Vrouw (26)

Ingrid: ‘Mijn man heeft een geheime dochter bij zijn minnares’

Dat haar man Frans (43) is vreemdgegaan, heeft Ingrid (42) hem vergeven. Maar dat er uit die roekeloze nacht een kind is geboren, daar is ze kapot van. “Het lukt me bijna niet om Frans aan te kijken zonder pijn te voelen.”

Vreemd gegaan

“Toen Frans me twee jaar geleden opbiechtte dat hij tijdens carnaval vreemd was gegaan met een vrouw uit ons dorp en twee keer met haar het bed had gedeeld, kon ik hem dat zonder al te veel drama’s vergeven. Ik moest echt wel even slikken toen ik het hoorde en heb er ook best een traantje om gelaten, maar Frans ging flink door het stof, toonde spijt en bezwoer me dat het puur door de drank kwam. Hij was niet verliefd op die vrouw en wilde mij niet kwijt. Het was pijnlijk, maar hier kwamen we samen sterker uit, dacht ik. Frans en ik spraken veel en gek genoeg maakte de gebeurtenis ons closer. We spraken hardop naar elkaar uit dat we van elkaar hielden en voor elkaar door het vuur zouden gaan. Dat goede gevoel veranderde toen die vrouw een paar weken later belde met een mededeling. Negen maanden later werden we nog eens met het gevolg van Frans’ onbezonnen actie geconfronteerd: Saar, zijn buitenechtelijke dochter.”

Frans en ik kennen elkaar van de middelbare school en uit de straat. Hij zat één klas boven mij, bij mij broer. Frans kwam regelmatig bij ons thuis. En ja, hoe gaat dat, ineens hadden we verkering. Hij zestien, ik vijftien jaar. We hebben elkaar nooit meer losgelaten. Ons leven verliep heel gemoedelijk. We maakten onze school af, vonden een baan, gingen samenwonen in ons geboortedorp, kochten er ons eerste en later het tweede huis en er kwamen twee kinderen: Simone is nu zestien en Joris veertien. Elke vakantie trokken we vier weken met de tent naar Frankrijk. Frans werkt in het onderwijs en ik werk parttime bij een supermarkt en we hebben veel vakantiedagen. Heel luxe. Er gebeurde verder niet veel spannends. Het leven kabbelde rustig voort. Geen grote hoogtepunten, gelukkig ook geen noemenswaardige dieptepunten. Allebei onze ouders leven nog, het ergste verlies was de dood van onze bouvier Sam. We waren domweg gelukkig samen.”

Teleurgesteld

“Dus toen Frans me opbiechtte dat hij tijdens carnaval vreemd was gegaan met een vrouw uit het dorp, schrok ik wel, maar ik wist meteen dat we hier samen uit zouden komen. Ons huwelijk kon tegen een stootje. De basis was stevig. Frans en ik waren maatjes en hadden een prima seksleven, ik wist dat hij niet op zoek was gegaan naar iets wat hij thuis niet kon krijgen, maar dat het puur spanning voor hem was, gemixt met lust en alcohol. Twee jaar geleden was ik met carnaval de tweede en derde dag niet lekker geweest. Een heftige migraineaanval met spugen hield me aan huis gekluisterd. Frans liet ik lekker zijn gang gaan. Beide dagen stommelde hij pas om vijf uur ’s morgens het huis binnen, maar dat deerde me niet. Ik zag daar geen kwaad in. Meestal zak ik zelf ook altijd door tijdens die feestweek. Maar ik weet nu dat hij linea recta van het huis van Marianne kwam, de vrouw met wie hij twee nachten seks had. Een vrijgezelle vrouw, achter in de dertig. Iemand die we vaag kennen van de tennisvereniging. Ze wist dat Frans gebonden was, maar ja, met carnaval is iedereen wat losser. Natuurlijk was ik wel boos op Frans, en teleurgesteld, ik ben ook maar een mens. Maar ik veroordeelde hem niet. Ik riep niet, zoals je vaak hoort, dat ik hem het huis uit zou gooien. Onbewust heb ik altijd rekening gehouden met dit scenario. Als je echte schoolliefjes bent en heel jong al samen bent, dan is het bijna een utopie om te denken dat je nooit een misstap zult maken. We hebben er een paar avonden goed over gesproken en voor mij was het allerbelangrijkst dat Frans me direct verzekerde dat de slippertjes helemaal niets te betekenen hadden en dat hij mij echt niet kwijt wilde. Die zekerheid was voldoende om op dezelfde voet verder te gaan.”

Kapot

“Alles veranderde toen Frans een paar weken later werd gebeld door deze Marianne. Ze moest iets heel belangrijks met hem bespreken, of hij even langs wilde rijden. ‘Nee,’ had Frans gezegd, ‘kom jij maar naar ons toe.’ Dat wat zij te bespreken had, mocht ze met ons allebei delen. Hij had geen geheimen meer voor mij. Op dat moment durfde ze niet langs te komen, maar ze vond het goed dat hij haar op de speaker zette van zijn mobiele telefoon, zodat ik ook kon horen wat ze te vertellen had. En ja, ik voelde de grond wel onder mijn voeten wegzinken toen ik dat hoorde. Ze was zwanger. Elf weken nu. Honderd procent zeker van Frans, want tijdens hun tweede nacht was het condoom gescheurd. Nieuwe informatie voor mij. Eigenlijk was ik daar nog het meest boos over in eerste instantie. Want hij, en indirect ook ik, had een ziekte op kunnen lopen. Maar ik was natuurlijk echt kapot van de boodschap dat deze vrouw het kind van Frans in haar buik droeg. Frans vloekte en tierde aan de telefoon. Waarom deed ze hem dit aan? Dit kón niet. Dit wilde hij niet en hij wilde al zeker geen kinderen meer. We besloten dat we het verhaal op ons zouden laten inwerken en dat we een week later zouden bellen voor een afspraak met z’n drieën. Een vreselijke tijd brak aan waarin Frans en ik veel ruzie maakten en ik dikke tranen huilde om wat hij me aandeed. Frans en ik waren het over één ding wel eens: wij vonden dat ze het kind moest laten weghalen.”

Desperaat

“Maar toen wij bij Marianne op de bank zaten, maakte ze ons meteen duidelijk dat een abortus voor haar geen optie was. Dit kind hield ze. Take it or leave it. Na een uur vertrokken Frans en ik met een ‘mondelinge overeenkomst op zak’. Marianne zou haar kind alleen opvoeden. Zij zag af van alimentatie, Frans van bezoek- en vaderrecht. Het verhaal naar buiten zou zijn dat ze bewust zwanger was geworden met zaad van een spermabank. Wij allen zouden dit geheimhouden totdat het kind achttien was en op zoek zou gaan naar zijn vader. Eigenlijk hoefden Frans en ik alleen maar in te stemmen. Zij had het hele plan al uitgedacht. Ik merkte ook aan alles in dat gesprek dat ze dolblij was met dit ‘ongelukje’. Ze was 37 jaar, haar laatste relatie was drie jaar ervoor uitgegaan en haar kansen op het moederschap waren heel klein. Ik mag het misschien niet hardop zeggen, maar ik heb ernstige twijfels bij het verhaal van het gescheurde condoom. Zij kwam op mij over als een vrouw met rammelende eierstokken, die blijkbaar zo desperaat was dat ze haar zinnen zette op een getrouwde man. Het had volgens mij elke man kunnen zijn, als hij maar zaad doneerde, en toevallig had ze Frans uitgekozen.”

Geprikkeld

“Inmiddels zijn we twee jaar verder. De baby is geboren en is nu anderhalf jaar oud. Het is een meisje en ze heet Saar. We hebben een geboortekaartje van Marianne ontvangen, dat ver verstopt ligt in een la van ons nachtkastje, want we willen dit uiteraard geheimhouden voor onze kinderen en de omgeving. Het is al erg genoeg dat wij hiermee moeten leven, we willen er niet méér mensen mee belasten. Ik vind het vreselijk dat we onze kinderen voorliegen en voor hen verbergen dat ze een halfzusje hebben, maar het is voor nu het beste. Van Marianne horen we verder niks meer. Zij houdt zich aan haar woord en leeft haar eigen leven. Ik ben haar één keer tegengekomen met de kinderwagen bij de Jumbo, maar toen ben ik gauw een ander pad ingedoken. Sindsdien mijd ik die supermarkt en doe ik mijn boodschappen in een dorp verderop. Ik wil het kind absoluut niet zien. Ik ben veel te bang dat ze precies op Frans lijkt. Gelukkig wordt er niet geroddeld. Van kennissen op de tennisvereniging hoorde ik het verhaal van Mariannes spermadonor, ze heeft dat met veel overtuiging verteld, want niemand twijfelt aan het verhaal en niemand vermoedt dat Frans iets met de baby te maken heeft. Toch handig dat iedereen met carnaval verkleed is en te dronken is om overspelige huisvaders in de gaten te houden. Frans wil niet meer over de gebeurtenis praten. Voor hem is het hoofdstuk afgesloten. Als ik hem voorzichtig iets vraag over zijn gevoelens, klapt hij dicht. Voor hem bestaat deze dochter niet. Hij wil op dezelfde voet verder leven. Ik kan dat niet meer. Een keer zoenen, een vluchtige wip, desnoods een korte affaire, het zijn allemaal dingen waarmee ik kan dealen. Maar een kind bij een andere vrouw? Het lukt me bijna niet Frans aan te kijken zonder pijn te voelen. Ik ben er kapot van. Want hoe makkelijk ik ook dacht over het slippertje van Frans, met het levende bewijs van zijn ondoordachte nacht heb ik veel meer moeite. Het kind heeft absoluut zijn uitwerking op onze relatie. Ik ben veel eerder geprikkeld dan vroeger. In ruzies gooi ik hem zijn buitenechtelijke dochter vaak voor de voeten, waarop hij weer boos op mij wordt. Ik heb na dat bewuste telefoontje van Marianne ook geen nacht meer goed geslapen en ik slik slaapmedicatie van de huisarts. ’s Nachts lig ik maar te malen. Wat doen we dat meisje aan? Heeft dit kind geen recht op een vader in haar leven? Het doet vooral pijn als ik naar onze eigen kinderen kijk, die alles hebben wat hun hartje begeert: een hecht gezin, een vader die met hen stoeit en komt kijken bij voetbal en balletlessen. Dat moet deze Saar allemaal missen. Nu is ze pas anderhalf jaar en merkt ze het nog niet, maar wat doen wij haar aan door haar keihard uit ons leven te bannen? Haar ouders mogen zich dan heel onverantwoordelijk hebben gedragen, zij is onschuldig en puur. Ondanks de afspraak over de afwezigheid van Frans in haar leven, vraag ik me dagelijks af of we er voor haar ook goed aan hebben gedaan.”