Romy (23) runt een gezinshuis met vijf pleegkinderen

Romy (23) had altijd al een groot hart voor kinderen. Inmiddels runt ze samen met haar vriend Branco (24) een gezinshuis en zorgt ze 24/7 met enorm veel liefde voor hun vijf pleegkinderen.

Romy (23) had altijd al een groot hart voor kinderen. Inmiddels runt ze samen met haar vriend Branco (24) een gezinshuis en zorgt ze 24/7 met enorm veel liefde voor hun pleegkinderen.

Romy: “Het zijn de heel gewone dingen die voor mijn kinderen bijzonder zijn. De liefde en structuur van een gezin. Met vriendjes spelen in de speeltuin, een ijsje halen, naar de bios gaan, een dagje pretpark, logeren in het strandhuisje van opa en oma. Dat hebben ze nooit gekend. De meeste van mijn kinderen komen uit gezinnen waar geweld, drugsgebruik en misbruik gewoon waren. Ze hebben na hun uithuisplaatsing in verschillende pleeggezinnen gezeten waar het telkens weer misging. Nu ze bij mij wonen, doe ik er alles aan om ze een zo normaal mogelijke jeugd te geven. Ik had altijd wel het idee dat ik jong moeder wilde worden, maar dat ik een gezinshuis zou gaan runnen, dat had ik nooit kunnen bedenken. Dat ik met kinderen zou gaan werken, wist ik in groep 8 al. Van jongs af aan had ik al een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Ik paste op mijn elfde al op en ik hielp in de turnzaal bij de lessen aan kleine kinderen. Na de middelbare school volgde ik een MBO-opleiding tot onderwijsassistent met het plan om daarna naar de PABO te gaan om leerkracht te worden.”

Niet snel onder de indruk

“Mijn mentrix had een pleegkind en vroeg mij of ik op wilde passen. Later startte ze een gezinshuis. In een gezinshuis worden meerdere pleegkinderen opgevangen binnen een gewoon gezin. Vaak zijn dit kinderen die het in een normaal pleeggezin niet gered hebben, omdat ze bijvoorbeeld te ernstig getraumatiseerd zijn. Wat het anders maakt dan pleegzorg, is dat in ieder geval een van de ouders professionele ervaring heeft met zorg voor jongeren. Naast zorg en liefde biedt een gezinshuisouder ook professionele begeleiding. Tijdens mijn werk in het gezinshuis merkte ik: het werk met deze kinderen ligt me goed. Ik ben nogal nuchter en niet snel onder de indruk, ook niet van heftig gedrag. Ik had een klik met mijn oppaskinderen en ik vond het mooi om te zien dat het goed met ze ging, terwijl ze zoveel hadden meegemaakt.”

Ook interessant: Mirjam ving jarenlang pleegkinderen op

Jong maar vastberaden

“Twee jaar geleden woonden er twee pubermeiden in dat gezinshuis met wie het niet zo goed  liep. Om hen een rustigere plek te bieden, besloot ik om onder supervisie van mijn voormalig mentrix een eigen gezinshuis te beginnen. Ik woonde op mezelf, was klaar met mijn opleiding tot onderwijsassistent en had voldoende werkervaring opgedaan. De stichting waar mijn gezinshuis GeZ!n onder valt ging akkoord met mijn plan. Het was natuurlijk een grote beslissing om die meiden in huis te nemen, want op dat moment gaf ik een heel stuk van mijn vrijheid op. Ik moest er zijn, dag en nacht. Toch heb ik er niet lang over na hoeven denken. Ik was hartstikke jong, maar vastberaden. Ook mijn ouders steunden me. Zij hebben nooit getwijfeld of ik dit wel zou kunnen. Niet al mijn vriendinnen begrepen mijn keuze, maar de meesten wel. Ik heb eerst de certificaten gehaald die nodig zijn voor het runnen van een huis en ben daarna een HBO-opleiding pedagogiek en een EVC-traject gaan volgen. Dit deed ik onder schooltijd.”

Veel onrust

“Het eerste jaar heb ik veel opvang voor kortere tijd gedaan. Dat waren allemaal uit huis geplaatste pubers van 15, 16, 17 jaar die tijdelijk bij mij woonden in afwachting van een uitspraak van de rechter. Ik zorgde voor ze, samen met een pedagogisch medewerker en ik werd ondersteund door mijn mentrix. Een van die meiden is naar een instelling gegaan, anderen gingen weer naar huis. Al die wisselingen gaven veel onrust, voor de kinderen die mochten blijven, maar ook bij mij. Want hoewel ik me professioneel opstel, doet afscheid nemen natuurlijk iets met je. Daarom heb ik vorig jaar bij de jeugdbescherming aangegeven dat ik alleen nog kinderen in huis wilde nemen met de mogelijkheid om te blijven. Ook heb ik de keuze gemaakt voor jongere kinderen. Hoe ouder kinderen zijn, hoe ernstiger ze vaak beschadigd zijn in de hechting.”

Slingers

“Met hulp van een pedagogisch medewerker zorg ik nu voor drie meisjes van 2, 8 en 13 en twee jongens van 4 en 9. Ze hebben hiervoor op verschillende pleegadressen gewoond en in hun jonge leven al heel wat ellende meegemaakt. Inmiddels heeft de rechter voor de oudste drie beslist dat ze tot ze volwassen zijn bij mij mogen blijven wonen. Ze waren zó blij, dat ze zelfs slingers hebben opgehangen.

Bij de twee jongsten is de uithuisplaatsing verlengd. Er volgt nog een voogdijzaak. We willen ervoor zorgen dat ze bij ons mogen blijven. Ze hebben hier hun thuis gevonden en weten dat mijn vriend Branco en ik er altijd voor ze zijn. Tot hun achttiende krijgen wij een budget voor ieder kind waardoor ze bij ons kunnen wonen, maar ook daarna mogen ze blijven zolang ze willen. Als ze later willen gaan studeren, dan kan dat. We leggen daar geld voor opzij.”

Lees ook: Albertine raakte met haar kinderen in de auto te water

Hechtingsproblemen

“Het gaat nu heel goed met de kinderen, maar de eerste maanden moest ik echt wel aan de bak. Dat was 24 uur per dag, zeven dagen in de week hard werken. Doordat ze hechtingsproblemen hebben, waren ze heel wisselend in emotie. Het ene moment konden ze een woede-uitbarsting hebben en daarna juist please-gedrag vertonen. Ze konden ook niet eten met mes en vork en waren niet gewend om hun tanden te poetsen. Door ze veel structuur, rust en duidelijkheid te bieden, gaat het nu goed.

Ik kom zelf uit een warm en fijn gezin waar veel kon en mocht, maar waar nee ook nee betekende. Dat is ook wat ik mijn kinderen wil meegeven. Als ze zeuren om nog een snoepje tijdens een feestje, dan geef ik niet toe. Puur omdat ze met die onduidelijkheid niet goed kunnen omgaan. Op anderen komt dat soms streng over, maar ik hou toch vol. De kinderen weten heel goed wat er van ze verwacht wordt en daar houden we ze aan. We hebben een strak dagritme en duidelijke regels. Er is altijd iemand voor ze thuis. Ik merk dat het de kinderen goed doet.

Natuurlijk heeft ieder kind zijn ups en downs. Om hun trauma’s te verwerken zijn ze onder behandeling van een therapeut, maar ze leven ook steeds meer een normaal leven. Ze zitten allemaal op school en doen aan sport. Ze hebben vriendjes en het komt tegenwoordig geregeld voor dat ik zonder kinderen thuiskom na schooltijd, omdat ze allemaal ergens spelen zijn. Of dat hier het huis helemaal vol is met kinderen. En zo hoort het.

Verjaardagen worden hier altijd groots gevierd, compleet met springkussen en lekkere hapjes. Omdat Branco en ik willen dat de kinderen in een warm netwerk opgroeien, nodigen we altijd onze familie en vrienden uit. Deze kinderen hebben vaak jaren niks gehad met hun verjaardag, daarom willen we ze op speciale momenten extra laten genieten. Dat verdienen ze. Ze krijgen echt niet alles wat ze willen, maar we proberen wel zo veel mogelijk mooie herinneringen met ze te maken. We zijn met ze gaan skiën en gaan deze zomer met z’n alleen naar Spanje. Maar ik geniet ook van het kleine alledaagse. Als ik kleren met ze ga kopen, zijn ze zo blij. Ze weten namelijk ook wat het is om in te kleine, strakke kleren te lopen met gaten erin. Ze bedanken me altijd. Ik verwacht nooit iets terug van de kinderen, maar hun dankbaarheid is mooi.”

Trauma’s

“Drie van onze kinderen hebben nog contact met hun biologische ouders, voor twee is het te traumatisch. Met de kinderen die het wel aankunnen, spreek ik eens per maand af met hun biologische ouders. In het begin was dat vanwege de veiligheid op het kantoor van Jeugdzorg, maar inmiddels treffen we elkaar in een lunchcafé, waar de kinderen kunnen spelen. In het belang van de kinderen wil ik het contact met de ouders goed houden. Zij moeten weten waar ze vandaan komen, ook voor later. Het kan ze helpen bij het verwerken van de trauma’s die ze hebben.

Soms vallen kinderen na zo’n bezoek aan hun ouders enorm terug. Hoeveel ellende de kinderen ook hebben meegemaakt, ik weet dat ouders vaak zelf ook zijn beschadigd in hun jeugd. En ik begrijp dat het voor een ouder ook traumatisch is als een kind uit huis wordt geplaatst. Dat ze willen weten hoe het met hun kind gaat. Maar ik geef toe: soms is het ingewikkeld en ben ik blij dat de kinderen na een uurtje weer met mij mee naar huis gaan. De meeste ouders zijn blij dat kun kind een vaste plek heeft gevonden. Een van de moeders zei laatst zelfs tegen me: ‘Gelukkig hou je van hem alsof het je eigen kind is’. Zij ziet ook in daar haar zoon nu beter af is.”

Lees ook: Sylvia is ongewenst kinderloos

Mama

“Ik hou van alle kinderen evenveel, maar met alle vijf heb ik een andere band. In het begin heb ik een beetje professionele afstand gehouden, ook om het niet te moeilijk voor de kinderen te maken als ze toch weer weg zouden moeten. Alleen bij de jongste lukte dat niet. Zij kwam als baby van vijf maanden, nachtenlang heb ik met haar op de arm gelopen. Ze was altijd bij me omdat ze de kans moest krijgen om zich te hechten. Toen we na een paard maanden hoorden dat ze van de rechter mocht blijven, was dat zo’n opluchting. Als ik haar had moeten laten gaan, had ik dat extra moeilijk gevonden.

Ik was altijd gewoon Romy voor de kinderen, maar een tijd geleden kwam onze dochter van 8 naar me toe met de vraag of ze me mama mocht noemen. Dat vond ik wel heel bijzonder. Dat was voor haar belangrijk, ook omdat ze geen contact meer heeft met haar biologische moeder. En ze wilde me ook mama kunnen noemen op het schoolplein. De rest van de kinderen is vanzelf gevolgd. In het begin moest ik eraan wennen, maar het is een bijzonder gevoel als ze ‘mam’ tegen me zeggen. Natuurlijk zijn ze ook weleens boos. Dan vinden ze me een rotmoeder en willen ze een ander huis, net als ieder kind. Ik ben daar blij mee. Dat ze dat durven te zeggen, betekent dat ze zich veilig voelen.”

Leuke man

“Twee dagen per week gaat de jongste naar de opvang en heb ik werkafspraken buiten de deur. Ik bied ook opvoedondersteuning in gezinnen waar het mis dreigt te gaan. Als school om twee uur uit gaat, ben ik er weer voor de kinderen. Ik ben soms net een taxichauffeur, mijn agenda is altijd vol en als de kinderen ’s avonds op bed liggen, heb ik ook echt wel even een momentje voor mezelf nodig. Toch zou ik niks anders willen. Om dit werk te kunnen doen, heb ik best veel opzijgezet en vrijheden opgeven. Ik kan bijvoorbeeld niet zomaar spontaan met vrienden de stad in. Dat lukt alleen als onze pedagogisch medewerker op woensdagavond oppast.

Ik heb me ook afgevraagd of ik ooit een leuke man zou vinden die bij mijn gezin zou passen. Ik hield er rekening mee dat ik misschien wel nooit een eigen kind zou krijgen, terwijl dat mijn grote droom was. Toch heb ik nooit een seconde getwijfeld om eraan te beginnen, omdat dit mijn passie is. Dat Branco een jaar geleden in ons leven kwam en met mij in dit avontuur wilde stappen, is geweldig. Ik kende hem al wat langer, toen we elkaar meer dan leuk bleken te vinden. Ik wilde eerst zeker weten dat het tussen hem en de kinderen goed zat en of hij zou kunnen opvoeden. Hoe leuk ik hem ook vond, ik was geen relatie met hem begonnen als hij niet bij mijn gezin zou passen. Beetje bij beetje heb ik hem steeds meer bij het huis en de kinderen betrokken. We hebben wat uitstapjes gemaakt met de kinderen en al snel wist ik dat Branco ervoor wilde gaan. In plaats van rustig samen daten en samen leuke dingen doen, hadden we gelijk een groot gezin.

Het is voor de oudste kinderen heel goed geweest dat ze een tijd alleen met mij hebben gewoond, omdat zij slechte ervaringen met mannen hebben. Toen Branco net bij ons kwam, gaf dat onrust. De lampjes moesten opeens ’s nachts aanblijven en Branco mocht niet bij ze op de kamer komen. We hebben daar duidelijke afspraken over gemaakt en inmiddels is het voor iedereen gewoon dat hij er is. Branco zorgt voor de kinderen alsof hij nooit anders gedaan heeft. De kinderen noemen hem ook papa. Het is belangrijk dat de ze nu ook kunnen ervaren dat het veilig kan zijn met een man in huis en dat een relatie zonder geweld en misbruik ook bestaat.

Zusje erbij

“Heel bewust hebben we er voor gekozen om snel aan een kind van ons samen te beginnen. We wilden geen groot leeftijdsverschil tussen de kinderen. In september ben ik uitgerekend. De kinderen verheugen zich op de komst van hun zusje.  Nu ik zwanger ben, kan ik extra boos worden om wat volwassenen kinderen aandoen. De kinderen zien dat het ook heel anders kan en hoort. Dat ik ze dat kan meegeven, vind ik mooi. Ik weet dat kinderen die geen goed voorbeeld krijgen, vaker uiteindelijk ook niet goed voor hun eigen kinderen kunnen zorgen. Het zou mooi zijn als ze later alle vijf een gezin kunnen hebben en het wél goed doen met hun kinderen. Ik wil de cirkel voor ze doorbreken. Daar heb ik alles voor over.”

Tekst: Nathalie van der Brug. Foto’s: Bart Honingh. Visagie: Linda Huiberts.