Placeholder

Lisa belandde in bed met haar beste vriend

‘Toen hij me zoende, was ik opeens niet meer te houden.’

‘Toen hij me zoende, was ik opeens niet meer te houden.’

Lisa (31): “Sommige vrienden die Joep en mij al een tijdje niet meer hebben gezien, reageren nog steeds verbaasd. ‘Hè, zijn jullie een stel?’ vragen ze als we bijvoorbeeld hand in hand binnenstappen. Ze willen altijd weten hoe en wanneer de vonk is overgeslagen, omdat we elkaar al zo lang kennen. Joep en ik lachen dan geheimzinnig en zeggen iets vaags. De smeuïge details gaan niemand iets aan.

Ik ken Joep sinds groep zeven. We woonden vlak bij elkaar en fietsten elke dag samen naar school. Toen al konden we het goed vinden. Op de middelbare school was ik blij dat ik bij Joep in de klas kwam. Ik was verlegen en kon op hem leunen. In die jaren ontstond onze hechte vriendschap. We deelden alles met elkaar, ook onze verliefdheden. Zijn vriendinnetjes werden eerst door mij gekeurd en andersom. Klasgenoten vonden onze vriendschap raar. We waren zo close, zij snapten niet dat wij niets met elkaar begonnen. Hoewel ik heus wel zag dat Joep een lekker ding was, had ik geen romantische gevoelens voor hem. Daarvoor was hij me te vertrouwd. Joep dacht daar hetzelfde over. Ook later bleven we met elkaar omgaan.

Toen ik ging samenwonen, hielp Joep met verhuizen. En als hij ook iemand had, gingen we op dubbeldate. Het was niet meer dan logisch dat ik Joep vroeg als mijn getuige toen ik ging trouwen. Anderen zouden hun beste vriendin vragen, voor mij was die beste vriendin nu eenmaal een man. Twee maanden van tevoren kreeg mijn aanstaande koudwatervrees. Hij blies ons huwelijk af en vertrok naar Australië om ‘zichzelf te zoeken.’ Joep was er om me te troosten. In die tijd waren we vaker samen dan ooit, mede omdat Joep ook single was.

Toch was er ook toen van beide kanten geen enkele gedachte aan méér. Maar toen gingen we naar dat zomerfestival. We hadden flink gedronken en bij Joep thuis trokken we nog een fles wijn open. Daarna wilde ik, zoals ik vaker deed, het bed in zijn logeerkamer opzoeken. Wat bleek? Zijn hond had op het dekbed gekotst. Ik was te moe en te dronken om het te verschonen, laat staan om nog naar huis te gaan. ‘Ik kom naast jou liggen, hoor’, mompelde ik tegen Joep, en ik stapte zonder nadenken naast hem in bed. Alleen in mijn slipje. Ik sliep al bijna, toen ik voelde dat Joep tegen me aan kroop. Hij zegt nog steeds dat het per ongeluk ging. Dat kan heel goed, we waren allebei flink van de wereld. Zijn warme lijf voelde fijn. Als vanzelf begon ik hem te strelen en Joep streelde terug. Ik raakte opgewonden. Er klonk nog ergens een stemmetje in mijn hoofd dat zei: stop! Dit slaat nergens op, dit is je beste vriend. Maar mijn lichaam verlangde naar Joep en toen hij me begon te zoenen, was ik niet meer te houden.

Het voelde zo goed. Toen hij op me lag, keek hij me opeens recht aan. We bleven elkaar aankijken terwijl we vreeën. Op dat moment ging onze vriendschap over in liefde, weet ik nu. Zonder nog iets tegen elkaar te zeggen vielen we in slaap. Toen we wakker werden, begonnen we opnieuw. Het was Joep die als eerste iets zei: ‘Waarom deden we dit niet al twintig jaar eerder?’ Ik moest lachen en voelde hetzelfde. Sindsdien zijn we een setje. Het klopt op alle fronten, bijna alsof het nooit anders is geweest. Wat ben ik blij dat Joeps hond die nacht misselijk werd. Anders was mijn grote liefde misschien nog altijd alleen ‘mijn beste vriend’ geweest.”

Lees ook ► 'Als wij een vergaderruimte boeken, is dat niet voor overleg'