Placeholder

Stefanie: vervroegd in de overgang

Ik stoor me al niet meer aan de opdringerige, commerciële kerstboodschap. Ik heb zin in de feestdagen. Toch voel ik soms een vleugje neerslachtigheid, zomaar, vanuit het niets. Waar komt dat gevoel vandaan?

Ik stoor me al niet meer aan de opdringerige, commerciële kerstboodschap. Ik heb zin in de feestdagen. Toch voel ik soms een vleugje neerslachtigheid, zomaar, vanuit het niets. Waar komt dat gevoel vandaan?

Thuis staat er een geknutselde mijter op tafel en op school hangen zelfgemaakte sinterklaasvlaggetjes. In de speelgoedwinkel klets ik met een oma die een babypop voor haar kleindochter koopt. Winkels staat vol sinterklaas- en kerstspullen. Eén en al gezelligheid, maar waarom voel ik me zo?

Komt het door het piekeren over twee van mijn adoptiekinderen, met wie ik nauwelijks contact heb? Of komt het doordat ik me sinds de operatie uitgeput en futloos voel? Nee, het is een nieuw gevoel, net als de warmtegolf, die mij soms overspoelt. Ineens breekt het zweet mij uit. Dat gevoel ken ik van verhalen. Het moeten opvliegers zijn.

Ik heb nu geen eierstokken meer, waardoor ik direct in de overgang ben gekomen. Als de opvliegers niet erger worden, doe ik het ervoor. De huisarts benadrukte dat ik calcium en vitamine D moet slikken, omdat mijn botten brozer worden. Het ouderdomsproces wordt versneld in gang gezet. ‘Ga ik daardoor eerder dood?’ vroeg ik. ‘Nee, vrouwen worden nog steeds ouder dan mannen en het stabiliseert zich wel weer’, vertelde de huisarts.

Ik moet voor controle naar het universitair ziekenhuis waar ik geopereerd ben. Adriana gaat mee naar binnen. Straks worden we weer opgehaald. De gynaecoloog-oncoloog is tevreden. Ik heb niet meer kans op akelige ziektes dan andere vrouwen. De arts begint ook over de overgang, broze botten en hart- en vaatziekten. Ze neemt de tijd en is vriendelijk. Na deze afspraak hoef ik niet meer terug te komen. Het afscheid valt mij zwaar, al heb ik deze dokter maar een paar keer gezien. Het is alsof ik haar al lang ken.

Weer word ik overvallen door neerslachtigheid. Ineens herken ik het gevoel van na de bevalling, toen ik afscheid nam van de verloskundige. Wat moest ik destijds huilen. Dat waren zwangerschapshormonen. Dit nieuwe, droevige gevoel is natuurlijk ook aan hormonen te wijten. Het hoort bij de overgang. Gelukkig laat ik nu geen tranen. Ik ben blij dat ik het gevoel kan plaatsen. Er staat een oliebollenkraam in de hal van het ziekenhuis. ‘Mag ik een oliebol?’ vraagt Adriana. Tussen allerlei mensen, ieder met een eigen verhaal, zitten mijn dochtertje en ik op een bankje en happen in de knapperige korst van een oliebol.


Stefanie (44) adopteerde de kinderen van haar vriend Dirk: Christianne, Deborah, Faith en Nico. 6 jaar geleden kregen zij samen Adriana. Het gaat niet altijd vlekkeloos, maar het gezin draait al ruim 18 jaar!