Placeholder

Kirsten durft haar relatie niet te verbreken door het geld

‘Diep in mijn hart weet ik dat ik niet oud met Paul ga worden’.

‘Diep in mijn hart weet ik dat ik niet oud met Paul ga worden’.

Kirsten (26): ‘Sinds ik Paul ken, is mijn leven één groot feest. Ik heb nooit geweten hoe fijn het is om veel geld te hebben. Ik kom uit een eenvoudig gezin, mijn vader had een modaal salaris en mijn moeder werkte niet. Dat we het niet breed hadden, heb ik niet gemist, ik was tevreden met wat we hadden. Zo was ik ook heel tevreden met mijn baan als kleuterjuf en de kampeervakanties met mijn vriendinnen. Alles veranderde toen ik Paul ontmoette. Hij is directeur van een groot bedrijf, dat ook tijdens de crisis goed liep. Hij heeft euro’s als water. Toen ik de eerste keer bij hem over de vloer kwam, wist ik niet wat ik zag. Een woonkamer zo groot als mijn hele huis, een jacuzzi in de tuin, een eigen tennisbaan, en ga zo maar door. In het begin was ik overdonderd, maar het is gek hoe snel je went aan een decadente levensstijl. Tegenwoordig  vind ik het heel normaal om te eten in sterrenrestaurants, te slapen in tophotels en party’s te bezoeken vol met vips. Mijn baan als kleuterjuf heb ik nadat we een halfjaar samen waren opgegeven: mijn loon was een lachertje vergeleken bij wat Paul verdient, en we vonden het allebei jammer dat ik door mijn vaste baan niet met ieder zakenreisje mee kon. Vier jaar zijn we heel gelukkig geweest samen, en heus niet alleen door alle luxe. Paul is een lieverd en heeft alles voor mij over, op ieder vlak. Alleen… ik begin een beetje op hem uitgekeken te raken. Hij leeft voor zijn werk en praat haast nergens anders over. Interesse in wat er in mij omgaat, heeft hij amper. Ons contact is oppervlakkig en krijg soms het idee dat hij vooral met mij wil showen. Ik mis een bepaald soulmate gevoel. Jaren heeft me dat niet in de weg gezeten, nu denk ik toch: is dit nu alles? Ook qua seks zitten we op een doodlopende weg. Als we vrijen, moet ik vluchten in fantasieën over andere mannen die ik ken – vaak zelfs vrienden van Paul – om nog wat opwinding op te wekken. Erg, toch? Diep in mijn hart weet ik dat ik niet oud met Paul ga worden. Maar…  als ik bij hem weg zou gaan, ben ik ook met mijn decadente leventje kwijt. We zijn niet getrouwd dus hij hoeft mij geen cent te betalen. Ik zal terug moeten naar de kleuters, een simpel appartement gaan zoeken. Weer met de tent op vakantie, met vriendinnen van wie ik ben vervreemd. Het is beschamend om te zeggen, maar daar zie ik enorm tegenop. Ik ben behoorlijk verwend geraakt en weet niet of ik nog gelukkig zal kunnen zijn met weinig. En zou een andere man, met wie ik wél goed kan praten, mij qua liefde echt zoveel te bieden hebben dat mijn heimwee naar champagnefeestjes verdwijnt? Ik weet het niet. Dan moet ik ‘hem’, mijn ware droomman, wel eerst ontmoeten. Want zomaar op de bonnefooi weggaan, durf ik niet. Ik moet wel weten wat ik ervoor terug krijg… ‘