30x de mooiste babynamen met de letter A

Nicole: ‘Al mijn vriendinnen zijn al moeder. Zal dat mij ooit lukken?’

Het lukt Nicole (29) en haar vriend Mark (32) maar niet in verwachting te raken. “Waarom het bij mij niet lukt? Ik heb echt geen idee. Ik doe niks anders dan mijn vriendinnen en leef zelfs gezonder.”

Nicole: “Aan de eerste babyshower heb ik nog enthousiast meegedaan en de eerste twee kraambezoeken gingen me ook goed af. Maar hoe langer het duurt voordat ik zelf zwanger word, hoe meer moeite deze feestjes mij kosten. De geknutselde luiertaarten, babysokjes en beschuiten met muisjes staan me vreselijk tegen. Ik word er zo verdrietig van. Inmiddels heb ik de surprisefeestjes voor mijn vriendinnen Suzanne en Brenda aan me voorbij laten gaan. Ook ben ik pas laat op kraambezoek gegaan bij Jorit, de op-één-na-laatste baby van mijn vriendinnengroepje. Ik kan het gewoon niet langer opbrengen.”

Grote kinderwens

“Op de pabo vormden mijn vriendinnen en ik met ons zessen een onafscheidelijk groepje. Leraren noemden ons ‘de bende van ellende’, maar die bijnaam was ludiek bedoeld, omdat we altijd aan het lachen waren. Ik leerde Wendy, Joyce, Suzanne, Brenda en Marieke in het eerste jaar kennen en we hadden direct een klik. We zaten naast elkaar in de lessen, maar trokken ook na schooltijd met elkaar op. Winkelen, stappen, een dagje wellness, met z’n allen op yoga of aquajoggen. Zodra iemand een leuk plan had, was de rest er ook voor te porren. We deelden alles. Niet alleen schoolwerk en stageavonturen, maar ook privé-beslommeringen. We zaten in dezelfde levensfase. We werden verliefd, kregen relaties, hadden een enkele keer liefdesverdriet, sommigen trouwden, anderen gingen samenwonen. En uiteindelijk settelden we allemaal. We hadden ieder een grote kinderwens, maar dat kan ook niet anders met zes aspirantjuffen bij elkaar. We fantaseerden hoe we later met een hele rij kinderwagens naast elkaar in het park zouden zitten. Marieke was de eerste die zwanger raakte. Dat konden we verwachten; zij is de oudste en had al sinds haar zeventiende verkering. Toen zij vertelde dat ze zwanger was, zaten we die avond met z’n allen bij de Italiaan. Iedereen begon enthousiast te gillen en de een na de ander biechtte op dat ze ook met de pil wilde stoppen of net was gestopt.

Mijn vriend Mark en ik waren er nog niet helemaal over uit. We waren drie jaar samen en heel erg happy. Ik wilde dolgraag een kind, maar Mark is schilder en was nog niet in vaste dienst. Als zzp’er had hij een onzeker bestaan. Hij wilde eerst een vast contract afwachten, voor wij voor een kind zouden gaan. Ik hield die avond mijn mond, niet wetende dat Mark twee weken later een vaste aanstelling zou krijgen bij een groot schildersbedrijf. Op die avond dronken we champagne en gooide ik triomfantelijk de laatste vier pillenstrips weg. Byebye pil, hello baby!”

Medische molen

“Eigenlijk verwachtte ik dat het meteen de eerste maand raak zou zijn. In mijn beleving betekende onbeschermd vrijen werkelijk meteen zwanger worden. Maar de eerste maanden gebeurde er niks; ik werd steeds ongesteld. Natuurlijk was ik elke maand een beetje teleurgesteld, maar ik maakte me er niet druk over. Na een halfjaar kondigde Joyce bij het concert van de Toppers aan dat zij zes maanden later moeder zou worden. Ook nu was iedereen uitgelaten, maar deze keer deed ik minder vrolijk mee. Jaloers is niet het goede woord, want ik gunde het mijn vriendin. Ik ben het meest close met Joyce en ze is een lieve meid. Maar echt blij kon ik ook niet zijn. Met moeite toverde ik die avond een glimlach op mijn gezicht; ik had zo graag gewild dat ík degene was die nu dat nieuws had kunnen vertellen. Toen Joyce twee weken later een afspraak met mij afzegde omdat ze zo misselijk was, had ik echt de pest in. Ik vond dat ze zich niet moest aanstellen. Ze mocht blij zijn dat ze überhaupt zwanger was! Uiteraard zei ik dat niet, dat zou heel onredelijk zijn, maar ik voelde het wel zo en kon mijn ergernis maar met moeite verbergen.

Na een jaar was ik nog niet zwanger. Het was een jaar waarin ik twee kraamvisites had gehad en ik voor de derde keer een luiertaart stond te knutselen voor een zwangere buurvrouw of één van de meiden. Ik leefde gezond, dronk nog amper alcohol en slikte uit voorzorg al foliumzuur. Met Mark stapte ik naar de huisarts: ik wilde me laten onderzoeken. Wie weet was er een onschuldige reden waarom ik niet zwanger werd. Mijn huisarts vond de periode waarin Mark en ik het probeerden best meevallen, maar toen ik begon te huilen, verwees hij ons toch door naar het ziekenhuis. Vanaf dat moment belandden we in de medische molen. Er volgden erg veel onderzoeken: van bloedtests en samenlevingsonderzoeken (waarbij het aantal zaadcellen in sperma wordt bekeken) tot een pijnlijke baarmoederspoeling. Het waren nare ingrepen waardoor ik elke keer van slag raakte. Ik hoopte dat de artsen iets zouden vinden wat makkelijk op te lossen viel, maar er werd geen reden gevonden voor het uitblijven van een zwangerschap. Zowel Mark als ik was vruchtbaar. Mijn gynaecoloog stelde dat wij tot dat deel van de mensen behoren bij wie geen oorzaak te vinden is. Bij een derde van de gevallen ligt het aan de man, en bij een derde aan de vrouw. Bij ons was het óf een verkeerde combinatie of gewoon vette pech.”

Geen vervolgtraject

“Inmiddels zijn we ruim tweeënhalf jaar verder, hebben alle meiden van ‘de bende’ inmiddels een kind en is Marieke zelfs zwanger van de tweede. De vraag waarom het bij mij als enige niet lukt, is gekmakend. Ik heb er geen antwoord op. Ik doe volgens mij niks anders dan mijn vriendinnen en leef zelfs gezonder. Mark vindt dat ik er geen groot probleem van moet maken. We zijn ‘pas’ tweeënhalf jaar bezig, zegt hij. Voor mij is het geen pas, maar ál. Ik had allang met mijn baby’tje in de kinderwagen willen wandelen en een kinderkamertje willen maken. Ik heb geen zin om geduld te moeten hebben. Maar het zal wel moeten, want Mark wil absoluut niet het vervolgtraject in. Voor vruchtbaarheidsbehandelingen als iui of ivf vindt hij het nog veel te vroeg. Hij zegt: ‘We zijn nog jong, hebben alle tijd. Het komt vanzelf goed.’ Misschien heeft hij gelijk, maar ik heb geen zin om te wachten. Ik verlang zo naar een baby.

Het vervelende is dat ik dit nauwelijks met mijn vriendinnen kan delen. De meiden weten wel dat het zwanger worden bij ons nog niet lukt, dat heb ik hen ruim een jaar geleden verteld tijdens een etentje en dat vinden ze ongelofelijk rot voor me, maar ik verberg mijn grootste verdriet erover. Ik wil geen medelijden of hun geluk vergallen door ze te confronteren met mijn pijn en tranen. Meestal zien we elkaar op babyfeestjes, dan is het misplaatst als ik ineens begin over een miskraam of vruchtbaarheidsbehandeling. En ik kan ook niet zo veel met goedbedoelde adviezen als ‘ach, jullie tijd komt echt nog wel’ of ‘geniet maar lekker van je rust, straks piep je wel anders met die gebroken nachten’. Ik merk ook dat zij te druk zijn met hun gezin. Onze band als groep verandert, ons contact is minder intensief. Laatst probeerden we via Datumprikker tot een dag te komen waarop we met z’n allen ouderwets naar de sauna kunnen gaan, maar tot een datum komen lukte niet; er is altijd wel iemand die geen oppas of vrij kan regelen.

Op dit moment sta ik nog fulltime voor de klas. Op die manier kunnen Mark en ik flink doorsparen voor een nog mooiere babyuitzet of voor vakanties. Mijn vriendinnen werken allemaal drie dagen. Het blijkt heel pittig te zijn om dat te combineren met het moederschap. Laat staan met vriendinnen. Dat snap ik best. Maar soms mag je toch wel een beetje moeite doen? Ik zou het zonde vinden als de vriendschap verwatert.”

Uit de appgroep

“In individuele gesprekken laat ik af en toe wel iets vallen over mijn kinderwens. Ik heb een tijdje geleden een miskraam gehad bij zes weken. Super pril, maar ik was er kapot van. Toen heb ik meteen Joyce gebeld om bij uit te huilen, en ze steunde me waar ze kon. Ze snapte ook heel goed dat ik toen niet veel zin had in de babyshower van Brenda en Suzanne en die heb overgeslagen. Net zoals de anderen er ook begrip voor hebben dat ik niet meer vooraan sta als er iets georganiseerd moet worden. Het is voor mij te confronterend om babywinkels in te gaan. Voortaan maak ik geld over en laat één van de anderen kraam- of babyshowercadeaus kopen. Ook ben ik uit de vaste appgroep gegaan. Bijna alle gesprekken gingen over slapeloze nachten, borstvoeding, doorkomende tandjes en luieruitslag. Onderwerpen waar ik nog niet over mee kan praten en waar de meiden onderling wel veel over kletsen. Nu hebben zij een aparte moedergroep aangemaakt en zit ik met de meiden in een algemene groep – al wordt daar maar mondjesmaat iets in gepost. Hun wereldje is op dit moment klein.

Hormonen roepen

“Ik zou graag zeggen dat het niet zo was en Mark wordt gek als hij het hoort, maar mijn kinderwens beheerst mijn leven. Ik sta ermee op en ga ermee naar bed. Ik temperatuur mezelf elke morgen om zeven uur – ook in het weekend, als ik niet vroeg op hoef voor werk, om zo mijn vruchtbare dagen te kunnen checken. Op het juiste moment verleid ik Mark tot seks. Zelfs als ik er geen zin in heb, trek ik alles uit de kast. Daarna ben ik twee weken bezig met het luisteren naar mijn lichaam: voelen mijn borsten anders? Ben ik humeuriger? En het belangrijkste: bloed ik? Tegen de dag waarop ik ongesteld moet worden, ga ik als het kan tien keer per uur naar het toilet om mijn inlegkruisje te checken. Mark weet dit allemaal niet. Hij wil ook dolgraag vader worden, maar waarschuwt me vaak dat ik er geen obsessie van moet maken, omdat we juist dan in een negatieve cirkel terechtkomen en het nooit lukt. Tegen hem probeer ik er dus luchtiger over te praten. Doe ik net alsof ik toevallig enorme zin in seks heb en niet tot op de seconde weet wanneer ik ongesteld moet worden. Ik denk dat hij gelijk heeft, dat ik meer afstand moet nemen en er niet constant mee bezig moet zijn. Maar ja, mijn hormonen roepen, mijn eierstokken schreeuwen en mijn hart gilt om een kind. En probeer maar eens koel te blijven, met zo veel schattige baby’s in je vriendenkring! Wat ook niet helpt, is dat bij mij in de straat op dit moment twee vrouwen in verwachting zijn. Dat was te verwachten, want Mark en ik zijn hier naartoe verhuisd omdat het zo’n kinderrijke buurt is. Heerlijk als het ons straks ook is gegeven een kind te krijgen, maar voor nu doen die bolle buiken om me heen me weinig goed.”

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.