Placeholder

Presentator en schrijver Rob Kamphues: ‘Ik heb het gevoel dat ik eindelijk aan het landen ben’

Rob Kamphues (56) kennen we als die grappige kale knikker van tv. Hij is vader van twee zoons, een dochter én drie stiefzoons. Wat hij ook is: schrijver. We spraken hem over zijn eerste roman, zijn angsten, zijn kinderen, zijn leven.

Rob Kamphues (56) kennen we als die grappige kale knikker van tv. Hij is vader van twee zoons, een dochter én drie stiefzoons. Wat hij ook is: schrijver. We spraken hem over zijn eerste roman, zijn angsten, zijn kinderen, zijn leven.

Je eerste roman ligt voor ons, prociat! Je hebt een aantal turbulente jaren achter de rug met een scheiding, een liefdesleven dat in alle bladen breed werd uitgemeten, een midlifecrisis – je vorige boek, Inhaalrace, ging zelfs over dat laatste. Had je geen zin meer om over je eigen leven te schrijven?
“Nou, ik was inderdaad wel even uit- geschreven over mezelf! Daarom vond ik het tijd voor een roman, een ánder onderwerp. Ik las iets over een man die na twintig jaar ontwaakte uit zijn coma en álles wat er aan zijn bed was gezegd had gehoord. Dat intrigeerde me, het zaadje was geplant. Ik wilde graag schrijven over hoe mensen met elkaar omgaan, hoe lastig het vaak is om écht jezelf te zijn en hoe blinde ambitie relaties kan kapotmaken. Toen ik eenmaal begon met schrijven, ging het boek vanzelf met me aan de haal.” 

Het boek gaat over een man in coma. We lezen hoe zijn broer en ex-vrouw, zittend aan zijn bed, deze kans aangrijpen om hun hart te luchten. Komt de ingewikkelde relatie van de broers je bekend voor?
“Als romanschrijver haal je veel inspiratie uit je eigen leven en dat van de mensen om je heen. De relatie met mijn broer is gelukkig lang niet zo rampzalig, maar we zijn wel totaal verschillend – eigenlijk delen we alleen de liefde voor auto’s. Mijn broer werkt als ruimtevaartdeskundige in Amerika en ik ben presentator, dat komt redelijk overeen met de broers in het boek, maar dan enorm uitvergroot: een licht-autistische, nerdy wetenschapper en de ijdele BN’er met het gigantische ego. Maar, ook al vind ik mezelf een tamelijk gemankeerd schepsel, ik ben lang niet zo erg als de presentator in het boek, hoor! Hun competitiedrang is zeker herkenbaar. Ik denk dat mijn broer dat nog sterker voelt dan ik. Logisch, Fred is wetenschapper en bouwt unieke ruimtetelescopen: in heel Amerika kennen ze Fred Kamphues. Dan móet het frustrerend zijn als je in Nederland op elk feestje hoort: ‘Hé, hoe is het eigenlijk met je broer?’” 

Zijn jouw zoons Bo van zeventien en Mees van dertien ook zo competitief?
“Volgens mij zijn alle jongens dat wel. Het hoort erbij, al vind ik de hatelijkheden die af en toe over tafel vliegen echt vreselijk. Als de een zich kwetsbaar opstelt, bijvoorbeeld zegt dat hij vandaag zo blij werd van de zon die ineens doorbrak, ramt de ander er genadeloos overheen: ‘Doe normaal man, de zon scheen vandaag niet eens!’ En dan hoor ik mezelf weer: ‘Jongens, laat elkaar nou ’ns heel.'"

Lees het hele interview in Vriendin 6 (vanaf woensdag in de winkels).