Placeholder

Carolien had jarenlang een verhouding met haar leraar

“Als het even kon, was ik bij Bert. In zijn armen was alles goed”

“Als het even kon, was ik bij Bert. In zijn armen was alles goed”

Carolien: “Zestien was ik toen ik verliefd werd op Bert. Veel te jong om in te zien waarom dit soort relaties niet geaccepteerd zijn. Bert was bijna twee keer zo oud en getrouwd. Hij had zich nooit met mij mogen inlaten en dat wist hij best. Want hij was ook nog eens mijn leraar.

Hij was de knapste docent van de hele school. Maatschappijleer gaf hij en alle meisjes waren gek op hem. Ik genoot van de extra aandacht die hij mij gaf, al was ik toen amper dertien jaar. In de derde klas werd hij mijn mentor. Ik sprak vaak met hem en langzaam werd ik tot over mijn oren verliefd. Op een avond toen zijn vrouw niet thuis was, nodigde hij me bij hem thuis uit. De volgende dag voelde ik me door de school zweven. Ik had met Bert gekust! Als de anderen dat eens wisten, wat zouden ze tegen me opkijken!

Maar natuurlijk mocht niemand het weten, anders zou het hem zijn baan kosten. Ik hield mijn mond en dat bleef ik doen, ook toen we een echte verhouding kregen. Ik was gelukkig met hem, maar tegelijkertijd was ik erg eenzaam. Ik vervreemde van mijn vriendinnen. Zij gingen uit, dansen en stappen met jongens van onze eigen leeftijd. Ik zat thuis, te wachten tot Bert weer tijd voor me had. Ook mijn ouders wisten van niets. Ze lieten me redelijk vrij, ik kon gaan en staan waar ik wilde. Als het even kon, was ik bij Bert. Zijn vrouw was vaak weg. In zijn armen was alles goed. Ik herinner me het gevoel van geluk dat me dan altijd doorstroomde. Het vrijen met hem was geweldig, maar de gesprekken ook. Op alle gebieden wist hij me zo te beïnvloeden. Ik las de boeken die hij las, ik hield van de films die hij mooi vond, ik nam zijn politieke ideeën over. We konden daar eindeloos over praten. Tot zijn vrouw het ontdekte.

Ze kwam een keer onverwachts thuis en vond ons samen in bed. Ze ging helemaal door het lint. Omdat ze in het begin al wat verdenkingen had gehad, begreep ze meteen dat dit al jaren speelde. Ze heeft hem gedwongen te kiezen: bij haar blijven en mij nooit meer zien of weggaan met al zijn spullen. Ze dreigde ook alles aan de schoolleiding te vertellen. Van de een op de andere dag was het afgelopen. Ik heb hem nog een paar keer gebeld, maar hij wilde geen enkel risico lopen: het was over.

Daar stond ik dan. Negentien jaar, al jarenlang minnares, in zoveel opzichten volwassen, maar toch ook nog zo kind. Ik begon met een opleiding in een andere stad, maar ik vond geen enkele aansluiting bij mijn studiegenoten. Ik wist gewoon niet waarover ik met hen moest praten. En in mannen had ik geen vertrouwen meer. Het heeft me werkelijk jaren gekost om weer een normale jonge vrouw te worden. Bert had mij met rust moeten laten. Wat hij deed is onvergeeflijk.”

Tekst: Lydia van der Weide.