Vrouw (22)

Paulien: ‘Mijn eerste liefde is mijn overbuurman en ik ben net zo verliefd als toen’

Er wordt veel verhuisd in haar wijk, dus Paulien (34) keek niet op van de verhuiswagen aan de overkant. Tot ze haar nieuwe overbuurman zag. Het was Ingo (41). Haar eerste liefde. Met zijn gezin. “Als hij zijn kinderen naar school brengt, ga ik ook altijd ’toevallig’ de deur uit.”

Pauline: “Elke dag zie ik hem wel een keer voorbijlopen, alleen of met zijn gezin. En elke keer heb ik spijt. Spijt dat ik deze leuke man, mijn allereerste liefde, zo makkelijk heb ‘weggedaan’. Wat dom dat ik veertien jaar geleden niet besefte wat een topper Ingo eigenlijk is en hoe gelukkig hij me had kunnen maken. Nu ben ik een hoop ervaring en liefdesverdriet rijker en is het te laat. Ik ga absoluut niet in een gelukkig huwelijk stoken, want ik zie dagelijks hoe happy Ingo is en hoe gek hij is op zijn vrouw. Maar intussen fladderen de vlinders door mijn lijf en kan ik aan niemand anders denken dan aan Ingo. Als hij naar me zwaait, is mijn dag goed, als we een praatje maken, lig ik de hele nacht wakker. Hem ontwijken wordt lastig, want mijn ex-geliefde is sinds kort mijn buurman.”

De vrijheid lonkte

“Ik was net negentien en Ingo was zesentwintig toen we verkering kregen. Hij was al een hele tijd mijn hockeycoach. Tijdens een teamuitje zoenden we en werden we verliefd. We waren dag en nacht samen. Ik trok half bij hem in. Ingo was ontzettend lief voor me. Hij bracht en haalde me van mijn bijbaantjes en deed alles voor me. Maar na een paar maanden merkte ik dat we eigenlijk niet zo goed bij elkaar pasten. Het leeftijdsverschil brak ons op. Mijn leven bestond uit studeren, sporten, werken in de horeca en stappen. Het liefst ging ik op donderdag-, vrijdag-, zaterdag- én zondagavond de kroeg in. Mijn doel was om zo veel mogelijk plezier te hebben. Ingo daarentegen zat net zo lief een avond thuis. Hij wilde best een avond in het weekend stappen, maar hij was eraan toe zich te settelen. Hij dacht al aan samenwonen, trouwen, kindjes. Dat benauwde me. Na een maand of zes maakte ik het uit. Ik vond hem nog steeds een schat, maar mijn vrijheid lonkte. Ingo was er kapot van. Ik schaam me nog steeds als ik aan die tijd terugdenk, want ik ging vrij harteloos met hem om. Als hij me belde, nam ik niet op en zijn sms’jes beantwoordde ik pas laat. Ik had het te druk met mijn vriendinnen en bier drinken in de kroeg. Achteraf kan ik me wel voor mijn kop slaan.”

Nog even knap

“Een half jaar geleden had ik net de ergste pijn verwerkt en mijn leven weer op orde, toen ik verhuiswagens in de straat zag staan. Nu is dat geen enorme verrassing; ik woon in een wijk met rijtjeshuizen waar het aantal scheidingen gigantisch hoog is. Bijna wekelijks worden er Te koop-borden geplaatst of staan er opgestapelde verhuisdozen in de tuin. Deze keer ging het om het huis schuin bij mij aan de overkant, dat al een tijdje te koop had gestaan. Een beetje nieuwsgierig keek ik door het raam wie daar kwamen wonen. Onze voortuinen grenzen bijna aan elkaar en als ik op zolder ben, kan ik zo bij deze mensen in de woonkamer kijken. In eerste instantie zag ik twee kindjes van een jaar of zes en een leuke blonde vrouw. Daarachter liep een donkere man met grote tassen te sjouwen. In eerste instantie zag ik zijn gezicht niet, maar toen hij zich omdraaide om meer spullen te halen, schrok ik me rot. Dat was Ingo! Hij was geen spat veranderd, nog steeds even knap. Zou hij gewoon helpen met verhuizen of werd hij mijn nieuwe overbuurman? Ik liep meteen naar buiten, maar wist me geen houding te geven. Hoe zou Ingo op mij reageren? Zou hij boos zijn? Zo netjes had ik hem indertijd immers niet behandeld. Eigenlijk wilde ik me alweer omdraaien, toen hij me herkende: ‘Hé Paulien, wat leuk!’ riep hij uit. Hij kwam op me af lopen, gaf me drie kussen en stelde me voor aan zijn vrouw Saskia. Het viel me op dat hij me introduceerde als ‘een meisje dat hij vroeger hockeytraining had gegeven’. Hij zei niets over onze verkering. Saskia bleek een aardige vrouw te zijn en zijn kinderen waren schattig. Ingo is Indonesisch, hun kinderen zijn halfbloedjes en werkelijk plaatjes om te zien. Al snel begreep ik dat ze inderdaad mijn nieuwe buren werden. Dat leek me gezellig en handig. Die middag kon ik al een paar keer dienstdoen als supermarkt en doe-het-zelfzaak-dependance: ze kwamen koffiemelk lenen voor de verhuizers, maar ook een verlengsnoer en huishoudtrap. Met de vorige buren had ik weinig contact gehad, dit vond ik een stuk leuker.”

Jaloers

“Maar dat blije gevoel verdween al na een paar dagen, toen ik me realiseerde dat mijn gevoelens voor Ingo weer in alle hevigheid opborrelden. Al die jaren met Joost had ik tevergeefs gevochten voor een stabiele en volwassen relatie. Nu zag ik met eigen ogen hoe het ook anders kon. Ingo en Saskia doen samen boodschappen, zij kookt, hij maait het gras, hij brengt de kinderen naar school. Dat is jaloersmakend. In mijn relatie met Joost stond ik er altijd alleen voor. Hij stak nog net zelf de barbecue aan, maar verder ging zijn hulp niet. Daarbij vind ik Ingo nog steeds ontzettend aantrekkelijk. Hij is nog net zo gespierd als toen en ik ben niet vergeten hoe fijn het was om op zijn gespierde borst te liggen. Hij kan ook nog steeds zo heerlijk flirten en maakt geregeld een compliment of opmerking over mijn uiterlijk. Nu doe ik er ook alles aan om er goed uit te zien. Voor hem.

Doordeweeks brengt Ingo om kwart over acht de kinderen met de auto naar school. Ik zorg ervoor dat ik op dat tijdstip ‘toevallig’ ook altijd de deur uit ga. Tiptop opgemaakt en met mijn haar in de krul. Dat ik daardoor elke ochtend tien minuten te vroeg op mijn werk zit, boeit me niet. Dat heb ik graag over voor een ‘Goedemorgen buuf!’ van Ingo. Ook ’s avonds heb ik momenten waarop ik Ingo kan zien. Als hij de hond uitlaat, loopt hij langs mijn keukenraam. Negen van de tien keer sta ik dan net in de keuken. Mijn vuilnisbak gaat op hetzelfde moment naar de straat en als ik Saskia zie sjouwen met de kinderwagen en de boodschappen, bied ik aan haar te helpen. Om vervolgens te blijven hangen voor een kop koffie en een praatje met haar en Ingo. Ik wil graag vaak en veel in Ingo’s buurt zijn. Al blijf ik het lastig vinden dat ik inmiddels smoorverliefd op hem ben, het geeft me een veilig en vertrouwd gevoel als ik met hem praat. Hij is altijd even aardig en dat doet me goed, want ik worstel erg met mezelf.”

Geen zin om te stoken

“Sinds het moment dat de verhuiswagens mijn straat in reden, staat mijn leven op zijn kop. Ik was voorzichtig aan het daten, ging weer uit. Nu heb ik mijn interesse in andere mannen totaal verloren en zeg ik met liefde een stapavondje af als Saskia vraagt of ik wil oppassen, zodat zij met Ingo uit eten kan. Alleen maar omdat ik dan na afl oop nog even met hen kan borrelen. Ik zal nooit stoken in een gelukkig huwelijk, want dat hebben ze. Daarvan ben ik inmiddels overtuigd en dat gun ik ze ook. Mijn crush voor Ingo is onschuldig. Ik ga hem niet verleiden in een kort rokje of Saskia inlichten over ons verleden. Mijn verliefdheid onderga ik in stilte, in de hoop dat die vanzelf weer overgaat. Ik geloof niet dat Ingo dat doorheeft. Ik denk ook niet dat hij nog andere dan vriendschappelijke gevoelens voor me heeft. Wat ik wel vreemd vind, is dat hij Saskia nooit heeft verteld dat we ex-geliefden zijn. Misschien omdat hij haar niet onnodig ongerust wil maken? Soms komt hij bij mij een lampje ophangen en dan praten we over vroeger. Nooit over het einde van onze relatie, daarover houden we allebei onze mond, maar wel over de hockeytijd. We lachen en halen herinneringen op. Op zulke momenten ben ik dolgelukkig. Al kan ik als Ingo weer naar huis is, wegzakken in een sombere bui, omdat ik zo’n spijt heb. Dit had je kunnen hebben Paulien, denk ik dan bij mezelf. Die twee prachtige kinderen, dat stabiele gezin, het lag voor het grijpen. En dat doet pijn.”

Lees ook: Annet: ‘Vlak na onze heerlijke vakantie zei mijn man: ‘Ik ga bij je weg”

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.