Loes (52) heeft voor het eerst in haar leven een relatie

Loes (52) heeft lang voor haar moeder gezorgd en was al 33 toen ze op zichzelf ging wonen. Een relatie zat er nooit in en ze dacht eigenlijk altijd vrijgezel te blijven. Maar toen ontmoette ze Lex (59). “Ik zag hem zitten en dacht: dit is mijn man.” 

Loes: “In de tijdschriften van mijn moeder zag ik vroeger van die idyllische kersttafereeltjes: een grote familie, zittend rond de boom. Veel kaarsen, knisperend haardvuur, lekkere hapjes, kerstversiering en mensen die elkaar lief vonden en uitstraalden dat ze het leuk hadden samen. Ik kon daar met jaloezie naar kijken, omdat het in niets leek op de kerstdagen die ik samen met mijn moeder vierde met het bord op schoot op de bank voor de tv. Of die ik later toen ik het huis uit was doorbracht: op een verre vakantiebestemming of als ‘vijfde wiel’ bij lieve vrienden die me uitnodigden, zodat ik niet alleen zou zijn.

Hoe anders is dat nu. Deze Kerst zit ik eindelijk óók aan zo’n lange tafel met kaarsen, hapjes en wijntjes, sámen met mijn aanstaande man, zijn kinderen en kleinkinderen. Op mijn 52e jaar heb ik voor het eerst eindelijk ook dat echte knusse, heerlijke familiegevoel.”

Jeugd vloog voorbij

“Mijn vriendinnen noemden mij altijd de vrouwelijke Mark Rutte. Ze wilden hem zelfs schrijven: hier nog een vrouw die getrouwd is met haar werk en nooit een relatie heeft gehad. Dat eerste valt wel mee, het laatste klopte wel. Tenminste, als je die twee maanden die ik vroeger heb gescharreld niet meerekent.

Hoe het komt dat je 51 bent en nog nooit een volwassen relatie hebt gehad? Eerlijk gezegd weet ik het antwoord ook niet. Volgens mijn vriendinnen is er niks mis met mij. En mijn huidige aanstaande man snapt er helemaal niks van. Die roept steeds dat andere mannen hebben liggen slapen. Ik kan niets anders zeggen dan: het leven liep zo.

Zieke moeder

Ik heb tot mijn 33e thuis gewoond. Mijn moeder was chronisch ziek, ze had MS. Na de scheiding van mijn vader woonden we met zijn tweetjes. Ik ben enig kind. Mijn moeders gezondheid ging met de jaren achteruit. Ze kon steeds minder zelf en ik sprong bij. Daardoor zat ik tijdens mijn jonge jaren niet in het weekend in de kroeg, maar hielp ik mijn moeder uit te kleden, in bad en in bed. Ik kon nooit zomaar een avondje weg. Of een weekend weg. Ik kon en wilde mijn moeder niet alleen laten.

Natuurlijk was er de mogelijkheid van Thuiszorg, maar die was er al zo vaak als ik op mijn werk was. De zorg van vreemden, hoe lief ook, vond mijn moeder vervelend. Bovendien hielp ik haar graag. Dat mijn jeugd zo voorbijging, maakte mij niet zo veel uit. Ik was toch geen stapper, zei ik altijd.”

Koffers vol

“Pas toen mijn moeder steeds hulpbehoevender werd en naar een instelling verhuisde, kwam er iets meer ruimte voor mezelf. Ik was inmiddels al begin dertig. Ik ben heel veel gaan reizen. Ik sloot me aan bij alleenstaande reisgezelschappen of ik ging met een oud-collega op stap. Zo heb ik veel landen in Europa en Azië bezocht.

Diep van binnen heb ik altijd verlangd naar een gezin. Maar het vele reizen, mijn baan in de kinderopvang, mijn drukke sociaal leven en mijn huisdieren – ik heb twee honden en twee katten – slokten veel van mijn tijd op.

Kortom, mijn leven was druk en gezellig, maar echte liefde ontbrak. En dat merkte ik vooral met de feestdagen. Aangezien mijn moeder inmiddels niet meer leeft, mijn vader uit beeld is en er nog weinig directe familie over is, vierde ik Sinterklaas, Kerst en Oud en Nieuw vaak alleen of bij een vriendin die toevallig gescheiden/alleen/kinderloos was in die dagen. Of ik mocht aanschuiven bij een vriendin en haar gezin, maar dat voelde toch altijd een beetje ongemakkelijk.”

Het keerpunt

“Mijn vijftigste verjaardag was een keerpunt. Ik had een klein zaaltje afgehuurd voor al mijn collega’s, kennissen en vrienden met hun aanhang. Hartstikke gezellig, maar halverwege de avond keek ik rond en dacht ik: bijna iedereen is hier samen. Ik ben de enige die in zijn uppie is. Ik voelde me niet ongelukkig, absoluut niet, maar de gedachte dat ik nog eens veertig jaar alleen zou blijven, greep me bij de keel.

Een week later besprak ik mijn paniekgevoelens met mijn beste vriendin. Zij stelde voor me in te schrijven bij een officieel relatiebemiddelingsbureau. Dus niet lid worden van een of andere snelle datingapp, maar bij een serieus bureau, waar je eerst thuis een intakegesprek krijgt en een consulent speciaal voor jou op zoek gaat. Ik was immers geen twintig meer. Gelukkig kreeg ik een fijne consulente bij wie ik al mijn wensen voor een liefdespartner kon uiten. Heel simpel. Ik zocht een eerlijke man met wie ik een gelijkwaardige relatie kon opbouwen.

Eerste match

Na twee weken kreeg ik mijn eerste voorstel: Lex, weduwnaar van 58, sinds een jaar alleen, vader van drie kinderen, opa van twee kleinkinderen. In eerste instantie dacht ik: dat matcht nooit. Hij heeft zo’n ander en burgerlijk leven, hij zit vast niet te wachten op mij. Maar er stond dat hij gek was op dieren en reizen en dat hadden we wel gemeen. Ook de vrouw van het relatiebureau was enthousiast. Ze noemde Lex echt een man voor mij.”

Vlinders in buik

“Ik stelde voor om elkaar te ontmoeten in het restaurant van de Bijenkorf in Amsterdam. Stel dat het niet klikte, dan was ik zo weer weg en kon ik tenminste nog lekker winkelen, zo bedacht ik. Maar dat was helemaal niet nodig. Ik zag Lex en dacht meteen: daar zit mijn man. Hij had een lief gezicht, met warme ogen, een mooie glimlach en een baardje. Zijn uitstraling gaf me een vertrouwd gevoel. Onze koffieafspraak was heel natuurlijk, alsof we al jaren een stel waren dat net had geshopt en nu uitrustte met cappuccino’s en gebak. We kletsten, lachten, flirten en plakten er een lunch aan vast. We hebben zelfs ’s middags nog samen een rondje door het warenhuis gelopen, waarbij Lex af en toe mijn hand vastpakte. Ik vertrok, vier uur later, met vlinders in m’n buik naar huis. Een erg geslaagde date dus.”

Hartelijk ontvangen

“Het voordeel van onze leeftijd is dat je gevoelens sneller uit naar elkaar. Spelletjes, zo van ‘wie belt wie’, of iemand eerst drie uur laten wachten na een appje, waren niks voor ons. Daar deden we niet aan. We stelden ons kwetsbaar op. Lex sprak zich als eerste uit. Hij had al drie mislukte dates gehad, maar mij vond hij erg leuk. Hij was verliefd. Ook ik wond er geen doekjes om: ik wilde hem dolgraag beter leren kennen. We hebben het heel rustig opgebouwd: zijn uit eten gegaan, een keer naar de fi lm en naar de musical van Annie M.G. Schmidt. We lachten veel, belden wel elke dag en kletsten dan vaak urenlang. Zijn oprechte interesse in mij maakt hem onweerstaanbaar. Na vijf maanden vroeg hij of ik met mijn huisdierenschare bij hem wilde intrekken. En hoe raar dat ook klinkt als je zo lang vrijgezel bent geweest, zo lang je eigen bedoening hebt gehad en je eigen leven hebt kunnen leiden; ik hoefde er geen dag over na te denken. Ja, héél graag! Alleen zonde van mijn dure inschrijfgeld bij het relatiebureau, grapte ik. Het enige enge vond ik het oordeel van zijn kinderen. Hoe zouden zij het vinden als er weer een vrouw in het leven van hun vader was? Die in hetzelfde huis zou wonen als waar hun overleden moeder met hun vader had gewoond?

Ik kon me voorstellen dat het op z’n zachtst gezegd pijnlijk zou zijn.    Maar ik kan niet anders zeggen dan dat ze superhartelijk reageerden. Natuurlijk, zo gaven ze alle drie toe, was het moeilijk om mij in de keuken te zien staan, waar vroeger hun moeder zo graag kookte. Maar ze zeiden voornamelijk blij te zijn voor hun vader. Hij was zo van slag geweest na het overlijden van zijn vrouw, dat ze hem weer liefde gunden. Bovendien had hun moeder al tijdens haar ziekbed – ze is vier jaar ziek geweest – de weg vrijgemaakt voor een nieuwe liefde. Volgens Lisa, de dochter van Lex, zei hun moeder altijd dat Lex niet alleen mocht achterblijven. Ze gaf hem haar zegen om na haar dood op zoek te gaan naar een nieuwe partner. Dat maakt deze vrouw in mijn ogen een heldin. Je bent toch een topper als je zo veel van iemand houdt dat je hem ook na jouw dood levensgeluk gunt?!”

Verloofd in romantisch Rome

“Vorig jaar december waren Lex en ik nog aan het daten. Toen hebben we de dag na Kerst wel een winterwandeling gemaakt, maar vierden we de feestdagen apart. Dat was te snel. Maar sinds afgelopen maart is het dik aan. Lex en ik wonen samen, zijn afgelopen zomer naar Italië op vakantie gegaan en in Rome hebben we ons verloofd. Op een intiem pleintje ging hij op zijn knieën: wilde ik met hem trouwen? Ik zei volmondig ja, maar omwille van de kinderen hebben we nog geen datum gepland. Een bruiloft zou echt te vroeg zijn geweest. Ze vinden me heel aardig, maar moeten wel wennen. Dat snap ik. Waarschijnlijk blijven we de komende jaren dus nog verloofd. Ach, voor Lex is het een gevoelsdingetje. Hij vindt het fi jner mij voor te stellen als zijn ‘aanstaande vrouw’ dan als zijn vriendin. Soms moet ik mezelf knijpen: ineens heb ik dat gezin waarnaar ik zo verlangde. Met kinderen, een liefhebbende man en een warm thuis. De feestdagen vieren we samen, ontzettend gezellig. Op 5 december kwam er een Sinterklaas bij ons thuis, de hele familie was erbij. Er waren cadeautjes voor de kleinkinderen, warme chocolademelk en gevuld speculaas. En straks met Kerst gaan Lex en ik een culinair diner in elkaar flansen. Ik verheug me er nu al op. Nooit gedacht dat dit gezinsgeluk nog eens voor me zou zijn weggelegd. Maar Lex denkt dat dit ons lot is. Zelf vind ik het een mooie, hoopvolle kerstboodschap. Geef de hoop niet op, maar blijf je hart openstellen voor anderen. Voordat je het weet, vind je een welkom thuis. Ik ben het levende bewijs!”