Placeholder

Nathalie, de assistente van Hans Klok, kreeg baarmoederkanker

Nathalie Hoop (40) is sinds 1999 de vaste assistente van illusionist Hans Klok. Begin dit jaar bleek ze baarmoederkanker te hebben. In plaats van in een glitterpakje op het podium te staan, liep ze op slofjes door het ziekenhuis.

Nathalie: “Eind vorig jaar toerde ik met Hans Klok door Duitsland, toen ik ineens last van bloedingen kreeg. Ik dacht dat ik misschien weer last had van onrustige cellen. Zeven jaar geleden waren er een paar in mijn baarmoeder weggebrand. Toen ik thuiskwam, lag er toevallig een oproep van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Ik was veertig geworden en werd automatisch opgeroepen. Fijn, zo kon ik meteen achterhalen of mijn bloedingen daarmee te maken hadden.

Maar uit het uitstrijkje kwam niets naar voren: PAP 1, dus normaal. Dat vond ik vreemd, want ik bleef bloedingen houden. Die moesten toch ergens vandaan komen? Volgens mijn huisarts hoefde ik me geen zorgen te maken. Wellicht was het een gesprongen adertje. Omdat ik het toch niet vertrouwde, stond ik erop dat ik werd doorgestuurd naar een gynaecoloog. Achteraf is dat mijn redding geweest, want daardoor was ik er op tijd bij.”

Doodsbang

“In februari van dit jaar vertelde ik de gynaecoloog over mijn klachten. Zij vond het meteen zorgwekkend en deed opnieuw een uitstrijkje. De volgende dag kreeg ik al de uitslag: ik had PAP 3. Dat betekende dat er afwijkingen waren. Er moest nog wat extra weefsel worden weggenomen. Ik ging er redelijk relaxed heen. Maar toen de gynaecoloog bezig was, schrok ze: er zat een enorme tumor in mijn baarmoeder. Ik keek mee op een monitor en zag een grote witte vlek.

Toen zakte de grond onder mijn voeten vandaan. Het weefsel zou naar het lab worden gestuurd om te zien of het kwaadaardig was. Ik moest de volgende dag terugkomen. ‘Neem alsjeblieft iemand mee’, zeiden ze. Ik liep helemaal van slag het ziekenhuis uit, belde mijn vriend Pepijn en barstte in huilen uit. Die avond waren we allebei in paniek. Maar het kan net zo goed klein en goedaardig zijn, zeiden we tegen elkaar. Samen met Pepijn ging ik de volgende dag terug naar het ziekenhuis. We moesten een uur wachten en waren bloednerveus. Toen we eindelijk naar binnen mochten, kregen we meteen de vreselijke diagnose te horen: de tumor was kwaadaardig. Ik had baarmoederkanker. Wat er dan door je heen gaat, is niet te beschrijven. Pepijn en ik knepen in elkaars hand en wisten geen woord uit te brengen.”

Pas na een tijdje vroeg hij wat de volgende stap zou zijn. Ik werd doorverwezen naar het AMC in Amsterdam. In dat ziekenhuis zou ik eerst scans krijgen en daarna moest mijn baarmoeder verwijderd worden. Pepijn en ik beleefden vanaf dat eerste moment alles samen. Hij is geen moment van mijn zijde geweken en was er altijd voor me. We zijn samen doodsbang geweest. Het heeft een dag geduurd voordat we onze familie konden inlichten, want we konden allebei niet stoppen met huilen. We zaten urenlang als zielige vogeltjes op de bank. Ik ging ook doemdenken: de diagnose baarmoederkanker klonk voor mij als mijn doodvonnis. Zeker als je gaat googelen schrik je van de cijfers over overlevingskansen. Ik kon alleen maar aan Keet denken, mijn dochtertje van drie. Bij de gedachte dat ik haar niet zou zien opgroeien, werd ik gek van verdriet. Pepijn en ik waren die eerste weken in shock. Ik leid het leven van een topsporter, dans en spring avond aan avond en leef gezond. Ik voelde me niet ziek, en nu had ik kanker? Het was zo onwerkelijk. Achteraf ben ik wel lang erg moe geweest, een van de symptomen van kanker. Maar ik denk dat heel veel vrouwen met kinderen en een baan moe zijn, dus dat vond ik niet verontrustend. Artsen konden me niet vertellen of de tumor in mijn buik de ‘haard’ was of een uitzaaiing van een ander soort kanker. Daarom én omdat de kanker zich al had uitgezaaid, moest ik een scala aan MRI’s, CT-scans en onderzoeken ondergaan. Tussen de scans zaten soms veertien dagen. Dat waren zenuwslopende weken. Ik ben pas in mei geopereerd, terwijl ik begin februari al hoorde dat ik een tumor had.”

Geheimgehouden

“Toch gaf elke positieve uitslag ons moed: geen uitzaaiingen in mijn longen, niet in mijn nieren, mijn lever of mijn darmen. Pepijn sleepte me er elke keer doorheen en bleef benadrukken wat een geweldig nieuws dat was. Het spannendst zou de laatste test zijn. Tijdens de operatie zou niet alleen de tumor, maar ook het omliggende weefsel en veertig lymfeklieren worden weggehaald. Pas als dat op kweek stond, kon de patholooganatoom nagaan of ik alsnog chemo of bestralingen nodig had. Vlak voor de operatie zijn Pepijn en ik samen met onze dochter Keet en met Mees, de
achtjarige zoon van Pepijn uit een eerdere relatie, twee weken naar Miami en Disney World geweest. Die trip stond al gepland en de oncoloog vond het een fantastisch plan. Alle onderzoeken waren achter de rug en even zorgeloos uitrusten was het beste. Dat is echt gelukt. We hebben genoten van lekker weg zijn met z’n viertjes. De laatste avond keken Pepijn en ik naar de zonsondergang op het strand. Pas toen sloeg de stress weer toe: morgen moeten we terug naar de enge realiteit. Overigens heb ik tot op de dag van de operatie nog gewerkt als assistente van Hans Klok. We toerden in die periode niet, maar als hij gastoptredens had in tv-programma’s of ergens voor een klein clubje moest optreden, ging ik mee. Bijna niemand wist toen nog dat ik ziek was, dat hield ik uit het nieuws. Ik werk ook nog als visagist en haarstylist, maar dat werk heb ik meteen stilgezet. Dan zit je zo dicht op iemands huid, dat was voor mij te confronterend. Hoe gek het ook klinkt, het optreden gaf me rust en zorgde voor afleiding. Ik kon het ziek zijn even van me af zetten. Zelfs op de ochtend van mijn operatie zat ik ’s morgens nog in een Duitse tv-studio met Hans. Daarna werd ik in allerijl naar Nederland teruggebracht. Bij het AMC stonden Pepijn, Keet en Mees al op me te wachten. Samen gingen we naar binnen.”

Opluchting

“En dan sta je ineens niet meer in een glitterpakje op het podium, maar ben je patiënt en wandel je op je slofjes door de gangen van de afdeling oncologie. Ik heb tien dagen in het ziekenhuis gelegen omdat er complicaties optraden. Mijn ouders waren uit Spanje overgekomen. Samen met Pepijn en mijn zus zorgden zij ervoor dat de kinderen verzorgd werden en ze hielden het huishouden draaiende. Dat deden ze in die dagen en in de weken erna. Heerlijk. Zo kon ik me overgeven aan mijn herstel.
Voor Keet was het erg moeilijk. Ze is gewend dat mama er soms een paar dagen niet is, maar nu lag ik in een ziekenhuisbed en moest ze zonder mij naar huis, als ze op bezoek was geweest. Bij het afscheid begon ze meteen te brullen: ‘Ik wil bij mama blijven!’ Ze snapte er niks van. Ik kon haar ook al niet optillen. Op dat soort momenten brak mijn hart.”

Een wonder

“Toen ik alweer tien dagen thuis was, kwam het verlossende woord. Er waren geen kankercellen gevonden in het omliggende weefsel van de tumor. Ik hoefde geen chemo of bestralingen te ondergaan. In principe was alles weg. De komende twee jaar moet ik nog elke drie maanden op controle, maar de kans is klein dat er cellen gaan groeien, omdat mijn baarmoeder is verwijderd. Ik heb nog wel eierstokken, dus ik ben niet in de overgang gekomen. Ik was ervan uitgegaan dat er nog wat onrustige cellen zouden zijn. Daarom had ik tegen Hans gezegd dat hij voor zijn nieuwe show, die op 18 augustus in première ging in Carré, een vervanger voor mij moest aannemen. Hans reageerde heel lief. Hij nam iemand aan, maar voor mij zou er áltijd een plek zijn, zei hij. Ik kon terugkomen wanneer ik maar wilde, al kon ik slechts af en toe een keer invallen. Onze band gaat dieper dan een zakelijke werkrelatie. Ik ben al sinds 1999 zijn assistente en Hans voelt voor mij als familie. Dat ik zo goed herstelde dat ik zelfs de première haalde, had geen enkele arts durven voorspellen. Na zes weken absolute bedrust kon ik weer wat zwemmen en hardlopen, en na twee weken voelde ik me goed genoeg om mee te trainen voor de nieuwe show. Een wonder! Na afloop van de première hebben Pepijn en ik gehuild. Wat een enorm geluk dat we dit mochten meemaken. In een paar maanden tijd was ik van levensbedreigend ziek naar een zware operatie gegaan en nu stond ik weer te stralen op het podium. We zijn nu een aantal weken verder en het gaat nog steeds goed. Wel kreeg ik een aantal dagen geleden ineens veel last van mijn buik. Toen ik ongerust naar het ziekenhuis ging, informeerde mijn arts wat ik zoal deed tijdens een show. Tja, ik spring, dans, sjouw, klim in en uit dozen, hul me achter gordijnen en capes en verkleed me enkele keren vliegensvlug op een avond. Na een show van twee uur ben ik kapot. Dat was wel iets te veel gevraagd. Mijn lichaam floot me terug. In samenspraak met de choreograaf zijn enkele moves waarbij ik werd opgetild geschrapt. Ook werden enkele dansen aangepast, omdat die fysiek te zwaar zijn. Nu gaat het al veel beter.”

Luister naar je gevoel

“Terwijl ik in het begin juist de anonimiteit van mijn familie opzocht, heb ik er nu voor gekozen mijn verhaal te delen, omdat ik Vriendin-lezeressen wil waarschuwen. Luister naar je gevoel! Mijn huisarts wuifde mijn klachten weg. Ik had immers een ‘goede’ uitslag op het uitstrijkje. Toch voelde het voor mij niet goed en wilde ik persé doorgestuurd worden. Iets waar ik nog elke dag blij om ben. Ik ben ook dolgelukkig dat dit niet vijf jaar geleden is gebeurd, want dan had ik Keet nooit kunnen krijgen. Zwanger worden is nu uiteraard onmogelijk. Gelukkig hadden Pepijn en ik al besloten dat we het bij Keet en Mees zouden houden. Ik koester het leven nu nog meer dan ik al deed. Het cliché is waar: na zoiets waardeer je álles veel meer. Mijn kinderen, het leven, mijn relatie… Pepijn en ik zijn nog meer naar elkaar toe gegroeid. We zijn samen door een diep dal gegaan, maar er sterker uitgekomen.”