Placeholder

Vriendin 8: Carolina’s dochtertje onderging een stamceltransplantatie

Na haar geboorte blijkt Ana Elena, de dochter van Carolina (35), ernstig ziek. Vijf chemokuren helpen niet, beenmergtransplantatie is haar laatste redmiddel. “De kans dat we de juiste donor zouden vinden, was één op honderdduizend. We zijn zó dankbaar dat het is gelukt.”

Na haar geboorte blijkt Ana Elena, de dochter van Carolina (35), ernstig ziek. Vijf chemokuren helpen niet, beenmergtransplantatie is haar laatste redmiddel. “De kans dat we de juiste donor zouden vinden, was één op honderdduizend. We zijn zó dankbaar dat het is gelukt.”

Gewoon een verkoudheid, dacht Carolina in eerste instantie toen haar pasgeboren dochter Ana Elena snotterig en grieperig was. Heel normaal bij kleine kinderen. Ze had het met haar oudste dochter Maria Luisa van vijf zo vaak meegemaakt. Bovendien was het herfst en was het in Nederland een stuk kouder dan in Brazilië, waar Ana Elena op 5 mei 2014 werd geboren. Carolina: “Ik wilde graag in mijn geboorteland bevallen, zodat mijn familie erbij kon zijn. Eind juli keerden we terug naar Nederland.”

Maar Ana Elena bleef wel erg lang grieperig. In december ging Carolina opnieuw met haar naar de huisarts. “Ze had geen koorts, maar had wel moeite met ademen. Ook had ze wat lichte blauwe plekken op haar billen. Daar zochten de dokter en wijzelf niet veel achter. Het kon komen door een tandje dat doorkwam. De dokter schreef antibiotica voor en dat leek te werken. Maar in januari ging het weer slecht met Ana Elena. Ze was nog steeds grieperig en er verschenen nieuwe blauwe plekken op haar lichaam. De huisarts vertrouwde het niet en verwees ons door naar de kinderarts. We moesten diezelfde dag nog naar het ziekenhuis. Dat verontrustte me wel, want meestal is zo’n afspraak met een specialist een paar dagen later.”

Onzeker gevoel
In het ziekenhuis volgden diverse bloedonderzoeken. Carolina en haar man Geert verkeerden in grote onzekerheid. “In eerste instantie zei de arts dat het mogelijk leukemie was, waardoor we natuurlijk enorm bezorgd waren. Maar omdat het niet zeker was, bleven we positief en raakten we niet in paniek. Later, tijdens datzelfde bezoek aan het ziekenhuis, dachten ze aan het CMVvirus. Dat vertoont dezelfde symptomen als leukemie. Even waren we opgelucht, want het CMVvirus is met medicatie te genezen en is een stuk minder ernstig dan kanker.”

Maar de opluchting was van korte duur. “De artsen wilden dat Ana Elena elke dag naar het ziekenhuis in Breda kwam, omdat ze bloedonderzoeken wilden doen. Ze waren er nog steeds niet zeker van wat haar precies mankeerde. Bij de controle zag ik dat ze wel zeven buisjes bloed afnamen. Waarom zo veel? En was het nou leukemie of niet? Tijdens het wachten op de uitslagen hield ik het niet meer: ‘Ik wil nú de arts spreken en ga niet weg voordat iemand ons heeft uitlegd wat er aan de hand is!’ riep ik boos. De arts, die inderdaad kwam, kon ons helaas nog steeds geen duidelijkheid geven. In het bloed was niets te vinden wat op leukemie duidde. Met Ana Elena ging het intussen alleen maar slechter. Ze zag heel bleek, was futloos en moe. Echt een ziek wezentje in wie ik nauwelijks nog mijn vrolijke, energieke kind herkende.”

Lees het hele verhaal in Vriendin 8.