Vrouw (21)

Suus: ‘Ik was verblind door de liefde. Nu ben ik alles kwijt’

Toen Suus (39) haar vriend Gert-Jan (47) leerde kennen, besloot ze 150 kilometer verderop een nieuw bestaan op te bouwen met hem. Nu heeft ze daar spijt van. Ze is weer single, eenzaam en wil het liefst terug naar haar dorp. “’s Avonds huil ik mezelf vaak in slaap.”

“Ik ben altijd een laatbloeier geweest: haalde pas op mijn achtste mijn A-diploma, zoende voor het eerst op mijn 25ste en kreeg een officiële relatie toen iedereen in mijn vriendenkring en mijn beide zussen al lang en breed getrouwd waren en kinderen hadden. Ik was dolblij toen ik Gert-Jan drieënhalf jaar geleden ontmoette via Tinder. Eindelijk kwam ik niet meer thuis in een leeg huis, had ik ook iemand om mee te nemen naar verjaardagen, het kerstdiner bij mijn ouders en kon ik samen met iemand op zaterdagavond naar de film. Toch was ik niet eenzaam geweest in mijn vrijgezelle jaren. Ik had een druk sociaal leven. Doordeweeks sprak ik af met vrienden en op dinsdag- en donderdagavond zat ik op twee dansclubs. Ik werkte vier dagen per week in de thuiszorg, had een kleine auto en woonde in een leuk appartement vlak bij vrienden en familie in mijn Limburgse geboortedorp. Elke zondag maakte ik uitstapjes met m’n oudste zus, zwager en neefjes van drie  en vijf  en at dan bij hen. Mijn leven was heel lang heel prima.”

Sterke kinderwens

“Pas na mijn 35ste werd ik onrustiger. Mijn jongste zus had net een kind gekregen en ik wilde óók een gezin. Ik ging actief op zoek naar een relatie. Ik schreef me in op diverse datingsites en op vrijdagavond ging ik vaak stappen met een jongere, single collega. Maar ik kwam weinig leuke vrijgezelle mannen tegen. Er waren genoeg mannen die wel voor één avondje wilden afspreken, maar die waren gebonden en dat vind ik een absolute no-go. Bovendien doe ik niet aan onenightstands.

Op een gegeven moment vond mijn collega de liefde van haar leven. Ineens was mijn stapmaatje weg. In diezelfde periode was de datingapp Tinder in opkomst. Het leek me een makkelijke, laagdrempelige manier om iemand te leren kennen. Aangezien ik nieuwsgierig was, zette ik mijn zoektocht ruim op. Zonder na te denken gaf ik aan dat ik openstond voor mannen die binnen een straal van 150 kilometer bij me vandaan woonden. Gert-Jan was een van de eerste matches die reageerde. We begonnen te chatten. Hij vertelde dat hij 44 was en net uit een lange relatie kwam. Hij had een sterke kinderwens, maar met zijn vorige vriendin was zwanger worden niet gelukt. Hij woonde zijn hele leven al in Amsterdam en reisde voor zijn werk het land door, dus afstand was voor hem geen probleem.

Het weekend erop spraken we ’s middags af in een café in mijn dorp, dat was gezellig. Daarna besloten we nog ergens samen te gaan eten en bij het toetje sprak Gert-Jan al uit dat hij graag met me verder wilde. Hij zag in mij de ideale vrouw, zei hij. Ik vond hem hard van stapel lopen, maar voelde me ook gevleid. Ik werd helemaal warm van binnen. Minder fijn vond ik dat we acht jaar scheelden en ruim anderhalf uur uit elkaar woonden. Er was bij mij nog geen vonk overgeslagen, maar dat kon nog komen, zo redeneerde ik. Ik wilde hem – ons – een kans geven. Ik vond hem aantrekkelijk en het was een pluspunt dat hij kinderen wilde. Ook genoot ik van zijn complimenten en interesse in mij. Hij was overduidelijk gek op me. Dat maakte dat ik minder kritisch was dan ik eigenlijk zou moeten zijn geweest.”

Leven op zijn kop

“We rolden al snel in een vaste relatie. Gert-Jan sliep doordeweeks bijna elke avond bij mij en ik ging elk weekend naar hem. Het had van mij wel een tikkie minder intensief gemogen. Voor mijn gevoel stond mijn leven op z’n kop. Het lukte me maar met moeite om mijn sociale contacten te onderhouden. Al snel moest ik mijn dansclubjes afzeggen, want die begonnen om half acht ’s avonds en vaak was Gert-Jan niet voor zeven uur bij mij. Hij vond het niet gezellig als ik dan een half uur later meteen de deur uit ging. In plaats van met vriendinnen uit eten te gaan, dronk ik snel een kop thee met ze uit mijn werk. En omdat ik elk weekend bij Gert-Jan zat, verviel ook mijn wekelijkse zondagmiddag bij mijn oudste zus en neefjes. Mijn zus vond het jammer, maar ze snapte het ook: ‘Dat komt wel weer. Ik snap dat jullie graag bij elkaar zijn als jullie zo verliefd zijn.’ Ik beaamde dat, al was ik niet superverliefd. Ik vond het vooral gezellig om samen op de bank tv te kijken of met vrienden van hem uit eten te gaan of samen een dagje meubelboulevard of bouwmarkt te doen. We waren wekenlang druk met de verbouwing van zijn woning. Gert-Jan had een koophuis waar hij nog met zijn ex had gewoond. Hij was langzaam bezig de boel te veranderen en vroeg steeds vaker wat ik van bepaalde meubels of kleuren vond. Samen verfden we alles opnieuw en kozen we een keuken uit. Het huis werd steeds meer van ons samen.”

Enorme twijfel

“Vier maanden na onze eerste Tinderdate vroeg Gert-Jan of ik bij hem wilde intrekken. De afstand begon hem op te breken, zei hij. Ook ik baalde ervan om op vrijdagavond soms tweeënhalf uur
naar hem onderweg te zijn. Ik zag er ook naar uit een volgende stap te zetten. Bovendien: als we kinderen wilden, moest ik concessies doen. Maar ik twijfelde ook. Het ging zo snel. In Amsterdam kende ik niemand. Gert-Jan had er zelf ook weinig vrienden, omdat hij zo hard werkte. Wat mij over de streep trok, was dat ik gemakkelijk een baan kon vinden in Amsterdam. Ik had eigenlijk voor de grap gesolliciteerd, maar na één gesprek kon ik al beginnen. Spontaan nam ik de baan aan, zegde mijn oude job op en zette mijn appartement te koop. Het was nog crisistijd, dus niet de beste periode. Uiteindelijk verkocht ik het ver onder de aankoopprijs. Ik hield een schuld van vijftienduizend euro over. Volgens Gert-Jan zouden we die samen afbetalen, maar dat is er nooit van gekomen. Ook stoppen met de pil, iets wat Gert-Jan voorstelde, heb ik nooit gedaan. Er was elke keer wel een reden om te wachten. Eerst wilde ik de verbouwing van de keuken en badkamer achter de rug hebben. Daarna een vast contract krijgen bij mijn werkgever. Weer daarna moest Gert-Jan herstellen van een liesbreukoperatie. Instinctief voelde ik aan dat het beter was het zwanger worden nog even uit te stellen.”

Elke avond alleen

“Samenwonen bleek minder leuk dan gedacht. Nu we elke nacht samen sliepen, nam Gert-Jan het niet meer zo nauw met samen eten. Ik was om vier uur klaar met werken, deed dan boodschappen en kookte, maar wist nooit of Gert-Jan wel of niet thuis at. Soms stapte hij om negen uur ’s avonds binnen. In de uren dat ik alleen zat, verveelde ik me dood. Mijn vriendschappen van vroeger waren al verwaterd, ik sprak die meiden alleen nog via Facebook. Ik wilde wel op een dansclub gaan, maar ik was te verlegen om er alleen naartoe te gaan. En vrienden om me te vergezellen had ik hier niet, mijn collega’s kende ik te kort om er mee te kunnen afspreken en de buren waren erg op zichzelf. Ik had een keer cupcakes gebakken en was daarmee langs de buren gegaan om me voor te stellen. Zonder succes. Drie mensen deden niet eens open, onze naaste buurman bleek stokdoof en aan de overkant woonde een vreemde vrouw, die mijn cakejes afsloeg en me vervolgens nooit gedag heeft gezegd.”

“Gert-Jan en ik hadden ook steeds vaker woorden. Ik baalde dat hij amper thuis was, hij vond mij slordig. Hij klaagde dat ik het allemaal keurig schoon hield bij mijn ‘klantjes’, maar er thuis een rotzooi van maakte. Ik was ’s middags vaak gewoon te moe om nog te strijken of stofzuigen, als ik al de hele dag in de weer was. Ik had twee kittens uit het asiel gehaald om me gezelschap te houden en die maakten een bende van hun kattenbak en voer. Daar kon Gert-Jan ontzettend over mopperen. Ook vond hij het maar saai dat ik vroeg in bed lag. Mijn wekker ging al om zes uur ’s morgens, hij bleef tot ’s nachts tv-kijken. Daardoor vreeën we nauwelijks en daar maakte Gert-Jan ruzie om. Sowieso werd steeds duidelijker dat we heel erg verschilden. We deelden weinig interesses. Ik ben een enorm gezelligheidsdier. Dol op familie en aanloop. In het weekend wilde ik altijd naar mijn vader en moeder toe. Gert-Jan had daar vaak geen zin in. Hij had met zijn ouders gebroken en vond dat het weekend voor ons was. Maar dat betekende dat we meestal uitgeblust op de bank hingen. Het laatste half jaar van onze relatie ben ik heel eenzaam geweest. We leefden volkomen langs elkaar heen. Gert-Jan was doordeweeks vaak geen avond meer voor elf uur thuis. Ik deed niets anders dan internetten en bellen met mijn familie. Ik voelde al langer dat ik verkeerd bezig was, maar wilde niet toegeven dat onze relatie was mislukt. Ik had zo graag een relatie gewild, maar eerlijk gezegd was ik als single gelukkiger.”

Alles opgegeven

“Inmiddels zijn we een twee jaar verder, zijn Gert-Jan en ik officieel uit elkaar en ben ik dus weer single, maar nog steeds niet happy. Nadat we uit elkaar zijn gegaan, regelde mijn werkgever een antikraakwoning voor me waar ik twee jaar mag wonen. Hoe lief ook, ik voel me opgesloten en alleen in Amsterdam. Al mijn familie woont ver weg en ik heb hier nog steeds geen nieuwe vrienden gemaakt. Ik ben gewoon niet op mijn plek in de grote stad en zou wel terug willen kruipen naar Limburg. Helaas ben ik hier financieel gebonden. Ik leef van vijftig euro per week, want ik heb schulden. Naast de schuld van mijn oude woning, heb ik ook de helft van een lening op mijn naam staan die Gert-Jan en ik zijn aangegaan voor een vakantie en nieuwe tv. De tv heb ik mee gekregen, maar als ik die verkoop, levert dat amper nog iets op. Verder heb ik niks overgehouden aan mijn relatie. Hij is in zijn woning blijven wonen, die staat op zijn naam. Ik heb ook nooit meebetaald aan de hypotheek, dus ik kon nergens aanspraak op maken. Terug verhuizen naar mijn geboortedorp kan niet. Er zijn daar amper huurwoningen en om iets te kunnen kopen, moet ik schuldenvrij zijn én een baan met een vast contract hebben. Ik heb mijn oude werkgever al gebeld, maar mijn vacature is allang vervuld. Ik zou kunnen gaan schoonmaken, maar dat betaalt stukken minder en dan kom ik niet uit met mijn geld. Ik kan ook niet zo lang bij mijn ouders of zussen inwonen, want ik heb twee katten. Die achterlaten is geen optie, maar ze meenemen ook niet.

’s Avonds huil ik mezelf vaak in slaap. Ik heb alles opgegeven voor de liefde, maar uiteindelijk is me dat duur komen te staan. Hier een nieuwe relatie beginnen, zie ik niet zitten, uit angst dat ik dan nooit meer terug kan naar Limburg. Dus ik vrees dat het moederschap ook niet meer voor me is weggelegd. Misschien dat ik later een lieve vriend vind, als ik terug kan naar mijn roots. Er zit nu niets anders op dan zuinig te leven en hard te sparen. Ik heb meer uren aangevraagd op mijn werk en poets ook nog wat zwart bij. Als alles goed gaat, ben ik over twee jaar schuldenvrij en kan ik eindelijk weer naar huis.”

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.