Lees de korte thriller 'De ceremoniemeester' door Inge Spaan

Lees de korte thriller ‘De ceremoniemeester’ door Inge Spaan

In Vriendin 20 riepen we jullie op om je zelfgeschreven zomerse thriller in te sturen. Dat hebben we geweten! De BookSpot Gouden Strop-jury koos dit verhaal van Inge Spaan. Lees en huiver!

In Vriendin 20 riepen we jullie op om je zelfgeschreven zomerse thriller in te sturen. Dat hebben we geweten! De BookSpot Gouden Strop-jury koos dit verhaal van Inge Spaan. Lees en huiver!

De jury over De ceremoniemeester

Presentatrice Anniko van Santen: “Dit verhaal steekt wat mij betreft met kop en schouders uit boven de andere verhalen. Best knap om in zo weinig woorden zo veel losse hints te strooien die aan het eind bij elkaar komen.”

Thrillerauteur Peter Römer: “Op subtiele wijze krijg je als lezer al snel het gevoel dat iets helemaal fout gaat lopen. Er worden hints gegeven, maar nergens liggen die er te dik bovenop. De uiteindelijke ontknoping komt als een verrassing.”

Vriendin’s boekenredacteur Ella Mae Wester: “Inge Spaan bouwt de spanning vanaf de eerste zin vakkundig op, en ze laat je als lezer niet meer los. Inge schreef een verhaal dat je bijblijft.”

Over de schrijfster

Inge Spaan (38) schreef De ceremoniemeester speciaal voor de verhalenwedstrijd van Vriendin in samenwerking met BookSpot Gouden Strop. Ze heeft met haar man Marco een accountantskantoor en samen hebben ze twee dochters, Isabel (9) en Rosalie (8).

Inge: “Als kind en tiener schreef ik al graag, maar ik deed er eigenlijk nooit meer iets mee. Tot mijn dochters mij een spiegel voorhielden en ik mijn creativiteit opnieuw ontdekte. In 2018 heb ik me daarom ingeschreven bij de Schrijversacademie. Sinds kort werk ik een halve dag minder, want ik wil meer tijd aan schrijven besteden.

Het is zo leuk om te schrijven, om zelf te kunnen verzinnen wat er in een verhaal gebeurt en om de spanning op te bouwen. Ik heb serieus weleens al schrijvend mijn adem ingehouden omdat bijvoorbeeld mijn hoofdpersoon niet ontdekt mocht worden. En als ik daarna teksten aan anderen laat lezen, is het geweldig om te merken dat mensen je hints oppikken, en dús de verkeerde kant op denken.

Ik heb inmiddels al een manuscript voor een thriller geschreven en naar een aantal uitgeverijen gestuurd. Ik hoop dan ook dat mijn boek Oververhit binnenkort wordt uitgegeven. Dus dat ik met mijn verhaal De ceremoniemeester deze schrijfwedstrijd heb gewonnen, is een grote aanmoediging. Dit had ik nooit durven dromen, wat ontzettend gaaf!”

Wil je weten hoe het nu met Inge gaat? Wij interviewden haar over het succes

De ceremoniemeester – het verhaal

Jim vertraagt zijn pas alsof hij daarmee het moment kan uitstellen. Een bruiloft, een tuinfeest nota bene, waar hij haar familie zal ontmoeten. Een slechtere invulling van zijn vrije weekend kan hij niet bedenken.
Had dat nichtje niet in november kunnen trouwen? In zijn nek voelt hij een straaltje zweet een weg naar beneden zoeken. Hij blaast een haarlok van zijn voorhoofd. Femkes haar zit perfect. Ze is naar de kapper geweest. Hij had het direct gezien en haar een compliment gemaakt. Ze bloosde ervan. Ze heeft het niet met zo veel woorden gezegd, maar hij weet dat ze er rekening mee heeft gehouden. Het is ook goed zo, de bruine kleur past beter bij haar. Hij ademt een keer diep in en trekt even aan de lange mouwen van zijn overhemd, dat aan zijn zweterige polsen blijft plakken.
“Ik zei toch dat je korte mouwen aan moest doen”, zegt Femke zonder achterom te kijken. Hij zwijgt en in gedachten wrijft hij over het litteken op zijn onderarm.

De rij voor het bruidspaar is lang. Jim schat dat er nog meer dan honderd wachtenden voor hen zijn. Als hij met Femke trouwt, doet hij dat in het buitenland. Met twee onbekende getuigen, toevallige voorbijgangers op het strand, niemand die ze kennen hoeft erbij te zijn; ze hebben genoeg aan elkaar. Onder de stralende zon, zonder een teveel aan kleding en met hun blote voeten in het zand.
“Kijk, daar is Mariëlle.” Femke wijst naar de hoek van de tuin waar lange tafels staan opgesteld, nu nog bedekt met alleen witte tafellakens en grote vazen met paarse bloemen. Mariëlle, de zus van de bruid, de ceremoniemeester, het knappe nichtje van Femke. Femke had veel over haar verteld en op haar mobiel een foto van hen samen laten zien. De foto was een half jaar geleden op een festival gemaakt en behalve Femke en Mariëlle hadden er drie mannen in de camera gekeken. Alle drie deden ze hun uiterste best indruk te maken op Mariëlle, maar na twee heftig stukgelopen relaties had zij voorlopig geen behoefte aan mannelijke aandacht.
“Waar dan?” Maar terwijl hij het uitspreekt, ziet hij haar. Natuurlijk is zij het. Alsof zijn blik met secondenlijm op haar lichaam is bevestigd, draait hij zijn hoofd mee in haar looprichting. Haar bos vuurrode krullen deint mee op het ritme van haar passen. Hij houdt zijn adem in. Ze stopt bij een barbecue.
“Kom je?” De rij is een halve meter korter geworden en hij zet een pas naar voren. Haar benen. De blanke huid die onder het zomerjurkje reikt tot aan de bijpassende blauwe schoentjes. Zonder hem aan te raken, weet hij hoe hij voelt. Gladde en zachte huid, egaal en soepel. Perfect.
“Jim?” Femke kijkt hem vragend aan.
Femke. Voor haar houdt hij vol. Geen nieuwe vrouwen meer. Dat is verleden tijd. Hij pakt haar hand en knijpt er in. Harder dan zijn bedoeling is.

Het is al schemerig als Jim een nieuw glas wijn van het dienblad pakt. Het is zijn achtste. Hij zou denken dat hij licht wordt in zijn hoofd, hoewel dat eigenlijk niet kan, hij was vroeger meer en sterker gewend. Hij zet een voet op het pad dat naar het terras leidt, maar vrijwel meteen draait hij om. Op het terras staat Femkes moeder en een eenmalig kruisverhoor is voorlopig voldoende. Ze leek tevreden met zijn antwoord dat hij voor zijn baan als projectleider bij een internationaal bedrijf regelmatig in het buitenland verblijft. Vandaar dat Femke en hij elkaar minder vaak zien dan ze zouden willen. Elke twee weken is hij het weekend in Nederland. Maar het eind is in zicht: aan het eind van deze maand is de reeks projecten waarvoor hij verantwoordelijk is, afgerond en werkt hij voorlopig weer in Nederland.
Jim loopt een klein stukje over het grasveld in de richting van de barbecue. De nog gloeiende kolen lichten op en steken af tegen de lucht die steeds donkerder wordt. Hij blijft even staan en sluit zijn ogen. Hij snuift de geur zo diep mogelijk in: de rokerige geur van kolen en schroeiende restanten vlees. Er ligt een verkoolde hamburger op de grill waar je tanden van afbreken als je erin zou bijten. De kunst van het onderscheiden van de verschillende geuren van vlees is hij nooit verleerd. Van meters afstand kan hij vertellen welk soort er op het rooster ligt. Rood vlees is zijn favoriet, altijd al geweest. Rood vlees met een nog net niet verkoold randje.

Zijn gedachten worden onderbroken door de stemverheffing van een vrouw die verderop met een man in discussie is. Hij is te ver van het tweetal verwijderd om hen te herkennen. Er zijn al veel gasten vertrokken en eigenlijk zou hij ook moeten gaan. Negen uur was de afspraak, het is al half elf. Dan ziet hij het. Natuurlijk. Die benen. De ceremoniemeester in gesprek met een man van het formaat kleerkast. Het verbaast hem niet: ze kan dan geen behoefte hebben aan mannelijke aandacht, dat wil niet zeggen dat haar mannelijke tegenspelers zich daar iets van aantrekken. Zou hij er zich iets van aantrekken als hij daar stond? Hij stelt zich voor hoe het is om haar aan te raken. Met zijn vingertoppen haar polsen te strelen en ze via de binnenkant van haar armen langzaam naar haar schouders te laten gaan. Zijn wijsvinger zou als eerste bij het bandje van haar jurk komen en er behendig onder schuiven. Wat zou ze doen? Een stap dichterbij hem komen? In zijn ogen willen kijken? Hij zou niet terugkijken, zijn blik zou gevestigd blijven op haar gladde, egale huid. De huid die hij wil proeven met zijn lippen, heel voorzichtig eerst.
Hij schrikt van Mariëlles stem. Hij zou zweren dat ze riep dat die vent haar met rust moet laten. Wordt ze lastiggevallen? Haar stem slaat over. Is het wanhoop wat hij hoort? Kleerkast pakt haar bij haar arm. Die lichte, egale huid. Kleerkast raakt haar aan, hij wel.
Geen nieuwe vrouwen meer, herhaalt hij als een mantra in zijn hoofd.
Mariëlle probeert duidelijk van de kleerkast weg te komen en dan weet Jim wat hij moet doen.

Femke kust haar moeder gedag. “Ik ga Jim zoeken en dan gaan we. Ik zie je snel.”
“Het was leuk hem te leren kennen, Fem. Volgens mij zag ik hem even geleden op het gras daarginds.” Haar moeder wijst in de richting van waar Femke eerder die avond de lekkerste hamburger sinds tijden heeft gegeten.
“Ik kijk wel even.” Ze zwaait nog en loopt naar de aangewezen plek, maar het ziet er stil en verlaten uit. Op het gras ligt her en der afval: een servetje, een kapotte ballon, vlak achter de barbecue zelfs een verloren schoen, maar er zijn geen gasten meer te bekennen. Femke blijft staan en kijkt nog eens goed. “Hè?” Ze zegt het hardop, niet tegen iemand in het bijzonder. Ze klaagt weleens dat haar zicht in het donker niet zo heel geweldig is, maar ze zou zweren dat in die schoen een voet zit. Met daaraan een stukje been, meer kan ze niet zien. Het blauwe schoentje kan maar van één iemand zijn.
“Mariëlle?” Femke is met drie grote passen bij de barbecue. “Mariëlle, wat is…”
Haar gil moet tot het einde van de straat te horen zijn. Femke blijft als versteend staan, haar handen om haar gezicht gevouwen, zonder dat die het gegil kunnen dempen. Haar ogen zijn groot en blijven gericht op het lichaam dat doodstil op de grond ligt, het hoofd opzij gevallen. Beide armen zijn besmeurd met bloed, lappen huid lijken los aan haar ledematen te hangen. De blauwe stof van haar jurk is gescheurd en de zwarte vegen erop geven het geheel een gruwelijk aanzicht.
Ze zakt op haar knieën. Een krappe seconde registreert haar verstand dat er kippevel op haar huid verschijnt. Haar blik blijft op Mariëlles lichaam gevestigd. Achter zich hoort ze stemmen, mensen die roepen dat er een ambulance gebeld moet worden. Ze heeft niet eens gemerkt dat ze niet meer alleen is. Die mensen moeten op haar gil zijn afgekomen. Ze wil dichter naar Mariëlle kruipen, maar wordt naar achteren getrokken. Een misselijk gevoel komt in haar op.
“Zou ze dood zijn?” hoort Femke achter zich iemand vragen. Het is het laatste zetje dat haar maag nodig heeft om de inhoud naar buiten te werken. De zure geur van braaksel kan de geur van schroeiend vlees niet verdringen. Ze veegt met de rug van haar hand over haar mond. Een spoor van slijm vermengt zich met tranen.
In de verte klinken sirenes, mensen praten over brandwonden, een ongeluk met de barbecue. Hoe lang zit ze hier al? Waarom doet niemand iets?
“Drink even wat. Hier, water.”
“Jim?” Femke draait zich om en pakt het glas water van haar moeder aan. “Mariëlle…”
“Ze brengen haar naar het ziekenhuis. De ambulance is een kwartiertje geleden vertrokken.”
Femke antwoordt niet. Haar blik is gericht op de laatste gasten die buiten lopen, maar ze ziet ze niet. Op haar netvlies staat het beeld van Mariëlles gewonde lichaam gebrand. Ze is bang nooit meer iets anders te zien.
“Ik zal Jim halen, vragen of hij je naar huis brengt.”
Femke haalt haar schouders op.
“Weet je waar hij is?”
Weer haar schouders.
“Wat is zijn nummer, dan bel ik en zeg dat we binnen zitten. Hij moet buiten ergens rondlopen.”
Zonder zich te verroeren noemt Femke tien cijfers. Zou de ambulance het ziekenhuis al bereikt hebben? Ze haalt het toch wel? Ze knijpt met haar ogen en voelt nieuwe tranen over haar wangen rollen.
“Dit nummer lijkt niet in gebruik. Klopt het wel?”
Voor de derde keer haalt Femke haar schouders op.

Jim kijkt door het raam, maar registreert niets van hetgeen waaraan hij voorbij rijdt. Hij is de enige in de coupé. Hij pakt zijn mobiel en opent de nieuwsapp nog een keer. Ah, daar staat het al:

SLAAT DE ‘GRILLMASTER’ OPNIEUW TOE TIJDENS PROEFVERLOF?
Op zondag 18 juni 2019 is een 30-jarige vrouw op een bruiloftsfeest mishandeld met gloeiende houtskolen. De vrouw is met spoed naar het ziekenhuis gebracht en is buiten levensgevaar.

De politie is op zoek naar Thomas H., die mogelijk in verband wordt gebracht met deze mishandeling. Thomas H. werd in 2004 veroordeeld tot 15 jaar tbs met dwangverpleging voor zware mishandeling van 9 vrouwen door ze te verminken met gloeiend houtskool. Opvallend detail was dat het 9 roodharige vrouwen betrof. De ‘Grillmaster’, zoals H. destijds werd genoemd, genoot de afgelopen 3 maanden eens per 2 weken een weekend proefverlof en zou eind van deze maand vrijkomen.

H. had zich vanavond om 21.00 uur weer moeten melden in de kliniek waar hij verbleef. Van H. ontbreekt op dit moment nog elk spoor.

De politie vraagt u uit te kijken naar Thomas H. en uw tips en informatie direct te melden. U wordt nadrukkelijk geadviseerd Thomas H. niet zelf te benaderen, maar met spoed de politie te bellen als u hem ziet.

De trein rijdt station Almere binnen. Thomas kijkt op zijn horloge: het is bijna middernacht. Hij staat op en neemt alleen zijn jas mee.

Vanaf het station is het ongeveer vijf minuten lopen naar de kliniek. “Een paar uur te laat en dan meteen zo aangebrand reageren”, mompelt hij.