Placeholder

Het jaar van… vluchtelingen Rana en Mahmoud

Rana (27) en Mahmoud (37) vluchtten in 2014 met hun twee zoons Mohammed (10) en Majd (6) vanuit Syrië naar Nederland. Vorig jaar kregen ze een verblijfsvergunning. Ze werken nu hard aan hun nieuwe leven. Vriendin volgde hen een jaar.

Rana (27) en Mahmoud (37) vluchtten in 2014 met hun twee zoons Mohammed (10) en Majd (6) vanuit Syrië naar Nederland. Vorig jaar kregen ze een verblijfsvergunning. Ze werken nu hard aan hun nieuwe leven. Vriendin volgde hen een jaar.

'We willen hier dolgraag een nieuw leven opbouwen'
 

Een nieuw begin
“Hallo, ik ben Mohammed”, zegt Mohammed beleefd en hij geeft een stevige hand. Hij heeft lieve bruine ogen, omlijst door een bos donkere krullen. Zijn broertje Majd slaat verlegen zijn ogen neer en durft niet goed dichterbij te komen. “Toe, Majd. Stel jezelf eens voor”, spoort zijn moeder Rana hem aan. Uiteindelijk geeft hij een aarzelend handje en mompelt een Nederlandse begroeting. Sinds een jaar wonen Rana en haar man Mahmoud met hun twee kinderen in een driekamer at in het Limburgse Geleen. Ver weg van hun geboorteplaats Aleppo in Syrië. Mahmoud werkte daar als leraar Engels op een middelbare school. Tot hij voor militaire dienst werd opgeroepen. “Dat wilde ik niet. Om aan deze dienstplicht te ontkomen, zijn we naar Saoedie-Arabië vertrokken. Daar kon ik op een school aan de slag als docent Engels en systeembeheerder.” Toen zijn contract niet werd verlengd, moest hij met zijn gezin weg uit het land. Teruggaan naar Syrië was geen optie. De oorlog was daar intussen in alle hevigheid losgebarsten. Rana en Mahmoud verdiepten zich in verschillende Europese landen, en besloten naar Nederland te gaan. “De mensen leken ons aardig en de cultuur van dit land sprak ons het meest aan.”

Asielzoekerscentrum
Per vliegtuig reisden ze met hun kinderen naar Nederland, waar ze in asielzoekerscentrum Ter Apel terechtkwamen. Daarna verbleven ze vier maanden in een azc in Arnhem en vervolgens nog zeven maanden in azc Spaubeek. Rana en Mahmoud zijn blij dat die tijd voorbij is. “De dagen daar kropen voorbij. Het was zwaar. Niet zozeer voor ons, maar vooral voor de kinderen. Zij konden al die tijd niet naar school. Bovendien kwamen ze in de azc’s ook in contact met kinderen die hun verkeerde dingen leerden en rottigheid uithaalden. Daar maakten we ons zorgen om. We wilden graag dat ze zo snel mogelijk weer structuur in hun leven zouden krijgen en dat ze gewoon, zoals ieder kind, weer naar school konden. Maar we begrepen ook dat we moesten wachten en geduldig moesten zijn.” Toen Rana en Mahmoud in het azc Spaubeek de gelegenheid kregen om vrijwilligerswerk te doen, gaf dat een jne a eiding. Mahmoud werkte als tolk en contactpersoon voor andere vluchtelingen. Rana gaf kookles en maakte Syrische gerechten voor de bewoners. “De tijd ging daardoor sneller. Eindelijk konden we iets dóen. Dat hielp”, vertelt Rana. 
 

Mahmoud: 'Televisiebeelden uit Syrië kan ik niet zien, dat is te pijnlijk'

Eindelijk settelen
Hun geduld wordt beloond: na ruim een jaar krijgt het gezin een verblijfsvergunning en een appartement in Geleen. “We voelden ons al vrij snel thuis. Anders dan mensen soms denken, is er niet zo veel verschil tussen Syrië en Nederland. Voor de oorlog uitbrak, was Aleppo een vooruitstrevende, westerse stad. Verhuizen naar Saoedie-Arabië was een grotere cultuurshock. Onze woning komt ook ongeveer overeen met die in Aleppo. Daar woonden we op de vierde verdieping in een appartement met drie kamers en een grote keuken”, vertelt Mahmoud.

Lees verder in Vriendin 51
Lees ook: Het jaar van… Fajah Lourens