Mirjam ving jarenlang pleegkinderen op: 'Ze hebben mijn leven verrijkt'

Mirjam ving jarenlang pleegkinderen op: ‘Ze hebben mijn leven verrijkt’

Mirjam Oldenhave (58), auteur van onder meer de populaire Mees Kees-boeken, geeft in Weet ik veel een inkijkje in de wereld van haar pleegmoederschap. Samen met haar man Job ving ze 25 jaar lang pleegkinderen op via crisispleegzorg.

Mirjam Oldenhave (58), auteur van onder meer de populaire Mees Kees-boeken, geeft in Weet ik veel een inkijkje in de wereld van haar pleegmoederschap. Samen met haar man Job ving ze 25 jaar lang pleegkinderen op via crisispleegzorg. En elke situatie was weer anders: “Het enige wat ik altijd probeerde te doen, is de kinderen liefde geven.”

Mirjam: “Na al die jaren hebben we nog steeds intensief contact met drie van onze pleegkinderen. Natuurlijk had ik dat nooit verwacht. Er werd bij de crisispleegzorg waar wij voor kozen alsmaar gehamerd op het feit dat het iets tijdelijks was en dat we voorbereid moesten zijn op het afscheid. Toch liep het in ons geval anders. De drie die nog steeds bij ons komen, beschouw ik als mijn eigen kinderen. Het zijn inmiddels allemaal volwassen vrouwen, sommigen zelfs met kinderen. Voor hen ben ik oma. Die rol had ik voor geen goud willen missen.

Ik wilde als kind al pleegmoeder worden. Mijn moeder, die oorspronkelijk uit Indonesië komt, is opgegroeid in een pleeggezin. Haar ouders zijn jong overleden en vervolgens kreeg ze een geweldige pleegmoeder, mijn oma. Ik vond haar een heel bijzondere dame en vanaf het moment dat ik wist dat zij niet de biologische, maar de pleegmoeder was van mijn moeder, was dat ook mijn missie. Ik was toen tien jaar. Ik heb het er nooit over gehad met mijn oma. Ze wilde voor de buitenwereld helemaal niet weten dat mijn moeder niet haar echte kind was. Daar praatte je niet over, het was voor haar een taboeonderwerp. Of misschien eerder een principekwestie: mijn moeder was haar kind. Punt. En ze gaf haar net zo veel liefde en net zo veel standjes als haar biologische kinderen.”

Romantisch idee

“Door mijn oma heb ik dus nooit anders gewild dan pleegmoeder worden. Ik ben er – nu meer dan 25 jaar geleden – met een heel romantisch idee ingestapt. Zo van: ik ga kinderen helpen. Job keek er anders naar. Hij wilde eigenlijk helemaal geen kinderen. Het heeft me jaren gekost om hem over de streep te trekken. Uiteindelijk stemde hij in met crisispleegzorg waarbij de plaatsing meestal acuut is. Als je wordt gebeld, staat het kind meestal al klaar met de jas aan. Job zag de crisispleegzorg als een goed compromis. ‘Het is voor maximaal drie maanden, dus je kunt je er niet echt een buil aan vallen’, zei hij letterlijk. Je zou kunnen zeggen dat Job tijdens de selectieprocedure van de pleegzorg mijn zwakke plek was. Ze mochten niet weten dat hij op de vraag ‘zullen we ons opgeven als pleegouders?’ had geantwoord: ‘Nou, vooruit dan maar’ in plaats van volmondig: ‘Ja! Dit gaan we doen Mirjam.’

Annemiek was de afgelopen 11 jaar pleegmoeder voor 13 baby’s

De cursus die we moesten volgen, was vooral gericht op de ontmoediging van kandidaten die een te romantisch beeld van het pleegouderschap hadden. Alle fraaie kantjes haalden ze ervan af. Ik was elke week serieus bang dat Job zou afhaken. Maar hij deed mee aan alle rollenspellen, hij beantwoordde de vragenlijsten in ons ‘levensboek’, voerde openhartige gesprekken met de dames van de pleegzorg en werd ten slotte goedgekeurd. Onze thuissituatie werd stabiel bevonden en het eindrapport was positief. Nadat we van het Ministerie van Justitie een verklaring van onberispelijk gedrag in het verleden kregen, waren we officieel crisispleeggezin.”

Klik met pleegkinderen

“En dan kun je elk moment gebeld worden. Onze eerste pleegdochter was meteen al een heel leuk kind. Ze wilde steeds maar opruimen. Wat ik ook probeerde, ze werd pas rustig als ze mocht poetsen. Dan ging ik met de hond wandelen en zei ik tegen haar: ‘Je maakt me niet blij als je gaat opruimen.’ Maar dan kwam ik thuis en zag alles er toch pico bello uit. Vaak brak mijn hart. Acht jaar was ze pas. Hoe vaak ik niet heb gedacht: ga toch spelen meisje, maak rommel. Het is goed gekomen hoor, met haar. Na een tijdelijk compromis waarin zij zich een uurtje liet meenemen naar de speeltuin en ik een uur ging poetsen met haar, viel het kwartje. En begreep ze dat ik de volwassene was en zij het kind.

Zij komt nog steeds bij ons. Tegen haar kan ik ook zeggen: het is jouw schuld dat ikzelf nooit kinderen heb gekregen. Want ik had wel in mijn hoofd, stel dat het pleegouderschap te zwaar is, tegenvalt of wat dan ook, dan ga ik opnieuw met Job om de tafel of we toch niet voor een eigen kind moeten gaan. Maar daarvan was helemaal geen sprake. We hadden direct met ons eerste pleegkind een ontzettende klik. Gekscherend zeg ik weleens tegen haar: ‘Jij moet straks als ik oud ben mijn karretje duwen.’”

Marcia herenigt adoptiekinderen met hun biologische ouders

Dit verhaal komt uit Vriendin 9.