Placeholder

“Zo makkelijk kwam hij niet van me af!”

Wilma: “Sven, de getrouwde man met wie ik omging, zei telkens tegen me dat zijn huwelijk een aflopende zaak was. Hij wist me ervan te overtuigen dat ik geduld moest hebben, maar dat de droom die we samen hadden dan echt uit zou komen: samenwonen, trouwen, een kindje. Maar na een half jaar krabbelde hij terug.”

Wilma: “Sven, de getrouwde man met wie ik omging, zei telkens tegen me dat zijn huwelijk een aflopende zaak was. Hij wist me ervan te overtuigen dat ik geduld moest hebben, maar dat de droom die we samen hadden dan echt uit zou komen: samenwonen, trouwen, een kindje. Maar na een half jaar krabbelde hij terug.”

"Hij belde minder, reageerde amper op sms’jes en ook in bed werd het minder vurig. Op een avond zei hij dat hij wilde stoppen. Hij had ontdekt dat hij toch teveel hield van zijn vrouw. Ik moest dat wat er tussen ons was geweest maar als een simpel avontuurtje zien. Ik dacht dat ik doodging. Voor mij was Sven de man op wie ik jaren had gewacht. Na een eerdere relatie was ik zes jaar alleen geweest, vaak had ik gevreesd dat ik nooit meer iemand zou vinden. Tot ik Sven ontmoette. En nu was het over, ik werd van het een op het andere moment keihard aan de kant gezet. Dat maakte een woede bij me los waar ik nog altijd met schaamte aan terugdenk. Ik was zó gefrustreerd over het feit dat hij zomaar zijn huwelijk wilde oppakken en mij met de scherven van mijn eigen leven liet zitten, dat ik hem begon lastig te vallen. Ik stuurde hem scheldsms’jes; in de meest grove bewoordingen vertelde ik hem hoe ik over hem dacht. Ook uitte ik dreigementen dat ik alles aan zijn vrouw zou vertellen. Om hem nog banger te maken, begon ik zijn vrouw te bellen, maar drukte haar telkens weg als ze opnam. Ik deed het zo vaak dat ik zeker wist dat ze hem erover zou vertellen, en hij heus wel zou begrijpen dat ik het was. Ook reed ik regelmatig toeterend door zijn straat of stond urenlang in mijn auto voor zijn deur te posten. De mailtjes van hem hierover, eerst vriendelijk, toen smekend en daarna agressief, negeerde ik. Of beantwoordde ik alleen met: hahaha! Ik begon hem ’s nachts wakker te bellen. Tot hij zijn telefoon elke nacht uitzette. Toen ging ik belletje trekken, ik bleef er speciaal voor op, of stond heel vroeg op. Zo makkelijk kwamen ze niet van mij af! Ik weet dat ik Sven het leven heel erg zuur heb gemaakt, want elke dag kreeg hij wel een teken van mij. Maar iets ondernemen, dat kon hij niet; ik denk dat hij nog blij was dat het bij dit lastigvallen bleef en ik mijn dreigementen om zijn vrouw in te lichten niet nakwam. Nee, dat heb ik inderdaad nooit gedaan. Ik was er ook helemaal niet op uit om háár te kwetsen, ik wilde alleen hém straffen. Tot ik tijdens een vakantie met mijn zus afstand nam van de hele situatie en zag hoe kinderachtig ik bezig was. Thuis heb ik Sven een afscheidsmail gestuurd, waarin ik zei dat ik hem met rust zou laten, maar dat hij voortaan beter uit moest kijken. Je kunt niet straffeloos iemands hart breken. Ik heb nooit meer iets gehoord. Inmiddels heb ik een nieuwe vriend. Hij weet van niets, maar ik schaam me wel. Toch was dit de beste manier om met mijn verdriet om te gaan, al geef ik toe dat het niet netjes was…”