Placeholder

4 trotse mbo’ers: ‘Wij zijn keihard nodig’

Gisteren was de eerste officiële start van het mbo-jaar. Koning Willem-Alexander was gisteren bij ROC Tilburg om docenten en docenten toe te spreken: ‘Mbo’ers zijn keihard nodig.’ Vriendin sprak vier vrouwen uit de mbo-sector.

Gisteren was de eerste officiële start van het mbo-jaar. Koning Willem-Alexander was gisteren bij ROC Tilburg om docenten en docenten toe te spreken: ‘Mbo’ers zijn keihard nodig.’ Vriendin sprak vier vrouwen uit de mbo-sector.

Normaal wordt alleen het academische jaar geopend. De koning maakt zich zorgen over het tekort aan stageplekken voor mbo-studenten. En dat terwijl vakvrouwen en -mannen zo hard nodig zijn. Koning Willem-Alexander vindt daarom dat we het mbo als samenleving moeten omarmen. We spraken vier vrouwen die juist heel blij zijn met hun beroepsopleiding.

Anika (28), werkt als pedagogisch medewerker op een kinderdagverblijf

“‘Dat is toch geen studie?’ zeiden mensen als ik vertelde dat ik de mbo-opleiding Sociaal Pedagogisch Werk (SPW, niveau 3) deed. In onze maatschappij tel je pas mee als je hbo of wo doet. Erg jammer, want in het onderwijs, maar ook in de bouw, zorg en ICT zijn mensen keihard nodig. Mbo’ers zouden in plaats van leerlingen of deelnemers ook studenten genoemd moeten worden. Met die titel hebben ze dan ook recht op korting bij bezienswaardigheden. Mijn man heeft rechten gestudeerd. Als we samen een museum bezochten, kon hij vrolijk met zijn studentenpas zwaaien en voor een prikkie naar binnen. Ik niet – dat vond ik heel frustrerend.

Prima op mijn plek
Mijn opleiding SPW duurde drie jaar. Ik leerde praktische zaken, bijvoorbeeld hoe je een baby moet verschonen, maar ook hoe de ontwikkeling van een kind verloopt. Ik liep twee stages op een kinderdagverblijf en kreeg daar na mijn studie een baan. Acht jaar later, in 2016, heb ik een vervolgopleiding gedaan voor gespecialiseerd pedagogisch medewerker: SPW, niveau 4. Daar ben ik trots op. Ik heb me ontwikkeld en zou nu de groep kunnen overnemen als mijn leidinggevende uitvalt. Ook biedt het de mogelijkheid om de hbo-opleiding Pedagogiek te gaan volgen, mocht ik het niet meer naar mijn zin hebben op het kinderdagverblijf. Voorlopig zit ik hier prima op mijn plek.

Waardering 
De afgelopen jaren heb ik de twee kinderen van mijn broer in mijn groep gehad. Mijn broer heeft zich nooit denigrerend uitgelaten over mijn werk, maar volgens mij had hij net als veel mensen wel wat vooroordelen. Bijvoorbeeld dat crècheleidsters weinig hoeven te doen, alleen een beetje spelen met kinderen. Hij was verrast toen hij zag hoeveel mijn werk inhoudt: ik verzorg de kinderen, leer ze normen en waarden en probeer ze een goede basis te geven. Dat vond hij knap. Ik vond het fijn om die waardering van hem te krijgen. Hopelijk komt dat begrip ook snel bij de rest van Nederland.”

Michelle (30), werkt als verpleegkundige longgeneeskunde

“Mensen hebben soms de indruk dat het mbo-onderwijs vrij chaotisch is. Dat snap ik wel, want er zijn vier niveaus en die verschillen behoorlijk van elkaar. Zo heeft mijn broertje Metaaltechniek gedaan (niveau 2) en waren de leerlingen daar minder gemotiveerd vergeleken met niveau 4, dat ik heb gedaan. Ook waren de lessen minder theoretisch.

Goede basis
Ik vind dat een mbo-opleiding je een prima basis geeft voor veel belangrijke beroepen. Zelf ben ik op mijn 23ste gestart met de studie Verpleegkunde, nadat ik een paar jaar in de horeca had gewerkt. Het idee om de zorg in te gaan ontstond toen mijn moeder in 2007 ernstig ziek werd. Ik bezocht haar dagelijks in het ziekenhuis en zag hoe waardevol het werk van verpleegkundigen is. Je geeft persoonlijke aandacht en zorgt ervoor dat een patiënt weer naar huis kan gaan. In het begin van mijn opleiding leerde ik basishandelingen, zoals het aanbrengen van een infuus. Het tweede jaar bestond uit één lesdag en vier dagen praktijk: ik werkte op verschillende afdelingen in het ziekenhuis om mij breed te oriënteren. Als specialisme heb ik uiteindelijk Longgeneeskunde gekozen. De ziektebeelden van longpatiënten lopen erg uiteen, van een longontsteking en COPD tot longkanker. Op andere afdelingen heb je die variatie ook, maar ik vind het verschil bij Longgeneeskunde het grootst, en dat maakt het werk heel divers.

Andere werkwijze
In 2015 ben ik afgestudeerd en sindsdien werk ik als verpleegkundige Longgeneeskunde in het ziekenhuis in Venlo. Ik begeleid ook laatstejaars studenten van het mbo én hbo. In hun werkwijze merk ik veel verschil. Zo tellen de eindverslagen van hbo’ers vijftig pagina’s, terwijl ik bij mbo-studenten maar twintig kantjes hoef te lezen. En een hbo’er duikt de boeken in om te achterhalen wat een klacht veroorzaakt, terwijl een mbo-student zich vooral afvraagt: hoe voelt de patiënt zich? Voor beiden manieren van aanpak is iets te zeggen. Zelf wil ik in de toekomst de hbo-opleiding Bachelor of Nursing gaan volgen. Zo kan ik ook op de Spoedeisende Hulp of intensive care werken en ben ik zowel praktisch als theoretisch geschoold: wat mij betreft de perfecte combinatie.”

Sandra (31), werkt als goudsmid en sieradenontwerpster

“Na het vwo ging ik Industrieel Ontwerpen studeren aan de Technische Universiteit (TU) Delft. Ik vind het leuk om dingen te ontwerpen en ze daarna zelf te maken. In het derde jaar van mijn opleiding werd de werkplaats helaas wegbezuinigd. Van veel ontwerpen werden de eindproducten gemaakt in fabrieken, voor de massaproductie. Dat vond ik jammer: ik wilde graag zelf aan de slag. Daarom besloot ik naast mijn universitaire studie deeltijd de mbo-opleiding Goudsmeden te gaan doen. Dat doe ik er wel even bij, dacht ik. Over het algemeen ligt het niveau op het mbo namelijk lager dan op de universiteit. Maar al snel kwam ik erachter dat de eisen voor bijvoorbeeld technische vaardigheden erg hoog lagen. Voor mijn eerste zaagopdracht kreeg ik een 5,5…

Ondergewaardeerd 
In Nederland word je veelal beoordeeld op je denkvaardigheden: als je veel kennis hebt, ben je slim. Praktische vaardigheden worden vaak ondergewaardeerd. Dankzij mijn mbo-opleiding weet ik dat dat onterecht is. Als je praktisch geschoold bent, ben je evengoed slim – je beschikt over een ander soort intelligentie. Ook heb ik op het mbo geleerd meer te vertrouwen op mijn kunnen. Ik ben iemand die veel analyseert, maar de docenten zeiden: ‘Niet te lang nadenken, gewoon doen.’ Zo leerde ik bijvoorbeeld hoe je een scharnier in een armband maakt en bleef ik dat oefenen, tot ik het onder de knie had. Ik maakte alles zelf – van ontwerp tot eindproduct. Dat maakte de opleiding heel leuk.

Iets betekenen voor iemand
In 2012 ben ik op beide studies afgestudeerd en ben ik vlak daarna mijn bedrijf Lasand Jewellery gestart. Ik ben gespecialiseerd in trouw- en verlovingsringen. Het is mooi om iets tastbaars te maken dat bovendien veel voor iemand betekent. Ik ben blij dat ik de opleiding Goudsmeden heb gevolgd. Aan alle jongeren die een mbo-studie overwegen, zeg ik: ‘Ga ervoor! Voel je niet minderwaardig, want onze maatschappij kan niet zonder mensen die technisch geschoold zijn.’”

Suzanne (30), werkt als audicien

“Na het behalen van mijn vmbo, op mijn vijftiende, wist ik niet wat ik wilde worden. Ik besloot te gaan reizen en trok door Amerika en Europa. Onderweg had ik bijbaantjes om mijn reis te betalen. Tussendoor was ik steeds een paar weken thuis, maar na vijf jaar kwam ik voorgoed terug. Toen had ik echter nog steeds geen idee wat ik wilde gaan studeren…

Doorleren
Bij de hoorwinkel Beter Horen zochten ze iemand om klanten te ontvangen. Dat leek me wel wat, en ik werd aangenomen. Ik kwam terecht in een leuk team en mocht niet alleen contact leggen met klanten, maar ook kleine reparaties uitvoeren aan hoortoestellen. Ik had geen verstand van het gehoor, maar met een korte uitleg lukte het. Na een jaar bood het bedrijf me een vast contract aan en kreeg ik de mogelijkheid de mbo-opleiding tot audicien te volgen.

Geen twijfel 
Ik twijfelde geen moment, want ik zag hoeveel mijn collega’s voor klanten betekenden. Als je niet meer hoort, kun je niet communiceren. Het leek me mooi er zelf voor te kunnen zorgen dat mensen weer kunnen horen. De mbo-opleiding Audicien duurt drie jaar. Naast technische vakken zoals natuurkunde, waarbij ik veel leerde over het gehoor, leerde ik ook over gesprekstechnieken met klanten. Bijvoorbeeld dat je langzaam moet praten met slechthorenden en dat je hulpmiddelen kunt gebruiken, zoals een hoofdtelefoon, waarmee mensen geluiden beter kunnen waarnemen. In 2014 ben ik afgestudeerd. Nu ik een mbo-opleiding op zak heb, kan ik doorstromen naar het hbo.

Sinds twee jaar ben ik bedrijfsleider en ik begin volgend jaar aan de hbo-studie Commerciële Economie om mijn kennis te verbreden. Het is jammer dat mbo’ers in onze maatschappij een beetje worden weggeschoven. Ik vind het juist een meerwaarde dat je eerst het mbo kunt doen en daarna kunt doorstromen naar het hbo. Des te breder is je kennis.”