Placeholder

Vriendin 44: Corien schreef het boek kankerklas

‘Vijf ouders van kinderen uit één klas hadden kanker.’

‘Vijf ouders van kinderen uit één klas hadden kanker.’

Hoe groot is de kans dat vijf klasgenoten een ouder hebben met kanker? Toen Corien (52) kanker had, bleek dat vier kinderen uit de klas van haar dochter in hetzelfde schuitje zaten. Corien interviewde haar lotgenoten en schreef het boek Kankerklas. “Wat me niet losliet, was de vraag hoe deze ouders met hun ziekte omgingen.”

Corien: “Mijn leven was tot 17 februari 2010 fijn en goed. Mijn man Pieter en onze dochters Sara (toen 10) en Lisa (toen 12) waren gelukkig. Ik werkte als freelance journalist en met een kind in groep zeven en één in de brugklas was het lekker druk. Lisa en Sara moesten naar sport en muziekles, er waren
ouderavonden waar we door de regen naartoe moesten fietsen en er was gedoe met lekke banden. Maar dat waren onze grootste problemen. Ik was gezond en actief. Ik sportte veel, heb nooit gerookt, dronk af en toe een glaasje wijn. Kanker stond voor mij op grote afstand. In mijn familie- en vriendenkring was er niemand die kanker had. Als ik terugkijk, realiseer ik me wat een rijk leven we hadden en wat een onschuldige tijd het was. Tot die vroege zaterdagochtend waarop ik een knobbeltje in mijn linkerborst ontdekte. Een knobbeltje dat me meteen angst aanjaagde. In één klap was alles wat vanzelfsprekend was weg. Dat is wat kanker doet. Het is levensbedreigend en niet alleen op het moment dat je behandeld wordt. Ook daarna gaat de dreiging die boven je hoofd hangt nooit meer helemaal weg.”

Heftig verdriet
“Lisa en Sara kwamen de trap af en hadden meteen door dat er iets niet goed was. De ochtend dat ik het knobbeltje ontdekte, zou Pieter eigenlijk voor twee weken naar het buitenland vertrekken voor zijn werk. Zijn koffers stonden al klaar, maar hij bleef bij mij. Daardoor moesten we de meiden wel vertellen
wat er aan de hand was. Ik zei dat ik een knobbeltje had gevonden en dat we daarvan geschrokken waren. Dat het waarschijnlijk iets onschuldigs was, maar dat het ook kanker zou kunnen zijn. Een paar dagen later bleek het knobbeltje een kwaadaardige tumor. Ik moest worden geopereerd en vijf weken lang werd ik elke dag bestraald. Vanaf het moment dat ik de diagnose kreeg, deed ik waar ik goed in ben: vragen stellen en informatie verzamelen. Om grip te krijgen op wat me overkwam, las ik boek na boek over kanker. Maar in de dagen voor de operatie werd ik ’s nachts overvallen door doodsangst. De angst om het leven te verliezen. Om mijn dochters achter te laten. Zij waren nog veel te klein om zonder moeder verder te moeten. Ik wilde ze mijn angst niet laten voelen. Mijn dochters maakten
zich zorgen, maar van heftig verdriet konden ze ook snel weer overstappen op iets anders. Op de dag dat ik geopereerd werd, zijn zij bijvoorbeeld gaan schaatsen en pannekoeken gaan eten. Gelukkig konden we ze nog goed afleiden, maar mijn schuldgevoel was groot. Lisa was net begonnen in de
brugklas, met de eerste stappen in haar nieuwe leven. En nu werd ze geconfronteerd met een zieke moeder.”

Lees het hele verhaal in Vriendin 44 en praat mee op het forum.