Placeholder

Hugo Borst: ‘Hoe mooi is het dat je anderen kunt helpen?’

We kennen Hugo Borst (55) als voetbaldeskundige die geen blad voor de mond neemt. Hoe goed kwam die eigenschap van pas toen zijn moeder in een verpleeghuis terechtkwam en Hugo merkte hoe slecht de zorg geregeld was. “Andere mensen krijgen het nu beter: er gaat twee miljard extra naar de ouderenzorg.”

We kennen Hugo Borst (55) als voetbaldeskundige die geen blad voor de mond neemt. Hoe goed kwam die eigenschap van pas toen zijn moeder in een verpleeghuis terechtkwam en Hugo merkte hoe slecht de zorg geregeld was. “Andere mensen krijgen het nu beter: er gaat twee miljard extra naar de ouderenzorg.”

Ik heb met Hugo Borst afgesproken in zijn ‘schrijfhok’, een etage in hartje Rotterdam. Hier schreef hij het manifest Scherp op ouderenzorg en het boek Ma, over zijn dementerende moeder én Ach, moedertje, het vervolg erop dat onlangs verscheen. Terwijl Hugo zich op zijn bank neervlijt, vertelt hij dat hij net terug is van een bezoek aan zijn moeder in het verpleeghuis.

 

'Ik vind het leven van mijn moeder niet menswaardig meer'

Hoe gaat het met je moeder?
“Ze zat net pannekoeken te eten, en het duurde even voordat het vorkje van haar bord naar haar mond ging. In eten zit nu ook al de klad, en soms gooit ze een stukje pannekoek in haar melk. Ze slaapt zo’n zeventien uur per etmaal. Als ik ’s middags wegga, breng ik haar naar bed. Dat is nu haar leven. Ik vind dat niet menswaardig. Mijn moeder was een vrouw die er altijd op-en-top gekleed uitzag. Nu is ze 88 en heeft ze vlekken op haar kleding, omdat ze knoeit.”

Wat voor moeder was ze voor jou?
“Mijn moeder was huisvrouw, ze was altijd thuis voor een kopje thee als ik uit school kwam. Met een kaakje erbij. Meestal mocht ik een tweede. Maar een derde, dat was uitgesloten. Alles waar ‘te’ voor staat, is niet goed, vond mijn moeder. Ik vertelde dan wat over school en na een kwartiertje ging ik voetballen. Rond etenstijd was ik terug. Dan was mijn vader er ook en gingen we gezellig eten. Mijn broer was acht jaar ouder en toen al het huis uit, dus ik groeide min of meer als enig kind op in een lief, warm en gezellig gezin.”

Hoe was jij als kind?
“Ik was een jongen die niet veel gekkedingen deed. Al ben ik eens opgepakt voor diefstal toen ik een jaar of tien was. Ik kon me wel laten meeslepen. Met een groep jongens van school jatten we pennen. Heel dure bleken het te zijn, volgens mij was de buit driehonderd gulden waard. Dat wist
ik niet van tevoren. Eigenlijk was dat het ergste wat ik heb gedaan. Toen mijn ouders zeiden dat ze ongelofelijk teleurgesteld in me waren, kwam dat wel aan. Ik heb nooit meer wat gejat.”

Lees het hele verhaal van Hugo Borst in Vriendin 21.