Placeholder

Najib Amhali: ‘Eindelijk heb ik weer een sociaal leven’

Als een van de populairste cabaretiers van ons land heeft Najib Amhali (46) het altijd druk. Hij toert met zijn voorstellingen, acteert in films, presenteert programma’s én zingt. Maar hoe leuk hij zijn werk ook vindt: het roer moest om. “Het was te druk. Alles wat leuk was, kon niet meer.”

Als een van de populairste cabaretiers van ons land heeft Najib Amhali (46) het altijd druk. Hij toert met zijn voorstellingen, acteert in films, presenteert programma’s én zingt. Maar hoe leuk hij zijn werk ook vindt: het roer moest om. “Het was te druk. Alles wat leuk was, kon niet meer.”

Eigenlijk zou je nu toeren met een nieuwe theatervoorstelling. Waarom heb je die afgezegd?

“Klopt: ik had zestig, zeventig shows staan, al uitverkocht zelfs. Maar ik kreeg de show maar niet af. Ik wilde steeds meer vertellen en de tijd begon te dringen. Daarnaast was ik bezig met televisieprogramma’s, zoals Wie ben ik? en Little big stars. Tegen mijn kinderen hoorde ik mezelf steeds zeggen: ‘Papa kan niet, hij moet werken’. Het was te druk. Alles wat leuk was, kon niet meer. Toen heb ik de voorstelling afgeblazen. Een heftige beslissing, ik had nog nooit een show afgezegd. En anderen, zoals technici, zouden ook geen werk hebben. Toch voelde het uiteindelijk als een opluchting. Die show komt wel, de basis is gelegd. Maar dat wordt volgend jaar, denk ik.”

En ondertussen geniet je van extra tijd thuis?

“Absoluut! Het lijkt alsof ik nu een heel ander leven heb. Ik ren niet alleen heen en weer, maar ik heb weer een sociaal leven en kan eens bij shows van collega’s gaan kijken. Ik treed wel op, maar dan met een bandje in kleinere zalen. Werken is hartstikke leuk, maar ik wil ook nog kunnen opstaan met mijn kinderen en met ze ontbijten. Toen ik elke nacht om twee uur thuiskwam, gebeurde dat niet.”

Ben je veranderd sinds je vader bent?

“Toch wel. Ik denk meer aan thuis. Als mijn moeder vroeger bezorgd keek omdat mijn broertje nog niet thuis was, zei ik: ‘Hij komt heus wel.’ Dan zei ze: ‘Wacht maar tot je zelf kinderen krijgt.’ Nu weet ik precies wat ze bedoelde. Ook als ze ziek zijn maak ik me zorgen, dan ga ik wel vijf keer naar boven om bij ze te kijken. Mijn vrouw Niama is trouwens nog erger: ik heb al twee keer op de Eerste Hulp gezeten met een kind dat gevallen was en er natuurlijk niks aan de hand was, maar dat wil ze dan niet horen. Ze is trouwens een geweldige moeder. Met veel meer geduld dan ik.”

Je hebt in Niama dus een goede vrouw gevonden.

“Ja, ze is echt een topwijf. Ze is mooi, lief, alles wat je in een vrouw zoekt. We zijn allebei geboren in Marokko en hier opgegroeid. Niama runt al twaalf jaar lang een kapsalon, dat is keihard werken en zelfstandig zijn. Ook dat trekt me in haar aan. Ze was ooit fan van mij, dus alles wat ik doe vindt ze geweldig, haha. We hebben elkaar ontmoet bij de Toppers. Serieus, wij, twee Marokkanen, bij de Toppers! Zij deed het haar voor Jeroen en René, die mij had gevraagd eens een keer te komen kijken.”