructie heb gehad. Ik moest vier weken antibiotica slikken om de ontsteking weg te krijgen. De bestraling werd daardoor een maand uitgesteld.

Daarna mocht ik er eindelijk aan beginnen: drie weken elke dag, zestien bestralingen van elk een kwartier. ’s Ochtends vroeg ging ik naar het ziekenhuis, elke dag opnieuw. Gelukkig had ik er weinig last van en heb ik veel leuke dingen kunnen doen. Daarna begon ik met de chemotherapie, vanaf september. Op maandag ging mijn kind voor het eerst naar groep drie en op dinsdag begon ik aan de chemo.”

Lees ook: Zo herken je borstkanker: ‘Alleen voelen is niet genoeg’

Blijven bewegen

“Ik moest acht chemokuren, die in totaal vier maanden duurden. Dat was zwaarder dan de bestraling. De eerste twee maanden was ik de week na de chemokuur echt ziek en moe, niet in mijn beste doen. Na vier kuren ben ik langere tijd ziek geweest en had ik er ook koorts bij. Ik ben op dat moment echt mijn bed niet uit geweest. De tweede helft ging gelukkig beter.

Wat mij ontzettend hielp, was bewegen. Elke dag ging ik naar buiten, ook al was ik ziek of voelde ik me misselijk. Ik ging wandelen en deed twee keer in de week fysiotherapie en krachttraining. Mijn conditie is daardoor, ondanks de chemo’s, nog steeds redelijk. Mijn zus sleepte me mee voor een rondje wandelen en ook andere familieleden en vrienden hielpen me naar buiten. In het ziekenhuis vertelden ze me dat dat alleen maar goed is, want dan verspreidt de chemokuur zich beter door je lichaam en gaat het er daarna ook weer sneller uit.”

Haar eraf

“In het begin wilde ik nog wel dingen plannen, maar op een gegeven moment merkte ik dat dat niet meer ging. Ik moest steeds kijken waar ik die dag de kracht voor had. Normaal gesproken ben ik heel actief en heb ik een druk sociaal leven, dus het was raar om dat ineens allemaal stil te moeten leggen. Er zaten dagen tussen dat ik bijna de hele dag op bed lag omdat ik me zo slecht voelde, maar dan voelde ik me vaak nog slechter als ik wel mijn man en kinderen beneden of buiten hoorde. Of dat zij naar een verjaardag gingen en dat ik dan thuis zat. Vreselijk vond ik dat.

Hoe dan ook had ik van het begin af aan de overtuiging dat ik er doorheen ging komen en er niet dood aan zou gaan. Ik denk altijd: ik kan er nu heel moeilijk over gaan doen en constant denken aan hoe vreselijk het is, maar ik moest er toch doorheen. Ik was en ben altijd heel positief en dat hielp me. Tuurlijk had ik momenten dat ik baalde, bijvoorbeeld toen mijn haar eraf ging.

Op een donderdag had ik het kortgeknipt, samen met de kinderen. Ik vond het goed om ze daarbij te betrekken. Die zaterdag kon ik er echt plukken uit trekken, dus toen hebben we het er met de tondeuse helemaal afgehaald. De kinderen waren op dat moment heerlijk relativerend. Ik was kaal en verdrietig, maar zij moesten lachen en zeiden: je lijkt op opa! Ze waren er heel snel aan gewend. Soms liep ik thuis met petje, soms zonder, maar dat maakte niks uit. Mijn dochter was in staat om op straat gewoon mijn pruik eraf te trekken. Dan zei ze: ‘Het maakt toch niet uit, iedereen weet het toch!’”

Lees ook: Anneke: ‘Nooit gedacht dat ik na de borstkanker nog moeder zou worden’

Mand vol cadeautjes

“De hele periode heeft me echt doen beseffen hoe belangrijk familie en vrienden zijn. Tijdens mijn chemoperiode vanaf september kreeg ik elke dag cadeautjes. De eerste maand kreeg ik een mand van mijn vriendenkring uit de omgeving, de tweede van vrienden uit Groningen, de derde van allerlei mensen uit mijn dorp en de vierde van mijn familie.

Vier maanden elke dag een cadeautje: dat heeft me er, zeker op momenten dat ik me niet goed voelde, echt doorheen gesleept. Ook alle bossen bloemen en kaartjes gaven mij het fijne gevoel dat er mensen waren die met me meeleefden. Vriendinnen vonden dat ze zo weinig voor me konden doen, dus die waren blij als ik om hulp vroeg. Af en toe gingen ze mee naar het ziekenhuis, zorgden ze voor de kinderen of brachten ze wat eten. Ik was tenslotte ineens iemand van hun eigen leeftijd die kanker kreeg. Dat is heel confronterend.”

Dankbaar

“Inmiddels ben ik een paar weken van de chemo’s af. Het zit nog wel in mijn lichaam en ik heb nog wat bijwerkingen, maar ik ben heel erg opgelucht en blij dat het klaar is. Natuurlijk blijft het spannend of het ook echt weg is en blijft, dat wel. Maar ik ga lekker door met mijn leven, blijf leuke dingen doen en ga vooral ook vakanties plannen voor dit jaar.

Deze ziekte heeft me met mijn neus op de feiten gedrukt. Gezondheid is zo belangrijk. Ik moet en wil nu genieten van het leven. Ik was altijd al dankbaar voor kleine dingen en genoot van mijn gezin en vrienden, maar dit heeft het nog meer versterkt. Ondanks dat ik ziek ben, voel ik me nog steeds heel gelukkig en gezegend. Het is heel raar dat je juist op zo’n moment beseft dat je heel veel hebt om dankbaar voor te zijn. Er is alleen maar meer gebleken hoe veel geluk ik heb met mijn naasten.”