Placeholder

Veilig schoolzwemmen: dit kun je als ouder doen

Wie wanneer welke verantwoordelijkheid heeft bij schoolzwemmen is een ingewikkeld verhaal. Hoe kun je je kind als ouder zélf wijzen op de veiligheid bij het schoolzwemmen?

Wie wanneer welke verantwoordelijkheid heeft bij schoolzwemmen is een ingewikkeld verhaal. Hoe kun je je kind als ouder zélf wijzen op de veiligheid bij het schoolzwemmen?

1. Vertel je kind dat het belangrijk is om goed te luisteren naar de aanwijzingen van de zwemleraar. Als die zegt dat de leerlingen alleen in het ondiepe bad mogen zwemmen, laat je kind dan bij het diepe gedeelte vandaan blijven. Maak je kind duidelijk dat dit gevaarlijk kan zijn en dat er hierdoor ongelukken kunnen gebeuren. Ook bij het vrijzwemmen is het verstandig om niet af te wijken van de regels. Als je kind eraan twijfelt of iets wel mag, laat hem dit dan altijd vragen.

2. Zorg ervoor dat je kind snapt dat hij altijd bij de groep moet blijven. Onderweg van en naar het zwembad, tijdens de zwemles en bij het douchen voor en na de zwemles. Als de zwemleraar of de leerkracht zegt dat de kinderen het zwembad moeten verlaten, zorg dan dat het voor je kind duidelijk is dat hij hiernaar moet luisteren en dat hij het bad met de rest van de kinderen verlaat. Op die manier is de kans kleiner dat er iets met hem gebeurt.

3. Zeg tegen je kind dat hij altijd samen met de meester of juf naar het toilet gaat en nooit alleen gaat ronddwalen.

4. Vertel je kind dat hij niet moet rennen op de tegels rond het zwembad. De kans op uitglijden is hierdoor groter.

5. Zeg je kind dat het gevaarlijk kan zijn om ondiep water in te springen of om iemand het water in te duwen. Als je ongecontroleerd de rand of bodem raakt, kan je iets bezeren.

6. Vertel je kind dat hij, als iedereen gaat douchen, nooit terug moet gaan naar het bad. In ieder geval niet zonder begeleiding van de meester, juf of een andere ouder/begeleider.

7. Als je kind ruzie heeft met andere kinderen of iets niet prettig vindt, laat hem dan naar de meester of juf gaan. Afwachten is in dit soort situaties niet slim. Naar de meester of juf stappen zorgt ervoor dat de leerkracht hoogstwaarschijnlijk beter op je kind zal letten en ingrijpt als hij of zij de situatie niet vertrouwt.

8. Als je kind een aandoening heeft of (tijdelijk) niet mee kan zwemmen, vertel hem dan dat hij óf onder begeleiding op school achterblijft óf met de groep meegaat naar het zwembad. Vertel je kind dat hij altijd in de buurt moet blijven van de meester, juf of een andere begeleider.