vrouw

Martha: ‘Ik heb spijt dat ik nooit kinderen heb gekregen’

Martha (54) en Barend (55) zijn bewust kinderloos. Pas nu iedereen in hun omgeving opa en oma wordt, heeft Martha spijt. “Stiekem ben ik jaloers op de oma-dagen van mijn zus.”

Grootmoedergolf

“Mijn zus en schoonzussen, mijn beste vriendin, mijn buurvrouw: ze zweven allemaal op roze en blauwe wolken en zitten weer in de luiers. Niet omdat ze zelf zwanger zijn, maar omdat hun dochters en schoondochters dat zijn en zij binnenkort oma worden of net hun eerste kleinkind hebben gekregen. Het lijkt wel een epidemie of aardiger gezegd: een grootmoedergolf. Om me heen zie ik ineens allemaal vrouwen van mijn leeftijd achter kinderwagens lopen of zich vergapen aan rompertjes bij de Hema. En gek genoeg ben ik daar een beetje jaloers op. Daar waar ik als vruchtbare vrouw van twintig of dertig nooit een kinderwens heb gehad, heb ik nu, midvijftiger ineens spijt dat ik geen kinderen heb en dus ook nooit oma zal worden.”

Geen kinderhaters

“Mijn man Barend en ik zijn uit vrije wil kinderloos. Als ik dat vertel, krijg ik vaak de vraag of we dan ook kinderhaters zijn. Of dat we op zijn minst een hekel hebben aan kinderen. Maar dat is echt niet waar. Integendeel zelfs. Ik vind baby’s superlief. Ik ben gek op de zoete geur van hun lijfjes, vond het vroeger heerlijk om zo’n slapend kindje in mijn armen te hebben of de fles te mogen geven. Mijn man Barend en ik hebben regelmatig neefjes en nichtjes te logeren en buurtkinderen wisten dat wij altijd lolly’s in huis hadden en kwamen graag bij ons over de vloer. Maar ik heb nooit een sterke kinderwens gehad of het gevoel gehad zelf te willen baren. Kinderen pasten simpelweg niet in mijn volle leven, dacht ik.  

Ik ben altijd een actief ‘paardenmeisje’ geweest. Had tot vijf jaar geleden een eigen paard, Coco, waar al mijn vrije uren in gingen zitten. Niet alleen doordat ik graag buitenritten maakte in het weekend, maar ook qua verzorging was ik elke dag in de weer. Dat gecombineerd met een pittige fulltimebaan in de zorg, was jarenlang flink aanpoten. Ik had amper tijd om naar de kapper te gaan, laat staan om een kind op te voeden.

Ook mijn man Barend had weinig tijd voor nageslacht. Hij is politieagent, werkt ook onregelmatig en is vaak hele dagen op circuits te vinden, omdat hij gek is op autosport. Net als ik verdween hij na zijn werk vaak meteen richting clubhuis of vrienden. Hij had niet het idee dat hij veel miste als hij keek naar familie en vrienden die wel kinderen hadden.”

Goed gevuld leven

“We waren gewoon happy samen. Voor een buitenstaander leek het alsof we allebei ons eigen leven leefden, maar we gunden elkaar onze hobby’s en hadden genoeg waardevolle momenten samen. Daarnaast gingen we minstens drie keer per jaar op vakantie of een weekend weg. Ons leven was goed gevuld.

Het onderwerp ‘kinderwens’ hebben Barend en ik overigens nooit uitvoerig besproken. Het is niet dat we avond aan avond de voors en tegens bespraken. Voor ons hoefde het niet zo, besloten we al snel toen we verkering kregen. Het leven kon ook leuk zijn met een andere invulling. Misschien ooit nog, later. Als we er anders over zouden denken. Maar nogmaals, écht serieus heb ik er nooit over nagedacht. En zeker niet over het effect op de lange termijn.

In de eerste paar jaar van onze relatie lieten we het vraagstuk nog een beetje op zijn beloop. We vreeën met condoom en beseften dat dat niet honderd procent veilig was. We deden wel voorzichtig, maar pas toen we steeds drukker werden met onze hobby’s, namen we geboortebeperking serieuzer. Uiteindelijk liet Barend zich steriliseren, toen hij 35 was. Praktisch was dit gewoon het makkelijkst. Ik kan niet tegen de pil en dat gepruts met condooms stond ons tegen. Even een knipje erin en klaar. Daarna was het onderwerp kinderen van de baan en spraken we er niet meer over. Ik heb er ook geen dag spijt van gehad. Dat veranderde pas, toen mijn leven van de een op andere dag ingrijpend veranderde.”

Lees ook: Carolien is jaloers op haar zus Annette: ‘Ze heeft alles’

Andere invulling zoeken

“Vijf jaar geleden heb ik een ongeluk gehad en ben ik heel lelijk gevallen. Van mijn fiets nota bene, niet eens van mijn paard. Ik fietste in Amsterdam tijdens een uitje met collega’s. Een scooterrijder kon me niet meer ontwijken, ik raakte met mijn voorwiel de tramrails en voor ik het wist lag ik onderuit, met mijn knie volledig opzij gedraaid. Ik werd direct naar de eerste hulp gebracht. Daar constateerden ze dat mijn kruisbanden waren afgescheurd en mijn heup gekneusd.

Daarna ben ik alleen maar aan het dokteren geweest. Ziekenhuis in en uit en iedere keer weer een andere diagnose of medicijn. Sinds die val heb ik elke dag zenuwpijnen in mijn been en onderrug en slik ik ibuprofen om de dag door te komen. Uit bed opstaan is al een beproeving, dus paardrijden kan ik echt vergeten. Dat is niet meer te doen. Ik bezoek Coco, mijn merrie, nog wel, want zij is toch een beetje een kind en ik vind het fijn haar te borstelen en kroelen. Maar ze staat nu op een manege waar allemaal jonge meiden op haar rijden. De zeeën aan tijd die ik vroeger in mijn paard stak, heb ik dus over.

Idem dito qua werk. Ik kon met geen mogelijkheid met mijn zere lijf patiënten wassen en aankleden. Daarom heb ik me laten omscholen tot doktersassistente en werk ik drie ochtenden bij een huisartsenpraktijk. Mijn leven is nu negentig graden anders. Zonder fulltime baan en paard kom ik om in de vrije tijd. Ik zit veel meer thuis en heb meer tijd om na te denken en met vriendinnen af te spreken. Maar die zijn nu op hun beurt heel druk met het oma-schap.”

Stiekem jaloers

“Neem mijn zus Eefje. Over twee maanden wordt ze voor het eerst oma en haar huis lijkt wel een dependance van Prénatal. Ze heeft van de logeerkamer een babykamer gemaakt, overal liggen knuffels en speelgoed en er staat zelfs een box in huis, omdat ze een vaste dag per week gaat oppassen. Mijn beste vriendin Hannah past zelfs twee dagen in de week op haar kleinzoon en heeft weinig tijd voor theaterbezoek of etentjes, omdat ze het met het oppassen en haar baan, bijna drukker heeft dan toen ze zelf moeder was. Maar ze doet het met veel liefde en toewijding.

Datzelfde geluk zie ik terug bij mijn andere familieleden en vrienden. Stuk voor stuk tussen de vijftig en zestig jaar, genieten ze nu enorm van het oma-schap. Het ongelimiteerd baby knuffelen en verwennen, het spelen met kleintjes en een beetje mee zorgen. Stiekem ben ik daar erg jaloers op. Voor het eerst in mijn leven kamp ik met moedergevoelens, die ik uitleg als oma-kriebels. Het lijkt me geweldig om ook een kleinkind in huis te hebben rondlopen die met mij boeken wil lezen en kleuren, met wie ik op mijn gemak kan wandelen en de eendjes kan voeren.

Een eerlijk is eerlijk: nu ik zo afhankelijk ben en meer aan huis gebonden, zou het ook wel fijn zijn als ik een dochter of zoon had die zich om mij bekommerde. Barend is een schat en hij is veel vaker thuis dan voorheen, maar hij is niet reuze verzorgend van aard. Het lijkt me ineens ook zo leuk om met een dochter te gaan winkelen of een dag op stap te gaan. Alle dingen waarvan ik vroeger dacht dat ze me niet veel zouden doen, lijken nu met terugwerkende kracht veel leuker.”

Geen lieverkoekjes

“Barend snapt overigens niet dat ik nu zo sterk verlang naar een kind en kleinkind. Hij is vrij nuchter als ik zeg dat ik best spijt heb dat we nooit kinderen hebben gekregen, heeft geen geduld voor mijn ‘hadden we maar’- smeekbedes of ‘nu is het te laat’-gejammer. ‘Tja, dat is de consequentie van de keuzes die we hebben gemaakt, jij wilde geen moeder worden, dus dat betekent automatisch ook geen oma worden’ zegt hij dan. Of: ‘Lieverkoekjes worden niet gebakken.’

Dat snap ik ook wel. Ik wil ook niet klagen, maar je kunt toch van inzicht veranderen? Er is nogal veel veranderd. Eerlijk gezegd weet ik ook niet of ik net zo zou verlangen naar kleinkinderen als ik geen ongeluk had gehad. Misschien niet, omdat ik veel van mijn zorgende karakter bij mijn paard Coco kwijt kon. Aan de andere kant: de golf van baby’s die nu plaatsvindt bij mijn vriendinnen en (schoon) zussen, maakt ook heel wat los.

Onze oudste nicht Julia van 30, de dochter van Barends broer, heeft eind vorig jaar een zoontje gekregen, Dion. Een superschattig mannetje. Julia kwam als meisje vaak bij ons logeren en is ook gek op paarden, met haar heb ik een speciale band. Gelukkig betrekt zij mij ook bij Dion. Ik mocht als een van de eersten in het ziekenhuis op kraamvisite komen en ze houdt mij ‘achter de hand’ voor als ze een keer in omhoog zit met oppas. Jij bent zijn ‘stoma’ zegt ze dan, zijn ‘stiefoma’. Maar toch voelt het anders dan als ik zijn biologische oma zou zijn. Hij heeft er immers al twee. Twee echte.”

Klok terugdraaien

“Ook mijn zus die ik laatst vertelde dat ik best wel spijt had van mijn kinderloze bestaan, voelt met me mee. Ze bood spontaan aan dat ik een paar uurtjes moet langskomen op haar oma-dag. Dan mag ik de kleine een fles geven. Superlief natuurlijk, maar ik wil ook niet in haar zonnestralen lopen. Ik gun haar deze bijzondere tijd.

Het maakt me alleen triest. Had ik maar beter nagedacht over láter. Over hoe het leven er uit zou zien als ik gepensioneerd was. Er zal straks ook niemand op bezoek komen in het bejaardentehuis.  Ons koophuis, onze luxe spullen, zullen naar neven en nichten gaan, maar onze erfenis zal voor hen niet dezelfde betekenis hebben als het voor onze eigen kinderen zou zijn.

Hoe meer ik nadenk over het onderwerp, hoe meer ik besef hoe leeg je leven is zonder kinderen. Het liefst zou ik de klok terugdraaien. Als ik vrouwen die twijfelen over het moederschap zou spreken, zou ik zeggen: aarzel niet en ga ervoor! Als ik mijn leven over mocht doen had ik gezocht naar een oplossing om én een leuke hobby te kunnen hebben én een gezellig gezinsleven. Zo veel miljoenen vrouwen lukt dat, waarom bij mij dan niet? Helaas maakte ik een andere keuze. En daar pluk ik nu de zure vruchten van.”

Lees ook: Sylvia is ongewenst kinderloos: ‘Niet elke dag is goed, maar er zit wel iets goeds in elke dag’

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.